Blad 2 Rijksbelastingen. Aanpassing van de wetgeving wordt door ons noodzakelijk geacht. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de gemeentelijke organisatie en bedrijfsvoering. Aanpassing van de organisatie aan de veranderende rol van de overheid en de ontwikkelingen op het ICT terrein staan daarbij centraal. In hoofdstuk 7 worden de belangrijkste risico's voor de gemeente vermeld. Rijkswet- en regelgeving blijken ook hierbij een grote rol te spelen. Daarnaast brengt de uitoefening van een bedrijf van een aard en omvang als het "gemeentebedrijf" risico's met zich mee, die versterkt worden door de in de samenleving groeiende neiging tegenvallers door te schuiven naar (andere) instanties en overheden. Blad 3 1 BEGROTING 2000, UITGANGSPUNTEN 1.1 De begroting in de planning en controlcyclus Door het vaststellen van de begroting machtigt de Gemeenteraad het College van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven ter uitvoering van het vastgestelde beleid Daarmee start in feite formeel gezien de mogelijkheid om het voor het begrotingsjaar vastgestelde beleid uit te voeren. Voorheen was dan ook de vaststelling van de begroting het moment waarop de richting van het beleid voor het komende jaar werd vastgesteld. Sinds de invoering in onze gemeente van de perspectiefnota wordt die richting van het beleid vastgesteld in het voorjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar namelijk bij het vaststellen van de perspectiefnotaDe begroting is niet meer en ook niet minder dan een uitwerking van de eerste jaarschijf van de perspectiefnota, de al genoemde formele legitimering tot het doen van uitgaven. De begroting is tevens het formele contract tussen het college van B W en de gemeentesecretaris in zijn functie van algemeen directeur van de ambtelijke organisatie In de tijd die ligt tussen het opstellen van de perspectiefnota en het opstellen van de ontwerpbegroting staat de wereld echter niet stil. Externe en interne ontwikkelingen noodzaken tot aanpassing van de begroting aan de actuele stand van zaken. Daarom wordt dikwijls gezegd dat wij in onze gemeente twee momenten van afweging kennen namelijk bij de vaststelling van de perspectiefnota en bij de vaststelling van de begroting. Het karakter van het tweede moment is echter in principe een andere dan het eerste. Waar het bij de vaststelling van de perspectiefnota gaat over de volle breedte van het beleid, gaat het bij de begroting alleen om de bijstelling op grond van actuele ontwikkelingen en eventueel om concretisering van de richting die bij de perspectiefnota is vastgesteld. De waarde als politiek sturingsinstrument is in vergelijking met de perspectiefnota dus een beperkte. 1.2 Productenbegroting De begroting 2000 is de derde die is opgesteld in de vorm van een productenbegroting. Opnieuw zijn van een aantal producten de doelomschrijvingen, de prestatiecriteria e.d. verbeterd en geconcretiseerd. Het verbeteren van de begroting is een permanent proces geworden. Dit proces is in feite geen ambtelijk technisch

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 275