Blad 6
2 PERSPECTIEFNOTA 2000 - 2003
21 Algemeen
Leeuwarden heeft in 1998 de "Toekomstvisie Leeuwarden
2030" vastgesteld. Daarbij is een diagnose gegeven
van de huidige situatie van de stad en een gewenst
toekomstbeeld geschetst. Dit beeld is vertaald in een
aantal strategische doelen, te weten:
Een vitale, middelgrote stad met een inwonertal
van 100 tot 125 duizend inwoners met een
evenwichtige bevolkingssamenstelling
De belangrijkste centrumgemeente in Noord-
Nederland, naast Groningen, op het gebied van
voorzieningen, werkgelegenheid en woonmilieus.
Een stedelijke samenleving, waarvan de
werkloosheid en de economische ontwikkeling
vergelijkbaar zijn met het landelijk gemiddelde.
Een aantrekkelijke gemeente met duurzame en
hoogwaardige vestigingsmilieus voor zowel
bedrijven als burgers.
Een bereikbare stad, voorzien van effectieve
transport- en vervoersystemen.
Een veilige, leefbare gemeente.
De in de Toekomstvisie Leeuwarden 2030 geschetste
doelen zijn in de perspectiefnota opgenomen, waarbij
het leerjarenontwikkelingsprogramma nader is
geconcretiseerd voor de periode tot 2010, met het
accent op de periode 2000-2003. De verschillende
beleidsclusters zijn opgedeeld over de pijlers
sociaal, fysiek en economisch. Wij geven hier de
strategische en operationele doelen van de
beleidsclusters weer.
2.2 De sociale pijler
2.2.1 Basisvoorzieningen
Strategisch doel:
Het onderhouden en versterken van een kwalitatief
hoogwaardig niveau aan basisvoorzieningen dat
aansluit op de wensen en behoeften van de gebruikers
en welk aanbod voor alle gebruikers toegankelijk is.
Operationele doelen
Toename van de cultuurparticipatie met 15% en door
jongeren met 20% in 2004.
Toename van het aantal binnenschoolse cultuureducatieve
projecten met 30% en het aantal lokale producties in
2004
Voor 2004 wordt een waarderingsonderzoek gehouden over
het culturele aanbod.
Toename van aantal bezoekers aan musea met 15% en aan
festivals met 30% in 2004.
Blad 7
Uitbreiding tot 2005 van het aantal kindplaatsen voor 0
tot 4 jarigen met 10% en buitenschoolse opvang
(leeftijdsgroep 4 -12 jaar) tot in ieder geval 144.
Realiseren van minimaal 5 structurele voorzieningen voor
tieneropvang (leeftijdsgroep 12-16 jaar) tot 2005.
Tot 2005 wordt binnen 3 bestaande opvanggroepen voor 0
tot 4 jarigen de crèche-plus gedachte geïntroduceerd.
Tot 2005: 30% van de peuterspeelzalen in de stad op een
kwalitatief hoog niveau brengen.
Tot 2004 uitbreiden van het aantal instroom en
doorstroombanen Melkert I-banen) in de kinderopvang
en gastouderopvang
Na het vaststellen van de nota "Sturen op kwaliteit in
het Onderwijszullen de operationele doelen voor
onderwijs worden ontwikkeld.
2.2.2 Sociale integratie
Strategisch doel:
Het ontwikkelen van een sociale infrastructuur, zo
mogelijk op wijkniveau, die de participatie van de
burgers bevordert en ondersteunt, de sociale cohesie
versterkt en het ontstaan van achterstanden voorkomt.
Een dergelijke infrastructuur dient afgestemd te zijn
op de fysieke en economische infrastructuur.
Operationele doelen
Het buurtschoolconcept is in 2004 in 4 wijken
gerealiseerd of in ontwikkeling.
In 2005 zal de overlast die jongeren veroorzaken in
wijken gedaald zijn van 12% naar 7%.
De beoordeling van de sociale kwaliteit in Leeuwarden-
Oost zal in 2004 stijgen naar 6,0 (stedelijk gemiddelde
in 1998 6,0).
Stabilisatie van de beoordeling van de sociale kwaliteit
in wijken die veel nieuwe inwoners ten gevolge van
stedelijke vernieuwing zullen gaan ontvangen
(uitgangspunt wijkmonitoring 1998).
Tot en met 2002: het deel van de bevolking dat
slachtoffer is van (poging tot) inbraak stabiliseren op
7%; auto-inbraak terugbrengen van 22 tot 16%;
fietsdiefstal terugbrengen van 20 tot 17%;
geweldsdelicten terugbrengen van 7 tot 5% en het
percentage dat slachtoffer is van vernielingen
stabiliseren op 8%.
Tot en met 2002: percentage van de bevolking (excl.
binnenstad) dat zich overdag niet veilig voelt
terugbrengen van 9 naar 6%, dat zich 's avonds onveilig
voelt terug brengen van 34 naar 31%.
Het percentage binnenstadsbewoners dat zich overdag niet
veilig voelt terugbrengen van 8 naar 5%, en dat zich S
avonds onveilig voelt terugbrengen van 53 naar 4 9% (in
2002).