Blad 8 2.2.3 Achterstand bestrijding Strategisch doel: Het' voorkómen 'dat mensen 'in een achterstandsituatie ;«S'5!sr;. r" -V raken '(preventie) en „het verbeteren van de positie en t 'V- - v' het verminderen van het sociaal isolement-van mensen die zich in een .achterstandsituatie bevinden (activering en uitstroom) Operationele doelen Ervan uitgaande dat een jaar na de invoering van de declaratieregeling 20% van de doelgroep hiervan gebruik maakt, zal na het tweede jaar het percentage op 25% uitkomen Het aantal leden van de doelgroep dat gebruik maakt van bijzondere bijstand zal na twee jaar toegenomen zijn (nieuw instrument: "categoriale bijzondere bijstand"). Het aantal bijstandsgerechtigden met schuldenproblematiek dat deelneemt aan schuld hulpverleningsprojecten zal na twee jaar zijn toegenomen Alle mensen die op of vanaf 1 januari 1998 een bijstandsuitkering hadden/hebben zijn in 2002 in beeld en er is een plan voor vastgesteld. Voor 1.750 bijstandsgerechtigden (fase 2/3) wordt een uitstroomplan opgesteld. In het kader van de sluitende aanpak wordt voor 1.600 jongeren een plan opgesteld; het doel is de instroom van jongeren in de bijstand te beperken tot 400 over de periode 1998 - 2002. Voor 400 bijstandsgerechtigden (fase 4) wordt een (lang) traject uitgezet naar werk; voor alle overigen wordt nagegaan of een sociaal activeringstraject moet worden ingezet of een andere vorm van sociale participatie is geïndiceerd dan wel of mensen met rust gelaten kunnen worden In 2002 zal het bestand aan uitkeringsgerechtigden in Leeuwarden per saldo met 1.200 zijn afgenomen ten opzichte van het aantal op 1 januari 1998 (5.400); op basis van de in 1998 ingeschatte ontwikkelingen op de lokale arbeidsmarkt. In 2004 zijn 20 trajecten ontwikkeld voor (kansrijke) verslaafden en 10 voor daklozen, gericht op een vorm van betaald of onbetaald werk. In 2004 zijn 10 kansentrajecten (deels sociale activering/WIW) aangeboden aan mensen in crisisopvang, 10 aan Blijf-van-m'n-1ijf en 10 aan zwerfjongeren. Er wordt voorlichting gegeven over risicovol experimenteergedrag voor basis- en voortgezet onderwijs in Leeuwarden: in 2001 op 50% van alle scholen en in 2002 op 80%. Het percentage van de bevolking dat via het wijkmonitoringsysteem aangeeft overlast te ondervinden van verslaafden te verminderen met 3% in 2004 (tevens operationeel doel van "basisvoorzieningen") In 2002 zijn alle jongeren in Leeuwarden of aan het werk,of naar school, of op een traject naar één van beide(eveneens operationeel doel van "sociale integratie") 2iac 9 en kennis Het versterken van de economische en werkgelegënheidsstructuur/via- - Het'ireaiiseren-van een aantrekkelijk en cÓncürrterend vestigingsklimaat Hetstimuleren van do werkgelegenheidsgroei, het terugdringen van -de werkloosheid en het stimuleren van een evenwichtige, gezonde arbeidsmarkt. Het versterken en beter benutten van'de kennisinf rastructuur., in Leeuwarden t Het versterken vande landsdelige functie van ..Leeuwarden,:als HBO-stad. Operationele doelen Groei van de werkgelegenheid is in de periode 1998-2002 tenminste 3.000 arbeidsplaatsen. Groei van de werkgelegenheid is met ingang van 2002 structureel minimaal op het landelijk niveau. De verhouding tussen het landelijke en het Leeuwarder werkloosheidspercentage is in 2005 gedaald van 1:2 naar 1:1,8. In de periode 2000-2004 worden 100 banen ontwikkeld met WIW-instrumentarium en actief aangeboden aan het MKB. Gronduitgifte is in de periode tot 2005 minimaal 10 hectare per jaar, waarvan 7,5 ha. op bedrijventerrein De Hemrik. Het aantal studenten in Leeuwarden aan HBO en MBO blijft minimaal constant tot 2005, dus respectievelijk ruim 14.000 en ruim 9.000 studenten. Leeuwarden behoudt in ieder geval tot 2010 haar landsdelige functie op HBO-niveau en haar regionale functie op MBO-niveau. 2.3.2 Binnenstad en toerisme Strategisch «doel Het versterken van de kwaliteit, de aantrekkingskracht, de toeristische •'(economische) potentie en fie regionale positie van de, Leeuwarder binnenstad..^ Operationele doelen Verhoging van de koopkrachtbinding tot 25% (nu: 22%) voor dagelijkse artikelen en tot 73% (nu: 70%) voor niet dagelijkse artikelen in 2003. Toename van de bestedingen in de niet-dagelijkse artikelen in de binnenstad tot f 538 miljoen (prijspeil 1994; dus excl. inflatie en prijsindex gezinsconsumptie) in 2005 (was in 1994: f 507 miljoen). 2.3 De economische pijier 2.3.1 Economie, arbeidsmarkt Strategisch doel:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 301