emeente |eeuwarden
Blad 2
Wij stellen u voor de concernbegroting te wijzigen over
eenkomstig de hiervoor genoemde voorstellen.
Leeuwarden, 1 juli 1999.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mw
L.B.M. van Maaren-van Balen burgemeester.
drsE.C. van de Beek
loco-secretaris.
uiaenooistericerKnor L
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden
Telefoon 058 233 88 33
Plaatsing van jonge monumenten in de binnenstad op de
rijksmonumentenlijst als onderdeel van het Monumenten
Selectie Project
Bijlage nr. 99
Aan de gemeenteraad.
Inleiding
Op 12 mei 1997 heeft u besloten om het Monumenten Selectie
Project Leeuwarden in uitvoering te nemen. Het project
behelst de voorbereiding van de aanwijzing tot
rijksmonument resp. beschermd stadsgezicht van voorbeelden
van jonge bouwkunst en stedenbouw uit de periode 1850-1940,
een categorie die namelijk amper vertegenwoordigd is in de
bestaande lijsten van rijksmonumenten en beschermde stads
en dorpsgezichten. Het project wordt uitgevoerd in heel
Nederland in opdracht van het Rijk (Ministerie van OC&W) en
staat onder supervisie van de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg
Aan de basis van het Monumenten Selectie Project (MSP)
staat de zogeheten Indicatieve Lijst, een voorlopige keuze
van objecten, complexen en ensembles, samengesteld uit de
resultaten van het Monumenten Inventarisatie Project (MIP)
dat is uitgevoerd aan het begin van de jaren '90. In de
eindrapportage van het MIP waren een kleine 800 objecten en
complexen en vier gebieden van bijzondere waarde
gedocumenteerd, die maar enigszins de moeite waard waren
vanuit breed cultuurhistorisch perspectief (bijlage:
Monumenten Inventarisatie Project Leeuwarden uit 1993). De
selectie daaruit voor de Indicatieve Lijst, u voorgelegd in
mei 1997, omvatte een kleine 150 objecten en complexen en
enkele gebieden van bijzondere waarde, waarvan
verondersteld werd dat ze rijksmonument- resp. beschermd
stadsgezicht-waardig zouden kunnen zijn. Nader onderzoek,
onder meer door huis- en wijkbezoeken en in archieven,
moest dit uitwijzen.
Het onderzoek, het eerste en meest arbeidsintensieve
gedeelte van het MSP, is in het voorjaar van 1997 begonnen
en in december 1998 afgesloten. In. de tussengelegen periode
zijn alle objecten, complexen en gebieden van bijzondere
waarde bezocht, op dia gezet en beschreven volgens een door
de Rijksdienst ontwikkelde systematiek. Omdat in dit
raadsvoorstel over de binnenstad geen gebieden van
bijzondere waarde aan de orde komen, beperken we ons in het
navolgende tot de objecten en complexen.
Sjoch dizze stêd; sjoch wat der rünom bart - It aide spegelet him yn wat de takomst hat - Piter Terpstra
Cr