Bc-groting 2000 Concern TOELICHTING OP BIJLAGE III Toelichting voornaamste structurele uitzettingen (-) en inkrimpingen I Over de gehele beleidsperiode bedraagt de tegenvaller op kapitaallasten f. 999.000,- .Bij de afboeking van de immateriële activa is in het meerjarenperspectief onvoldoende rekening gehouden met de vrijval van de kapitaallasten tot een bedrag van f. 230.000. Aanpassing van de afschrijvingstermijn van 5 naar 4 jjar van het krediet hertaxatie OZB leidt tot een nadelig effect op kapitaallasten van f. 74.000. De kredieten m.b.t. de Sport BV voor het jaar 2003 zijn niet in de Perspectiefnota opgenomen. Na over dracht van de panden aan Vastgoed zijn deze alsnog in de begroting meegenomen voor f. 272.000. De boekwaarde van de activa in de begroting 2000 is aangepast aan de actuele boekwaarde per 1-1-1999 conform de rekening 1998. De kapitaallasten worden thans dus geraamd op basis van de werkelijke situatie, over de gehele beleidsperiode leidt dit tot een tegenvaller van f. 214.000. Deze tegenvaller ontstaat omdat het meerjarenperspectief (vrijval van kapitaallasten) is gebaseerd op vorige begrotingen. Temporisering van investeringen heeft tot gevolg dat de vrijval van kapitaallasten later plaatsvindt. Hiermee is in het meerjarenperspectief geen rekening gehouden. In de begroting 1999 is bij de vrijval van de kapitaallasten uitgegaan van een rentepercentage van 6,5%, terwijl in de begroting 2000 rekening is gehouden met 5,5% rente, het nadelig effect bedraagt f. 164.000. Door diverse oorzaken is er nog een nadeel van f. 45.000 opgetreden. 4 De samenvoeging van de drie WGR regio's heeft tot gevolg dat de GGD en de provinciale 5 brandweerorganisatie nu beschikken over een eigen personeelsafdeling. Voor Algemene Zaken betekent dit dat aan deze derden geen ondersteuning meer verleend zal gaan worden op het terrein van P&O advies en salarisverwerking. Dit leidt tot een inkomstenderving van respectievelijk f56.000 en f30.000. Vanuit de regio Friesland Noord zal alleen nog activiteiten voor de Milieuadviesdienst worden gedaan. Verrekening met de regio vond plaats op basis van de bestede uren; de laatste drie jaar zijn daar in verband met de fusie perikelen en de daaruit voortvloeiende noodverbanden extra veel uren besteed die zijn opgevangen binnen de bezetting. Met het oog op de vele ontwikkelingen op P&O gebied, de nieuw te vormen afdeling P&O Advies bij AZ en de ontwikkelingen bij de Brandweer achten wij het niet verantwoord de formatie dienovereenkomstig te verminderen. II De begrote opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen is gebaseerd op een aantal uitgangspunten. Een daarvan is de gehanteerde waarde voor de nieuwbouw. Dit is een ervaringcijfer die bij de opstelling van de begroting altijd wordt toegepast. In de geactualiseerde begroting is dit cijfer nog relatief laag hetgeen grotendeels wordt veroorzaakt door de sociale woningbouw. Daarnaast moet ten alle tijde worden teruggerekend naar de waardepeildatum 01-01-1994 en moet de taxateur rekening houden met het algehele gehanteerde waardeniveau binnen de gemeente Leeuwarden. De gemiddelde OZB-waarde binnen de gemeente Leeuwarden bedraagt namelijk f 87.000. Door de lage rentestand wordt de laatste jaren meer en meer duurder gebouwd. Ook worden er meer vrije sector woningen gerealiseerd in plaats van projectmatige bouw. De OZB opbrengst over 1998 bevestigt dit beeld. Over 1998 is er namelijk een meeropbrengst gerealiseerd welke voornamelijk wordt veroorzaakt door de hogere waardering van de nieuwbouw van de woningen. Dit zijn marktgevoelige factoren. Een wijziging van de rentestand kan tot andere resultaten leiden. Er is een analyse gemaakt van de waardemutatie over 1998. Hieruit blijkt dat de gemiddelde waarde van een nieuwbouw woning over 1998 f 215.000,- is. Op grond van deze gegevens is de geraamde opbrengst OZB, ten opzichte van de geactualiseerde budgetstand met f 427.000 verhoogd. De kosten van de hertaxatie van onroerende zaken wordt onder andere gefinancierd door derden, die gebruik maken van deze gegevens. Als gevolg van landelijke afspraken is de wijze van financiering gewijzigd. Dit heeft tot gevolg dat er niet een bedrag ineens wordt ontvangen (en rechtstreeks wordt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 449