Blad 2
In de zogeheten redengevende omschrijvingen van de objecten
en complexen is aangegeven, welke de cultuurhistorische
argumenten zijn, waarom ze bescherming verdienen. De
omschrijvingen zullen integraal overgenomen worden in het
Monumentenregister en als leidraad dienen voor de
beoordeling van eventuele toekomstige aanvragen voor een
wijzigingsvergunning op grond van de Monumentenwet.
Na het nadere onderzoek is aan de hand van de samengestelde
documentatie over elk object en complex een inhoudelijk
oordeel geveld door een MSP-BegeleidingscommissieDeze
commissie, met daarin vertegenwoordigers van Rijk,
provincie, de Monumentencommissie van Hüs en Hiem en de
gemeente Leeuwarden (Bouwen Wonen, Economie Ruimte en
het Gemeentearchief), heeft een belangrijke adviserende
stem richting gemeenteraad en Rijk. Voor de beoordeling
golden vijf hoofdcriteria: cultuurhistorische waarden,
architectuurhistorische waarden, ensemblewaarden,
gaafheid/herkenbaarheid en zeldzaamheid (zie bijlage:
Handleiding selectie en registratie jongere stedebouw en
bouwkunst (1850-1950) uit 1991)Van de onderzochte en
gewikt en gewogen objecten en complexen zijn er 25 niet
rijksmonument-waardig bevonden. Een 120 zijn het derhalve
wél. Deze 120, waaronder gevarieerde zaken als woonhuizen,
tuinhuisjes, een muziekkoepel, winkels, kantoorgebouwen,
bruggen, de Mercuriusfontein en grote woningcomplexen,
komen in beginsel in aanmerking voor een voordracht door de
gemeenteraad aan het Rijk. Van één object, namelijk de
Eysinga-begraafplaats bij Wirdum, is weliswaar
geconstateerd dat het rijksmonument-waardig is, doch het
blijkt qua datering vóór de MSP-periode aangelegd; een
voordracht zou moeten gebeuren door middel van een
reguliere procedure ex. art. 3 van de Monumentenwet.
Het tweede, afsluitende deel van het Monumenten Selectie
Project is onlangs aangevangen: de voorbereiding van
raadsvoorstellen over adviezen aan het Rijk. Vanwege de
omvang is het MSP-Leeuwarden 'geknipt' in drie delen:
binnenstad, schil 1850-1940 en buitengebied, waarvoor
evenzoveel raadsvoorstellen gemaakt worden. De Rijksdienst
voor de Monumentenzorg is akkoord gegaan met deze opzet en
derhalve met de aanlevering in drieën. Wij presenteren u
thans ons voorstel voor de binnenstad.
Procedure
Van de onroerende goederen in de binnenstad uit de
aanvankelijke selectie zijn er zeven in de onderzoeksfase
afgevallen. Een 58-tal is naar het oordeel van de MSP-
Begeleidingscommissie wél rijksmonument-waardig. Van twee
onroerende goederen hebben wij de behandeling om
uiteenlopende redenen uitgesteld tot het najaar, zodat aan
Blad 3
u thans 56 onroerende goederen voor een voordracht aan het
Rijk worden gepresenteerd. In de bijlagen treft u het
adressenbestand en de redengevende omschrijvingen aan
(bijlagen: Adressenbestand en Redengevende omschrijvingen).
In januari 1999 hebben alle belanghebbenden: eigenaren,
huurders/gebruikers, hypothecaire schuldeisers en
anderszins zakelijk gerechtigden een uitvoerige brief
ontvangen (bijlage: Brief d.d. 22-01-1999). Zij zijn door
ons op de hoogte gesteld van het voornemen om de procedure
tot 'zaligverklaring' te starten; tevens werden zij
uitgenodigd voor een algemene informatiebijeenkomst op 10
februari jl.; voorts werden zij, zoals de Monumentenwet
voorschrijft, in de gelegenheid gesteld om hun mening over
eventuele aanwijzing als rijksmonument kenbaar te maken en
tenslotte ontvingen zij als bijlage de concept-redengevende
omschrijving. Over de resultaten van het belangenonderzoek
zo dadelijk meer.
Uw besluit, i.e. het advies over aanwijzing als rijks
monument, wordt ter kennis gebracht aan het Rijk, zijnde de
staatssecretaris van cultuur. Aangezien het in dit
aanwijzingsproject gaat om 56 individuele objecten en
complexen met elk eigen belanghebbenden, hebben wij het
juridisch en procedureel juister geacht om u over ieder van
die 56 een afzonderlijk besluit te laten nemen.
De staatssecretaris neemt naar verwachting binnen 5 maanden
een beslissing tot voorlopige aanwijzing. Alvorens dat te
doen, zal onder meer nog advies gevraagd worden van de Raad
voor Cultuur. Na de beslissing tot voorlopige aanwijzing
hebben eigenaren gedurende 6 weken de gelegenheid om
bezwaar te maken op grond van de Algemene Wet
Bestuursrecht. De aanwijzing tot rijksmonument kan
definitief worden na het verstrijken van de termijn van 6
weken resp. nadat de eventuele bezwaarprocedure is
afgerond.
Resultaten belangenonderzoek
De ervaringen met de potentiële nieuwe monumenten in de
binnenstad zijn positief: van de ruim 150 benaderde
belanghebbenden (eigenaren, huurders/gebruikers en
hypothecaire schuldeisers), hebben een 40 actief ingestemd
met mogelijke registratie. Slechts één belanghebbende heeft
een bedenkschrift ingediend. Het is de zakelijke eigenaar
van het pand Nieuwestad 98 (C&A)i.e. Beurspassage BV te
Amsterdam. De overigen, vooral veel hypothecaire
schuldeisers en huurders/gebruikers, hebben niet
gereageerd; zij worden volgens de wet geacht ingestemd te
hebben met een voordracht aan de staatssecretaris (bijlage:
Overzicht resultaten belangenonderzoek)