Blad 2 Voorgesteld wordt om als bestuursvorm voor het openbaar primair onderwijs te kiezen voor een Bestuurscommissie ex artikel 82 e.v. van de Gemeentewet. Deze Bestuurscommissie krijgt alle bevoegdheden van het schoolbestuur overgedragen van burgemees ter en wethouders en raad, zij het dat de raad voor een aantal essentiële en wettelijk voorgeschreven onderwerpen het beslis sende orgaan blijft. De bedoeling is dat de Bestuurscommissie gaat besturen op hoofdlijnen en vooral een beleidsbepalende en toezichthoudende rol gaat vervullen. De bestuursondersteuning wordt vormgegeven door de aanstelling van een bestuursmanagerdie als secretaris van de Bestuurscom missie fungeert. Hij zal in de praktijk als gemandateerde uitvoerder van de dagelijkse bestuurstaken optreden. De verdere ambtelijke ondersteuning zal worden uitgevoerd door een kernteam in nauwe relatie met het ondersteunend administra tiekantoor ASBO. Ten behoeve van een goede inbreng vanuit de dagelijkse school praktijk in de beleidsvoorbereiding en de coördinatie van bovenschoolse taken wordt een beleidsteam gevormd van een drietal directeuren van de openbare scholen, die één dag per week worden vrijgesteld voor deze taak. Dit beleidsteam bereidt in nauwe samenwerking met de bestuursmanager de beleidsvoor stellen voor, die na raadpleging van het directeurenoverleg en de GMR door de Bestuurscommissie worden vastgesteld. In de voorstellen is verder voorzien in een ontwikkelingstra ject voor de toekomstige vormgeving van de managementstructuur. In dat traject zal nader onderzocht moeten worden op welke wijze de relatie en taakverdeling tussen het centraal manage ment en de schooldirecties op termijn moet worden geregeld. Beoordeling voorstellen Wij zijn van mening dat de nu in het rapport van Bureau Wagenaar geformuleerde voorstellen een goede basis vormen voor de invulling van de toekomstige bestuurs- en managementstruc tuur voor het openbaar primair onderwijs in Leeuwarden. De voorstellen komen tegemoet aan de bestuurlijke wensen en uitgangspunten en zullen, gelet op de gevoerde discussies, voldoende draagvlak vinden bij de directies, het personeel en de ouders van de betrokken scholen. Zeker zo belangrijk is dat de beoogde structuurverandering naar onze mening een meerwaarde zal opleveren m.b.t. versterking van de autonomie, de professionaliteit en de kwaliteitszorg van het openbaar onderwijs. Een belangrijk praktisch argument om te kiezen voor een bestuurscommissie ex art. 82 Gemeentewet is het financiële aspect. Bij keuze voor een bestuursvorm die zou leiden tot een aparte rechtspersoon buiten de gemeentelijke organisa tie, zou de doorbetalingsregeling aan het bijzonder onder wijs gelden. Op grond van de enkele jaren geleden aangepas te wetsvoorschriften en de interpretatie daarvan door het ministerie van OCW, worden openbare scholen die in stand gehouden worden door een rechtspersoon buiten de gemeente Blad 3 lijke organisatie, aangemerkt als "niet door de gemeente in stand gehouden" scholen en op het punt van de doorbeta lingsregeling aangemerkt als bijzondere scholen. Indien een gemeente aan zo'n apart schoolbestuur extra middelen boven de rijksvergoeding beschikbaar stelt voor bijv. de kosten van beheer en bestuur, dan moet dat op gelijke wijze aan alle schoolbesturen van het bijzonder onderwijs beschikbaar worden gesteld. Bij de constructie van de bestuurscommissie geldt deze regel niet, omdat het dan gaat om een binnenge meentelijk orgaan. Regeling gevolgen a. verordening op de bestuurscommissie In de eerste plaats is natuurlijk van belang de verorde ning, waarbij de bestuurscommissie in het leven wordt ge roepen en samenstelling, taken en bevoegdheden worden gere geld. De concept-verordening is ter vaststelling door uw raad bijgevoegd als onderdeel van het te nemen besluit. b. gevolgen voor het ambtelijk apparaat en het contract met ASBO Het instellen van een bestuurscommissie en het doorvoeren van een nieuwe management- en ondersteuningsstructuur heeft ook consequenties voor het ambtelijk apparaat en voor het contract met ASBO. Deze gevolgen worden thans in kaart ge bracht en wij zullen daarover in het najaar verdere beslui ten nemen. Voor informatie daarover zij verwezen naar de ter inzage gelegde stukken. c. het speciaal onderwijs Een specifiek aandachtspunt is de positie van het openbaar speciaal onderwijs dat niet valt onder de Wet op het primair onderwijs. Het betreft hier de Prof. Grewelschool, de SVO-MLK- school van de Trilker en de afdeling ZMLK van de Trilker, de dr. Van VoorthuijsenschoolDeze scholen vallen onder de regelgeving van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, resp. de Wet op de Expertisecentra, en zullen alle in de komende jaren ingebed moeten worden in het daartoe te realiseren voorzienin genpatroon Zo zal de SVO-school als leerweg voor praktijkonderwijs verbonden moeten worden aan het voortgezet onderwijs; de Van Voorthuijsenschool zal onderdeel moeten worden van een experti secentrum voor verstandelijk en meervoudig gehandicapten in Friesland (cluster 3); en de Prof. Grewelschool zal samen met de Buitenschool onderdeel worden van een expertisecentrum voor kinderen met indringende gedrags- en psychiatrische problemen in Noord-Nederland (cluster 4). Praktisch gezien ligt het het meest voor de hand dat de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor deze scholen ook overgaat naar de te vormen bestuurscommissie, opdat de huidige bestuursondersteuning - die mee overgaat naar de bestuurscom-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 85