2.8 Opbouw kennisdatabank op gebied van handhaving en toezicht
Handhaving en toezicht moeten met zijn gebaseerd op de aanwezigheid van
enkelingen. De opbouw van een eigen kennisdatabank op deze vakgebieden (waarin
bijvoorbeeld gegevens over gevoerde procedures zitten) is noodzakelijk.
2.9 Scheiding tussen vergunningverlening/toezicht en handhaving
Scheiding tussen vergunningverlening/toezicht en handhaving is wenselijk in verband
met de volgende voordelen:
De handhaver die naar buiten toe, dus waarneembaar voor de vergunninghouder,
ook bij de vergunningverlening betrokken is geweest, kan in een loyaliteitsconflict
geraken. Enerzijds moet er worden gehandhaafd, anderzijds gebeurt dit dan jegens
een bedrijf waarmee veelal een zekere vertrouwensrelatie is opgebouwd door het
proces van vergunningverlening. Het zal duidelijk zijn dat dit slechts een rol speelt
wanneer de vergunningverlening inderdaad een interactief proces, met intensieve
betrokkenheid van beide kanten is geweest. Bij scheiding speelt dit probleem niet
of in veel mindere mate.
Door scheiding is het voor de overtreder duidelijk in welke rol de ambtenaar
optreedt; dit is goed voor een geloofwaardige en voortvarende handhaving;
Scheiding leidt tot specialisatie waardoor beter handhavingkenms kan worden
vergaard en toegepast.
De samenwerking met justitiële instanties is gemakkelijker wanneer van de zijde
van het bestuur ambtenaren met een specifieke handhavingoptiek opereren.
2.10 Samenwerkingsafspraken
Structurele samenwerking tussen bestuurlijke en justitiële autoriteiten is noodzakelijk
om tot een werkelijk effectief handhaven en toezicht te komen. Gemeentebestuur,
politie en OM kunnen op tal van gebieden afzonderlijke afspraken maken, maar het is
overzichtelijker om gecombineerde afspraken te maken.
2.11 Uitwisselen informatie
Gekomen zal worden tot een uitwisseling van informatie tussen de verschillende
toezichthouders en handhavers.
2.12 Professionaliseer toezicht en sanctionering
Het toezicht moet niet uitsluitend worden uitgeoefend aan de hand van vooraf
opgestelde tabellen (kengetallen). De ervaring met overtreders moet ook een rol
spelen. Sommige bedrijven zullen bij goed gedrag minder vaak hoeven te worden
gecontroleerd, anderen juist vaker (toezicht op maat). Voorts is kennis van de
doelgroep vereist. Dit maakt preventief toezicht beter mogelijk.
4
3. Beleidsuitvoering.
3.1 Toezicht en handhaafbaarheid van regelgeving.
In een uitvoeringsplan wordt aangegeven hoe er toezicht zal worden gehouden, welk
handhavingtraject zal worden ingezet bij overtredingen van het beleid en welke
capaciteit (personeel en financieel) hiervoor benodigd is.
3.2 Tegen alle overtredingen wordt in principe opgetreden
De diensten zullen nagaan of er op één of meer beleidsterreinen sprake is van
categorieën overtredingen waar bewust met of nauwelijks wordt gehandhaafd. Dit
fenomeen heeft verschillende benamingen, zoals passief handhaven, prioriteiten
stelling, speerpuntenbeleid of grijs gebied. "Passief handhaven" houdt in dat er geen
actief beleid wordt gevoerd met betrekking tot toezicht en de daarop mogelijk
aansluitende handhaving alsmede dat slechts reactief wordt opgetreden bijvoorbeeld
naar aanleiding van klachten van derden.
Het in beeld brengen van dit "grijze gebied" is een essentiële voorwaarde voor een
duidelijk en eenduidig handhaving- en toezichtbeleid.
Met behulp van deze informatie van de diensten kunnen het College of de
Burgemeester vervolgens keuzes maken en prioriteiten stellen op het gebied van
toezicht en handhaving.
3.3 Aandachtspunten bij "gedogen".
Om in het gedoogbeleid eenduidig te kunnen optreden zal het college van
burgemeester en wethouders de categorieën vaststellen waar buiten in beginsel
gedogen met meer plaats zal vinden.
Als er toch op grond van een afweging van belangen wordt gedoogd dan dient dit in
ieder geval schriftelijk met voorwaarden omkleed te gebeuren en een dergelijk besluit
moet worden genomen door het College van Burgemeester en Wethouders of de
Burgemeester.
3.4 Als het handhavingtraject wordt ingezet wordt het ook afgemaakt.
Het beginnen van een dergelijk proces geschiedt na een zorgvuldige afweging. Indien
gestart wordt, moet het proces ook worden afgemaakt, daar van handhaving anders
geen preventieve werking meer uit zal gaan.
3.5 Het handhaving- en toezichttraject wordt vastgelegd in draaiboeken en
standaardbrieven
Voor het handhaven door middel van bestuursdwang en dwangsom worden
concembrede draaiboeken ontwikkeld; dit geldt ook voor het toezicht. Bij de
draaiboeken worden standaard voorbeeldbrieven opgesteld. Deze brieven zullen ook
computermatig verwerkt moeten kunnen worden. Aansluitend aan de voorbeelden
zullen voor de diensten op basis hiervan eigen standaardbrieven opgesteld worden. De
brieven die bij de draaiboeken zijn opgenomen moeten daarbij als basis worden ge
bruikt. Tekstuele aanpassingen zijn uiteraard mogelijk, van belang is dat de essentiële
elementen worden overgenomen. Door het standaardiseren van procedures en brieven
wordt de kans op fouten verminderd en worden de risico's beperkt. De draaiboeken en
standaardbrieven worden binnen een ingestelde projectgroep ontwikkeld.
3.6 Diensten ontwikkelen voor toezicht en handhaving
besluitvormingsprocessen
Bij handhaving is een belangenafweging noodzakelijk; is het belang van de overheid
zo groot dat het middel van handhaving moet worden ingezet!
Om de belangenafweging als onderdeel van de besluitvorming goed tot zijn recht te
laten komen is het van belang dat er meerdere mensen vanuit verschillende
invalshoeken en deskundigheden naar de zaak hebben gekeken.