3.8 Opbouw kennisdatabank op gebied van toezicht en handhaving 3.9 Scheiding tussen vergunningverlening/toezicht en handhaving 3.10 Samenwerkingsafspraken 3.12 Professionaliseer toezicht en sanctionering 3.13 Rapportage Het is daarom noodzakelijk dat iedere dienst met een handhavingtaak een met voldoende waarborgen omkleed besluitvormingsproces voor de handhaving ontwikkelt. Het gaat hier om maatwerk per dienst per beleidsterrein. Het is ook mogelijk om voor bepaalde beleidsterreinen of voor een bepaald gebied ten behoeve van een zorgvuldig besluitvormingsproces een dienstoverstijgende vorm te kiezen. 3.7 Per dienst wordt een sanctiebeleid ontwikkeld De diensten zullen per beleidsveld de meest voorkomende overtredingen inventariseren en daarbij aangeven wat de meest geëigende bestuurlijke sanctie is om de overtreding te beëindigen. In sommige gevallen kan de strafrechtelijke aanpak de voorkeur genieten boven een bestuursrechtelijke aanpak. Hierover zullen afspraken met de Officier van Justitie moeten worden gemaakt. Voor een goed toezicht en een goede handhaving is het een eerste vereiste om de benodigde kennis op peil te kunnen houden. De aanwezigheid van wetgeving, jurisprudentie en literatuur in de (fysieke of elektronische) nabijheid van de gebruiker is een must. Door het aanbieden van opleidingen, na- en bijscholing moeten dienstonderdelen belast met één of beide taken zorgen bij de tijd te blijven. Automatisering van gegevensinvoer en -opslag maken een goede analyse van voor de handhaving en toezicht relevante kenmerken van zaken mogelijk. Het gaat daarbij zowel om gegevens van (potentiële) overtreders als om acties in het kader van toe zicht en sancties. De mogelijkheid van het opzetten van een kennisdatabank zal worden onderzocht. Werkprocedures die een goede afstemming tussen de beide functies garanderen worden opgesteld. De wijze van elkaar informeren, het voeren van overleg en de procedure volgens welke de acties op elkaar worden afgestemd, lenen zich goed voor samenwerking. Bij dit alles ligt het voor de hand en is het om redenen van doelmatigheid ook gewenst aan te sluiten bij reeds bestaande, goede overleg- en informatiestructuren. Het karak ter van de afspraken vergt dat er één of meer ambtelijke en/of bestuurlijke coördinatoren worden aangewezen die de "samenwerkingskar" trekken. Er kunnen ook handhaving- en toezichtafspraken op regionaal of provinciaal niveau worden gesloten. Tot regionale samenwerking tussen gemeenten onderling en met andere partners is door het vorige kabinet uitdrukkelijk opgeroepen ten aanzien van de handhaving van het milieurecht, zelfs met een aangekondigde wettelijke verplichting als stok achter de deur. De mogelijkheden van daadwerkelijke samenwerkingsafspraken zullen worden onderzocht. Tevens zal worden nagegaan of gekomen kan worden tot een "handhavinggroep" binnen de gemeentelijke organisatie, een dergelijke groep heeft tot taak de onderlinge afstemming tussen "taakvelden" goed te regelen en te komen tot een intensieve samenwerking op het gebied van toezicht en handhaving. 3.11 Uitwisseling informatie In het algemeen is het uitwisselen van informatie een voorwaarde voor zinvolle samenwerking. Nodig is in elk geval dat duidelijk wordt waartoe de partners op het terrein van informatie uitwisseling wettelijk dan wel krachtens afspraak gehouden zijn. 6 Toezicht vereist ook een alerte houding. Het verdient aanbeveling personen waarvan een aanvraag om iets te doen dat zonder toestemming, vergunning etc. verboden is, is afgewezen, enige extra aandacht te geven. Bij toezicht moet het niet (alleen) gaan om het gedrag van de toezichthoudende instantie sec, maar ook, misschien wel vooral om de perceptie van dit gedrag. Wanneer de serieuze indruk wordt gewekt dat permanent wordt gecontroleerd, kan dit effectiever zijn dan het daadwerkelijk intensiever dan voorheen controleren. Ook in het toezicht kan meer worden geautomatiseerd om daardoor een beter inzicht te krijgen in de resultaten en in hetgeen aan toezichtactiviteiten waar en wanneer nodig is. Waar mogelijk zou toezicht op verschillende beleidsterreinen moeten worden gecombineerd teneinde het doelmatiger te maken. Ook dient vaker te worden samengewerkt tussen verschillende disciplines. Hierbij kan verwezen worden naar hetgeen in 2.10 is vermeld. Over het toezicht en handhavingsbeleid wordt gerapporteerd in de Turap en het jaar verslag. 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 99