Op basis hiervan kunnen als uitgangspunten genoemd worden: - de economische noodzaak en effect van de infrastructurele maatregelen - het versterken van de bereikbaarheid - de verkeersveiligheid - de verbetering van de doorstroming van het openbaar vervoer en het fiets- verkeer - de milieueffecten. Hieraan kan worden toegevoegd de financiële haalbaarheid, waaronder het (subsidie-)genererend effect van de te realiseren infrastructurele projecten. Vanwege de decentralisatie van subsidiegelden voor infra structuur wordt dit laatste aspect voor de komende jaren minder zwaar wegend Een andere prioriteit van de gemeente Leeuwarden betreft de woningbouw. Het gaat hierbij niet alleen om kwantitatieve aspecten maar ook om de kwaliteit van de woonomgeving. Dit laatste heeft zowel betrekking op de bestaande stedelijke gebieden als op de nieuwe woonwijken zoals Zuiderburen, Goutumer Nieuwland, Bullepolder en Goutum-Zuid. Gestreefd wordt naar een wervend woonmilieu waarbij de kwaliteit van de woonomgeving ook door (her)- inrichting van de openbare ruimte verbeterd moet worden. Bij veel van de mogelijke maatregelen is sprake van een combinatie van factoren die een rol spelen bij het bepalen van het belang van deze maat regelen. Daarbij dient ook het indicatieve karakter van het programma na 2000 niet uit het oog verloren te worden. Voor de komende jaren kan ten aanzien van de infrastructurele werken een aantal accenten gelegd worden. Ten eerste de herinrichting van de binnenstad, waarbij ook een bijdrage vanuit de algemene middelen benodigd is; ten tweede de infrastructuur voor de nieuwe woonwijk Zuiderburen en in samenhang daarmee de staande-mast-route; en ten derde het oplossen van knelpunten in diverse openbaar vervoersassen Verder zullen middelen gereserveerd moeten worden voor de gemeentelijke bijdrage voor maatregelen in het kader van het Startprogramma Duurzaam Veilig Bovendien zal de komende jaren financiële ruimte aanwezig moeten zijn voor langzaam verkeersvoorzieningen en onvoorziene werkzaamheden in de vorm van stelposten voor openbaar vervoer, verkeersveiligheid en overige infra structuur 3.3.1. Binnenstad Nieuwe Stad In 1998 is een start gemaakt met de uitvoering van de maatregelen gebaseerd op het Masterplan voor de binnenstad. De dekking van de projecten die in het kader van Binnenstad Nieuwe Stad worden uitgevoerd vindt plaats uit diverse bronnen. Naast uit GSB-subsidie, de NUON-gelden en een bijdrage uit het Strategisch Investerings- en Ontwikkelingsfonds wordt voor de herinrichtingsplannen vanuit de infrastructurele middelen geld beschikbaar gesteld. Voor de periode 2001-2003 wordt uitgegaan van een bijdrage vanuit de stelpost infrastructuur en vanuit de middelen die beschikbaar komen in verband met de verhoogde uitkering uit het gemeentefonds, van gemiddeld ruim f 0,9 miljoen per jaar. Programma Infrastructuur 2000 20 3.3.2. Zuiderburen In de exploitatieopzet van het bestemmingsplan voor het uitbreidingsgebied Zuiderburen wordt rekening gehouden met investeringen ten behoeve van bovenwijkse voorzieningen voor deze nieuwe woonwijk. In dit verband wordt ook gerekend op een bijdrage in de aanpassing van de hoofdinfrastructuur van Leeuwarden (gedeelte Hemriksein-Drachtsterplein) waardoor de ontsluiting van het gebied Zuiderburen wordt verbeterd. Aan de opbrengstenkant van de exploitatieopzet wordt uitgegaan van een bijdrage uit de stelpost infrastructuur ten bedrage van f 3,25 miljoen. In het Programma Infrastructuur 1999 is hiervan al f 0,5 miljoen opgenomen. In de exploitatieopzet en in het meerjarenprogramma infrastructuur wordt er van uitgegaan dat in de jaren 2001 en 2002 de resterende bijdrage uit de stelpost voor dit nieuwe woongebied beschikbaar komt. Voor Zuiderburen geldt als één de uitgangspunten een wervend woonmilieu waarbinnen water een belangrijk element vormt. Langs deze nieuwe woonwijk komt de staande-mast-route Grou-Leeuwarden te lopen. Onderdeel van deze route is de aanleg van een aquaduct in de weg Leeuwarden-Drachten (RW 31) Van de gemeente Leeuwarden wordt een bijdrage in de kosten van de aanleg van dit aquaduct verwacht. De bijdrage van f 1,75 miljoen (prijspeil maart 1994) wordt gedekt uit de stelpost infrastructuur. Oorspronkelijk is overeengekomen dat de gemeentelijke bijdrage voor het aquaduct in de jaren 2000 en 2001 beschikbaar komt. Omdat vertragingen in de uitvoering van de verdubbeling van RW 31 zijn opgetreden, wordt er momenteel van uitgegaan dat deze bijdragen minimaal één jaar doorschuiven. Bij de vaststelling door de raad in november 1998 van de tussen de betrokken partijen afgesloten overeenkomsten is voor dit bedrag een krediet beschikbaar gesteld. Omdat sprake is van een indexatie van de overeengekomen bijdrage wordt in het meerjarenprogramma infrastructuur rekening gehouden met de hiermee gepaard gaande meerkosten in de jaren dat de bijdrage in het programma is opgenomen In de financieringsovereenkomst voor de staande-mast-route is vastgelegd welke bijdragen van de betrokkenen partijen worden verlangd en welke bedragen de betrokken gemeenten terug ontvangen uit het met deze bijdragen gevulde fonds. Vanuit dit "Fonds staande-mast-route" ontvangt de gemeente Leeuwarden een bedrag van f 2,9 miljoen voor de aanleg van de diagonale vaarverbinding via het plangebied Zuiderburen. 3.3.3. Openbaar vervoersassen Een groot knelpunt voor het openbaar vervoer bevindt zich in de zuid- oostas. Het gaat daarbij om het wegvak Hemriksein-Drachtsterplein. In 2000 wordt gestart met de aanleg van een busbaan stad-in tussen Hemriksein en de verkeersregelinstallatie bij het kruispunt Drachtsterweg/Himpenserdyk en wordt het Drachtsterplein aangepast om de doorstroming te verbeteren. Deze maatregelen betreffen slechts een eerste fase. Op termijn dient ook het gedeelte tussen het kruispunt bij de aansluiting van Goutum en Zuiderburen en het Drachtsterplein aangepakt te worden. Om de situatie voor het openbaar vervoer (en de fietser) hier te verbeteren is een verbreding van de brug over het Van Harinxmakanaal noodzakelijk. Op 29 augustus 1991 is door de gemeente Leeuwarden een overeenkomst aangegaan over verbeteringen voor het openbaar vervoer in de corridor Leeuwarden-Drachten. Onderdeel van deze afspraak is een bijdrage van de gemeente in de kosten van de verdubbeling van RW 31. Overeengekomen was een bedrag van f 1.386.000,te betalen in 1995. Aangezien de uitvoering van dit project sterk is vertraagd is deze bijdrage nog steeds niet voldaan. Er Programma Infrastructuur 2000 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 107