wordt nu van uitgegaan dat de betaling niet eerder dan in 2004 en 2005 plaats heeft. Dit betekent dat in het meerjarenprogramma infrastructuur 2000 t/m 2003 geen rekening gehouden hoeft te worden met de gevolgen van indexatie van het bedrag uit 1995. 3.3.4. Duurzaam Veilig In 1997 is het Startprogramma Duurzaam Veilig verschenen. De gemeente Leeuwarden neemt deel aan dit programma. Het gaat bij Duurzaam Veilig om de omvorming van gemeentelijke wegen tot 30 km-gebied (binnen de bebouwde kom) en tot 60 km-gebied. Verder behelst het programma maatregelen als 'bromfiets op de rijbaan' en 'voorrang fietser van rechts' De invoeringsdatum van deze verkeersmaatregelen wordt landelijk vastgesteld. Naar verwachting zijn deze data respectievelijk 1 januari 2000 en 1 januari 2001. In 1998 is geïnventariseerd welke maatregelen in Leeuwarden benodigd zijn. In eerste instantie gaat het om aanvullende maatregelen die samenhangen met de invoering van 30 km binnen de woongebieden in het stedelijk gebied. Met de uitvoering van het pakket aan maatregelen is ca. f 2,5 miljoen gemoeid. Hiervoor is in 1999 een subsidiebedrag van f 625.000,-- beschikbaar gekomen. Omdat naast de middelen vanuit stelpost infrastructuur vooreerst geen middelen nieuw beleid beschikbaar komen, dient het volledige gemeentelijke aandeel in de kosten ten laste gebracht te worden van de stelpost infrastructuur. Als gevolg hiervan wordt de uitvoering van de maatregelen uit het project Duurzaam Veilig met twee jaar verlengd. 3.3.5. Langzaam verkeersvoorzieningen Een van de actiepunten van het Bestuursprogramma 1998-2002 is het actualiseren van de Nota Fietsbeleid. Deze actualisatie vindt plaats in het kader van de opstelling van het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP)Met de opstelling van dit GVVP is in 1999 begonnen. Investeringen voor het langzaam verkeer blijven de komende jaren nodig voor maatregelen die snelle verbindingen en de doorstroming van het fietsverkeer bevorderen en die gericht zijn op het tot stand komen van een sluitend en veilig systeem van fietspaden. Vooruitlopend op het geactualiseerd fietsbeleid, is in het meerjaren programma infrastructuur voor de jaren na 2000 al een aantal op te lossen knelpunten in de fietsinfrastructuur opgenomen, zij het in een aantal gevallen vooreerst als p.m.-post. Uit het Stadsgewestelijk Fietsplan resteren nog het fietspad Zwette- Newtonweg en een fietspad langs het Ouddeel. Het fietspad Zwette-Newtonweg is een landschappelijk-recreatieve hoofdroute. Aanleg van dit fietspad zorgt voor een kortsluitende fietsverbinding tussen het langs de Zwette lopende recreatieve fietspad en het fietspad langs de Newtonweg. Uitvoering dient gekoppeld te worden aan aanpassingen van de Hendrik Algraweg en de verdere ontwikkelingen in dit gebied. Het fietspad langs het Ouddeel (ten noorden van de Groningerstraatweg) is onderdeel van een recreatief ommetje en heeft daarmee qua aanleg een lagere urgentie. Bovendien loopt de geplande route door een landschappelijk waardevol gebied. Het kruispunt Schrans/Huizumerlaan maakt sinds de aanleg van de Oostergoweg geen onderdeel meer uit van het Leeuwarder hoofdwegennet. Om deze reden zou voor dit punt eigenlijk gekozen moeten worden voor een andere oplossing dan de huidige kruising met een verouderde verkeersregelinstallatie. De verkeersafwikkeling (voor o.a. het langzame verkeer) dient wel op een Programma Infrastructuur 2000 22 verkeersveilige manier plaats te vinden. Bekeken moet worden wat, uitgaande van de beschikbare ruimte en de verkeersfunctie, de beste oplossing voor de aanpak van dit kruispunt is. Uit onderzoek is al gebleken dat de beschikbare ruimte ter plaatse te gering is voor de aanleg van een minirotonde Vooreerst wordt de aanpassing van dit kruispunt niet eerder dan voor 2003 in het meerjarenprogramma opgenomen. De verkeerssituatie voor onder meer de fietser bij de kruising Cammingha- burg/Oenemastate is voor verbetering vatbaar. Als verkeersoplossing komt de aanleg van een minirotonde als beste mogelijkheid in aanmerking. Gezien de omvang van de hiermee gemoeid zijnde investering kan deze maatregel niet meegenomen worden met het oplossen van knelpunten in de woonomgeving van Camminghaburen Vanuit het jaarlijkse overleg met de Vereniging Dorpsbelang Wirdum/Swichum is naar voren gekomen dat fietsveiligheid voor de schoolgaande jeugd op route Leeuwarden-Grou te wensen over laatDe verbetering van de Tjaerderdyk is in het meerjarenprogramma vooreerst als p.m.-post opgenomen. 3.3.6. Hoofdinfrastructuur Bij de aanpassing van de hoofdwegenstructuur gaat het om maatregelen die op de (middellange termijn spelen. Voorbeelden hiervan zijn de Haak/de Ruit om Leeuwarden, ontsluiting industrieterrein-oost, verbreding Drachtsterbrug en de algehele reconstructie van het Drachtsterplein Gezien de omvang van deze investeringen wordt de gemeentelijke bijdrage hierin niet gedekt uit de stelpost infrastructuur. Hiervoor zijn of komen middelen beschikbaar uit het Strategisch Investerings- en Ontwikkelings fonds, andere reserves dan wel middelen die in het kader van de jaarlijkse perspectiefnota beschikbaar komen. Verder zijn hiermee uiteraard externe geldstromen gemoeid, zoals europese middelen, rijksmiddelen (Langman, REONN- en ICES), convenantmiddelen en eventueel een bovenstedelijk investeringsfonds zoals dit is voorgesteld in een provinciaal statenvoorstel omtrent het Ontwikkelingskader Leeuwarden. 3.3.7. Overige infrastructuur Voor de uitbreidingslocaties Goutumer Nieuwland en Bullepolder worden voor de komende jaren middelen gereserveerd ten behoeve van de aanleg dan wel verbetering van de ontsluitingsstructuur. Vanuit de Reserve Bovenwijkse Voorzieningen wordt een bijdrage in de uitvoeringskosten gedaan Onderdeel van de Ontwikkelingsvisie FEC-City zijn voorstellen voor de verbetering van de infrastructuur van dit gebied. Het betreft hier zowel de hoofdstructuur als de interne ontsluiting. Voor 2000 zijn in het programma middelen gereserveerd ten behoeve van de reconstructie van de Tesselschade- straat, waarvan de uitvoering voor 2001 is voorzien. In het meerjaren programma infrastructuur wordt verder uitgegaan van een bijdrage vanuit de algemene middelen in de jaren 2001 en 2002. Onderdeel van het in 1988 verschenen plan "Kleine recreatievaart provincie Friesland" is het weer bevaarbaar maken voor de kleine recreatievaart van de waterweg Goutum via Wirdum naar Grou. In 1996 is door Oranjewoud een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden tot herstel van deze vaarweg voor boten met een benodigde doorvaarthoogte van maximaal 120 cm. Het onderzoeksrapport kwam tot de conclusie dat in de oude vaarroute twee te lage bruggen en twee dammen liggen die de doorvaart blokkeren. Programma Infrastructuur 2000 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 108