Blad 8
5 x 15 strippenkaart (red.
Mobielarrangement 4
Mixarrangement 4
Mixarrangement 15
Mixarrangement 23
Mixarrangement 26
nationale fietsbonnen
ad f 100,-
bibliotheek (volw.
theater- en concertbon
ad f 25,-
bioscoopbon ad f 25,-
1 x 10 baden zwemkaart 13+
1 x 45 strippenkaart
1 x 15 strippenkaart (red.)
1 x 10 ritten schaatskaart
(volw.
1 x 45 strippenkaart
theater- en concertbon
ad f 40,-
bioscoopbon ad f 30,-
1 x 45 strippenkaart
5. UITWERKING: AANPASSING VAN DE VERORDENING
In paragraaf 3.6 is aangegeven dat ten behoeve van de
invoering van het vouchersysteem de verordening dient te
worden aangepast. Tevens maken wij van de gelegenheid
gebruik om de verordening ook op een aantal andere
onderdelen te verduidelijken, dan wel aan te scherpen.
Aan een en ander is vormgegeven in bijgaand concept
verordening
6. DE UITVOERING
De Declaratieregeling wordt uitgevoerd door de sector
Sociale Zaken. Daarbij is het uitgangspunt dat de uit
voeringskosten zo laag mogelijk worden gehouden.
Bij de invoering van de Declaratieregeling in 1999 is hier
invulling aangegeven door de doelgroep vooraf te identi
ficeren. Het koppelen van bestanden is hierbij wel een
noodzakelijke voorwaarde. Door het "in kaart brengen" van
de doelgroep is het niet meer noodzakelijk om bij gebruik
making van de Declaratieregeling een inkomenstoets te
verrichten. Een en ander leidt niet alleen tot lagere
uitvoeringskosten, maar levert ook minder rompslomp op voor
de doelgroep, hetgeen ook weer drempelverlagend werkt. Ons
inziens is er daarom ook geen aanleiding om ten aanzien van
het vouchersysteem af te wijken van deze werkwijze.
me65»S2g
ggjBUjQpn i r4i4nU
Blad 9
Het "in kaart brengen" van de doelgroep maakt het overigens
ook mogelijk om een gerichte mailing te laten plaatsvinden
om zodoende de invoering van het vouchersysteem onder de
aandacht te brengen. Dit betekent echter niet dat andere
communicatiekanalen onbenut zullen blijven.
Resumerend wordt voorgesteld om ten behoeve van de uit
voering van het vouchersysteem in 2000 niet af te wijken
van de tot nu toe gehanteerde werkwijze inzake de
uitvoering van de Declaratieregeling.
7. FINANCIËLE ASPECTEN
Aan de invoering van het vouchersysteem zijn geen extra
kosten verbonden. Tijdens de besluitvorming in het kader
van de invoering van de Declaratieregeling op 14 december
1998 heeft de raad een structureel krediet van f 485.000,-
op jaarbasis en een incidenteel bedrag van f 80.000,-
beschikbaar gesteld om deze regeling in uitvoering te
nemen
Bij het ramen van deze kosten is reeds geanticipeerd op de
invoering van een vouchersysteem. In het totale beschikbaar
gestelde structurele budget is een bedrag van f 25.000,-
opgenomen ten behoeve van het vouchersysteem.
8. TOT SLOT
Het raadsvoorstel is op 10 januari jl. besproken met het
cliëntenplatform van Sociale Zaken. In overleg met het
cliëntenplatform is tevens een keuze gemaakt inzake de aan
te bieden arrangementen. Het verslag van het overleg is ter
inzage gelegd.
Dit voorstel is tevens in de vergadering van de raads-
adviescommissie Welzijn van 27 januari 2000 aan de orde
gesteld. De commissie adviseert u akkoord te gaan met het
raadsvoorstel en -besluit.
Derhalve stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig
bijgaand ontwerp-besluit
Leeuwarden, 3 februari 2000.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester,
mr. F.M.J. Steijvers, secretaris.