Irani
I
i
I
I
I
Fries Draaiboek Handhaving Milieuwetgeving.
5. In het licht van het wetsvoorstel Verbetering handhavingsbevoegdheden maken de in
het betreffende voorstel genoemde betrokken bestuursorganen (minister
VROM/provincie/Wetterskip/gemeenten) gezamenlijk afspraken over de handhaving
van niet inrichtinggebonden regels ten aanzien van de zorgplicht, (gevaarlijke)
afvalstoffen, milieugevaarlijke stoffen, saneringsregeling Wet bodembescherming en
bodembescherming algemeen. De gemaakte afspraken worden vastgesteld in het
FMO en de RHO's en vervolgens opgenomen in het Fries Draaiboek Handhaving.
Betrokken bestuursorganen onderzoeken de haalbaarheid van een gezamenlijk
handhavingsfonds ter ondersteuning van de zorgplicht (art. 10.3 Wm) en de
handhaving gericht op afvalstoffen (art. 10.2 Wm) en doen eventuele voorstellen voor
een verdeelsleutel voor ieders bijdrage in dit fonds, het beheer en het gebruik
daarvan.
1Informatie-uitwisseling tussen partijen wordt nodig geacht vanuit operationeel en
beleidsmatig oogpunt. Partijen definiëren in gezamenlijkheid de uit te wisselen
informatie.
2. Informatie-uitwisseling vindt plaats op geautomatiseerde wijze op provinciale schaal.
Onder verantwoordelijkheid van het FMO wordt ten behoeve van de
informatieregistratie en -uitwisseling een privacyreglement opgesteld en wordt naar
de meest wenselijke opzet van de informatie uitwisseling nader onderzoek verricht.
3. De beleidsmatige informatie wordt halfjaarlijks in het (A)FMO en de regionale
handhavingsoverleggen ingebracht en besproken.
4. Ter versterking van de oog- en oorfunctie stellen partijen ieder een overzicht op van
die situaties of overtredingen waarover men geïnformeerd wil worden en de daarbij
gewenste gegevens.
5. Onder verantwoordelijkheid van het FMO wordt de milieuklachtenregistratie in
Fryslan op dusdanige wijze georganiseerd dat het voor de burger duidelijk is waar hij
met bepaalde klachten terecht kan en op eenvoudige wijze overzichten kunnen
worden gegenereerd. Naar de meest wenselijke opzet wordt nader onderzoek
verricht.
1Vanuit het FMO wordt aan de Inspectie Milieuhygiëne Noord jaarlijks aangegeven ten
aanzien van welke onderwerpen/afvalketens inzicht ten behoeve van het toezicht
gewenst is. De Inspectie Milieuhygiëne zal deze onderwerpen bij de landelijke
prioriteitsstelling voor ketenonderzoek inbrengen. Indien een landelijk onderzoek niet
mogelijk blijkt, zal worden bekeken of het wenselijk en mogelijk is het onderzoek in
de Friese uitvoeringsprogrammering op te nemen.
2. De Inspectie Milieuhygiëne voert jaarlijks, zo mogelijk in samenwerking met
betrokken partijen, een aantal landelijke ketenonderzoeken uit.
13
3. Resultaten van (landelijke) ketenonderzoeken zullen in de provincie Fryslan mede de
basis vormen voor de jaarlijkse prioriteitstelling en gezamenlijke programmering om
zo invulling te kunnen geven aan het gewenst ketentoezicht.
4. Handhaving van de EVOA vindt plaats conform de Handhavings Uitvoerings
Methode van de Inspectie Milieuhygiëne.
5. Handhaving van de Provinciale milieuverordening - onderdeel Bedrijfsafvalstoffen -
vindt plaats conform de Toezichts- en Handhavingsstrategie Provinciale
milieuverordening en de daarbij behorende uitvoeringsnotities.
6. De provincie sluit met politie, douane en Rijksverkeersinspectie een convenant ten
behoeve van de handhaving van de Provinciale milieuverordening.
Organisatorische bepalingen
1Er vindt provinciebreed handhavingsoverleg plaats op zowel bestuurlijk als ambtelijk
niveau: het Fries Milieu Overleg (FMO). Vanuit haar regierol treedt de provincie op
als voorzitter van beide overleggen en voert tevens het secretariaat. Aan het overleg
wordt daarnaast deelgenomen door: een vertegenwoordiging van de Friese
gemeenten, de regiopolitie Friesland, het Openbaar ministerie (parket Leeuwarden),
de Inspectie Milieuhygiëne Noord, het Wetterskip Fryslan, de Rijkswaterstaat directie
Noord-Nederland, het Korps Landelijke Politiediensten, de Rijksverkeersinspectie, de
douane, de Algemene Inspectiedienst Oost en het Staatstoezicht op de Mijnen.
Het FMO is een besluitvormend overleg, waarin de deelnemers zich binden onder
voorbehoud van instemming van hun bestuursorganen.
In dit handhavingsoverleg worden besluiten genomen over die zaken en over die
onderwerpen, waarbij provinciebrede afstemming door de partijen noodzakelijk wordt
geacht.
2. Er vindt regionaal handhavingsoverleg plaats op zowel bestuurlijk als ambtelijk
niveau. Aan het overleg wordt deelgenomen door: de regiogemeenten, de
betreffende regio, de provincie Fryslan, de regiopolitie Friesland, het Openbaar
Ministerie (parket Leeuwarden), de Inspectie Milieuhygiëne Noord en het Wetterskip
Fryslan.
Vanuit haar coördinerende rol op dit schaalniveau verzorgt een vertegenwoordiger
van de regio het voorzitterschap. Het secretariaat wordt door het regionaal
aanspreekpunt bij het Seph verzorgd.
Het bestuurlijk regionaal handhavingsoverleg is een besluitvormend overleg, waarin
de deelnemers zich binden onder voorbehoud van instemming van hun
bestuursorganen. In het bestuurlijk regionaal handhavingsoverleg worden besluiten
genomen over die zaken en over die onderwerpen, waarbij regionale afstemming
door de partijen noodzakelijk wordt geacht.
3. In alle gemeenten vindt Lokaal Handhavings Overleg plaats tussen gemeente en
politie. Het betreft een zaakgericht overleg, waarbij de handhaving in concrete
gevallen wordt afgestemd.
14
Bestuursovereenkomst Handhavingssamenwerking milieuwetgeving in Fryslan, 1 december 1999
I
I
I
m
Artikel 9 Informatie-uitwisseling
Artikel 10
Ketenonderzoek en -toezicht
Bestuursovereenkomst Handhavingssamenwerking milieuwetgeving in Fryslan, 1 december 1999
Artikel 11 Overlegstructuur