Blad 2 leggen van kabels voor openbare telecomdiensten en omroepnetwerken goed vinden. Onder de oude wetgeving was dat ook al zo (voor KPN)Het verschil is dat de gemeente nu met veel meer aanbieders te maken kan krijgen. De nieuwe wet geeft de gemeente daarom een ruimere taak om sturend op te kunnen treden in het geheel van graven, verleggen en opruimen van kabels in de openbare grond: de gemeentelijke coördinatietaak. Coördinatietaak De gemeente heeft het gegraaf in gemeentegrond voor partijen met graafrecht te gedogen, maar dient er volgens de nieuwe wet op toe te zien dat alles onder de grond ordelijk verloopt, een verplichting vervat in een coördinatietaak bij het leggen, instandhouden en opruimen van ondergrondse telecommunicatievoorzieningen. Binnen het kader van de Telecommunicatiewet wordt de gemeente ook aangewezen als coördinator voor alle openbare gronden binnen de gemeentegrenzen, dus ook gronden in beheer bij Rijk, provincie, waterschappen en eventuele andere partijen. Instrument bij de coördinerende rol van de gemeente is een specifieke verordening, een uitwerking van de bepalingen uit de Telecommunicatiewet en een op de gemeentelijke situatie en de gemeentelijke beheerder toegesneden regeling: de TelecommunicatieverordeningDe daartoe ontworpen verordening is bijgevoegd. Telecommunicatieverordening De gemeente moet instemmen met het leggen van kabels in de openbare grond en de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden. Het blijft echter van groot belang dat de gemeente op de hoogte is waar en wanneer er wordt gegraven binnen het grondgebied. Bij het aanvragen en afgeven van het instem- mingsbesluit moeten regels in acht worden genomen, die bij verordening zijn vastgelegd. In hoofdlijnen geeft de verordening de volgende regels: het tijdstip van melding van de voorgenomen werkzaam heden; de gegevens over aanbieder, soort kabel, het gewenste tracé en het beoogde gebruik; regels betreffende wijziging in gebruik en wijziging in de status (openbare karakter van de kabel); voorschriften en beperkingen bij instemming. Het laatste punt betekent dat de gemeente niet alles als een gegeven hoeft te accepteren; de nieuwe wet schrijft wel degelijk een belangenafweging voor bij het uitoefenen van de coördinerende taak. Aan een instemming kunnen voorschriften en voorwaarden worden verbonden, bijvoorbeeld over het te volgen tracé, over kabelgoten en het mede gebruik daarvan. Blad 3 De aanwezigheid van ondergrondse telecommunicatie voorzieningen betekent niet dat de gemeente het gebruik van de openbare grond moet aanpassen aan de aanwezigheid van deze voorzieningen. De kabeleigenaar mag gebruik maken van de gemeentegrond, maar moet op eigen kosten overgaan tot verleggen van zijn kabels, wanneer dat nodig is voor het oprichten van een gebouw of het uitvoeren van een werk door of vanwege de gemeente. Hierbij geldt het principe liggen om niet" betekent omleggen om niet". De verordening heeft alleen betrekking op de ondergrondse infrastructuur voor telecomdiensten. Bovengrondse voorzieningen (zendmasten, kasten e.d.) vallen onder de Bouwverordening en de vigerende bestemmingsplannen. De nieuwe wetgeving en de nieuwe verordening zijn van toepassing op de in gebruik zijnde infrastructuur: de kabels, zowel telecommunicatie als kabel-tv, moeten feitelijk in gebruik zijn. Zodra een kabel niet meer gebruikt wordt en "verlaten" is, treedt er een verandering op in rechten en plichten. De gedoogplicht geldt niet voor deze verlaten kabels, de gemeente kan om verwijdering vragen, dan wel over de kabels precario heffen. Met de eigenaar kan dan onderhandeld worden over het moment van opruimen (opbreken van de straat), zodat de overlast voor de gebruikers van de openbare ruimte tot een minimum beperkt blijft. De opdrachtgever/uitvoerder is aansprakelijk voor schade en overlast tijdens de uitvoering van de werkzaamheden: degene die graaft is aansprakelijk. Voor een verdere uitleg op de nieuwe regelgeving wordt verwezen naar de desbetreffende en ter inzage gelegde ledenbrieven van de VNG. Rechten en vergoedingen a. de administratieve kosten Op basis van de Verordening op de heffing en invordering van rechten (v/h de Legesverordening) wordt een vergoeding gevraagd voor de administratieve kosten. De dienstverlening van de gemeente in het kader van de Telecommunicatie verordening is vergelijkbaar met het in behandeling nemen van aanvragen voor opbreekvergunningen op grond van artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden. De coördinatietaak van de gemeente bij verzoeken om werkzaamheden in de openbare grond omvat afstemming met alle partijen (beheerders, andere graaf- gerechtigden en aanbieders), afstemming met andere werkzaamheden op en boven de grond en het onderzoek naar de status van de kabel en registratie. Om de daaraan verbonden kosten bij belanghebbenden in rekening te kunnen brengen is een wijziging van de Verordening op de heffing en invordering noodzakelijk. Het ontwerp voor deze wijziging is bijgevoegd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 165