integratie in de "grijze" samenwerkingsstructuur wenselijk en mogelijk is.
5. Onderzocht zal worden in hoeverre een afzonderlijke handhavingsstructuur voor
"rode" wet- en regelgeving wenselijk en haalbaar is of dat hiervoor juist aangehaakt
zou moeten worden bij de bestaande samenwerkingsstructuur. Het voortouw wordt
hierbij genomen door de gemeenten.
6. Partijen die taken en handhavingsbevoegdheden hebben ten aanzien van wetgeving
op meerdere beleidsvelden (grijs/blauw/groen/rood) dragen zorg voor de interne
integratie van de handhaving binnen de eigen organisatie. Hierbij wordt een uniform
functionerend LHO ontwikkeld waarin versterking van de integratie van de
handhaving ten aanzien van de verschillende beleidsvelden een nadrukkelijk
aandachtspunt is.
1Onder verantwoordelijkheid van het FMO wordt een standaard ontwikkeld voor de
voortgangsrapportages van gezamenlijke activiteiten/projecten. Trekkers rapporteren
schriftelijk volgens deze standaard aan het regionaal bestuurlijk overleg (bij regionale
activiteiten) of aan het FMO (bij provinciebrede activiteiten)(zie ook artikel 7, vijfde
lid).
2. Onder verantwoordelijkheid van het FMO wordt een standaard ontwikkeld voor zowel
de Friese als de regionale jaarverslagen. In deze jaarverslagen worden zowel de
behaalde resultaten (individuele en gezamenlijke) als de uitvoering van de gemaakte
afspraken geëvalueerd. Het regionale jaarverslag wordt onder verantwoordelijkheid
van het RHO opgesteld, het Friese jaarverslag onder verantwoordelijkheid van het
FMO.
3. De jaarverslagen worden voorgelegd aan het FMO, de regionale overleggen, de
districtelijke driehoeksoverleggen en de besturen van de individuele partijen.
4. Partijen spreken elkaar bij de uitvoering van projecten rechtstreeks aan op het
nakomen van de afspraken. De voortrekkersrol ligt bij de projectleider. Indien dit bij
problemen niet leidt tot een oplossing wordt de situatie voorgelegd aan het gremium
waarin besloten is tot de uitvoering van het betreffende project.
5. Partijen spreken elkaar bij de uitvoering van overige afspraken rechtstreeks aan op
het nakomen van afspraken. Wanneer partijen er onderling niet uitkomen, wordt de
situatie voorgelegd aan het gremium waarin de betreffende afspraak is gemaakt.
6. Partijen dragen zorg voor de borging van samenwerkingsafspraken in de eigen
planningen en procedures.
7. Teneinde de kwaliteit van de door het Seph geleverde ondersteuning te borgen wordt
een kwaliteitssysteem ingevoerd.
19
1De kosten voor de uitvoering van de regierol van de provincie, worden door de
provincie gedragen.
2. Partijen gezamenlijk financieren de overige met de samenwerking verbonden
structurele en variabele kosten. Onder de structurele kosten van samenwerking
worden de kosten verstaan die samenhangen met de financiering van het Seph. De
variabele kosten van de samenwerking bestaan uit de jaarlijkse bijdragen (personeel,
materieel en financieel) van partijen aan de uitvoering van de gezamenlijk
afgesproken samenwerkingsactiviteiten, zoals vastgelegd in de regionale/provinciale
uitvoeringsprogramma's.
3. Ten aanzien van de structurele kosten wordt een verdeelsleutel gehanteerd. De
bijdragen van de rijkspartijen wordt geacht te bestaan uit de subsidie die door de
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op basis van de
desbetreffende bijdrageregeling, mede namens de andere betrokken Ministers, wordt
verstrekt voor het tot stand brengen en in stand houden van het Seph in de provincie
Fryslan.
De verdeelsleutel is zowel op de overgangssituatie als de definitieve situatie ten
aanzien van het Seph, zoals gedefinieerd in artikel 12, van toepassing.
De volgende verdeelsleutel wordt gehanteerd:
bijdrage rijkspartijen 50%;
bijdrage gemeenten 30%;
bijdrage provincie 15%;
bijdrage Wetterskip 5%.
Slotbepalingen
De bestuursovereenkomst heeft een looptijd van 4 jaar en treedt in werking met ingang van
de dag na ondertekening.
1Partijen zullen de uitvoering en werking van deze overeenkomst in het jaar
voorafgaand aan het aflopen van de looptijd evalueren onder verantwoordelijkheid
van het FMO.
2. Op initiatief van het FMO worden de evaluatieresultaten door partijen besproken en
besluiten partijen of de resultaten aanleiding geven tot aanpassing van de
overeenkomst of dat de overeenkomst in ongewijzigde vorm kan worden voortgezet.
1Elke partij kan voorstellen doen tot het wijzigen of aanvullen van deze overeenkomst.
Een dergelijk voorstel wordt besproken in het FMO. Na instemming van het FMO
wordt het voorstel ter goedkeuring voorgelegd aan partijen.
20
Bestuursovereenkomst Handhavingssamenwerking milieuwetgeving in Fryslan, 1 december 1999
Artikel 17 Borging van de samenwerking
Bestuursovereenkomst Handhavingssamenwerking milieuwetgeving in Fryslan, 1 december 1999
Artikel 18 Financiering
Artikel 19 Looptijd
Artikel 20 Evaluatie en verlenging
Artikel 21 Aanpassing