De in dit lid opgenomen term "resultaatsverplichting" is niet rigide bedoeld. Als uitgangspunt geldt "afspraak afspraak", waarbij randvoorwaarde is dat sprake is van gezamenlijke afspraken. Men is echter niet aan het onmogelijke gehouden. Dit betekent dat als omstandigheden dusdanig wijzigen dat een afspraak niet na gekomen kan worden, men dit met andere betrokkenen dient te bespreken om tot nieuwe afspraken te komen. Wel is de verplichting om een afspraak na te komen meer dan een inspanningsverplichting. Lid 4 Van belang is dat partijen er van op aan kunnen dat gemaakte samenwerkingsaf- spraken worden uitgevoerd. Een van de belangrijkste elementen daarbij is het beschikbaar zijn van capaciteit, die is verankerd in de programma's van de indivi duele partijen. Het op voorhand structureel reserveren van capaciteit voor on voorziene zaken in de handhavingssamenwerking blijkt voor tal van partijen een onhaalbare kaart. Voor dergelijke zaken zal in overleg daar waar mogelijk geko men moeten worden tot herprioritering. Deze afspraak ligt in het verlengde van de huidige praktijk. Lid 5 Op het grondgebied van de provincie Fryslan zijn vele handhavers werkzaam vanuit diverse invalshoeken. Deze "ogen- en oren" moeten optimaal worden be nut om (mogelijke) overtredingen te signaleren en door te geven aan het bevoegd gezag. Lid 6 In het verlengde van deze "minimum-afspraak" zou er zelfs voor gekozen kunnen worden om ook afspraken te maken over ambtenaren die buiten de eigen dienst werkzaam zijn. Onderzoek naar de mogelijkheden hiertoe wordt voorgesteld. Lid 7 Omdat de wijze van handhaving de laatste tijd voortdurend aan veranderingen onderhevig is, is van het grootste belang dat handhavers zodanig worden opge leid dat zij in deze nieuwe ontwikkelingen mee kunnen gaan. Kernvraag is wat de basis voor beleid en uitvoering moet zijn. Daaraan gekop peld zijn de vragen hoe vervolgens dit beleid tot stand komt, wordt geprogram meerd, uitgevoerd, gemonitord en geëvalueerd. Er bestaat grote behoefte aan om de beschikbare handhavingscapaciteit daar in te zetten waar dat vanuit milieu-oogpunt het meest wenselijk is. Dit betekent dat een analyse van de Friese milieusituatie moet worden gemaakt om dit te kunnen beoordelen. Vanuit de analyse worden conclusies getrokken over waar (qua onderwerp of gebied) de inzet van de beschikbare handhavingscapaciteit het meest wenselijk is. Per onderdeel moet worden bekeken welke partijen betrokken zijn en of sa menwerking noodzakelijk is. Op grond van de analyse wordt handhavingsbeleid geformuleerd dat bestaat uit concrete en meetbare doelstellingen: waar willen we over vier jaar staan. Dit beleid komt bottom-up tot stand. Iedere partij bekijkt voor 4 zich wat de resultaten van de analyse van de Friese milieusituatie voor de eigen organisatie betekenen. In de regionale handhavingsoverleggen wordt dit vervol gens besproken en worden de ideeën over het beleid samengebracht. Hierna worden de resultaten van de regionale besprekingen samengebracht in het FMO en wordt bekeken welke provinciebrede conclusies kunnen worden getrokken. In het FMO wordt het provinciebreed handhavingsbeleid vastgesteld, waarna dit per regio wordt doorvertaald naar regionaal beleid. De termijn waar het beleid zich op richt is gekoppeld aan de looptijd van de bestuursovereenkomst (tot 2004). Het beleid vormt de grondslag voor de jaarlijkse programmering van de handha- vingsactiviteiten. Doordat het beleid voor een periode van vier jaar is vastgesteld (de eerste keer voor drie jaar) valt er op een eenvoudiger wijze dan voorheen het geval was vast te stellen welke activiteiten ondernomen moeten worden om de gestelde doelen te bereiken. Het jaarlijks programma bestaat uit een concrete definiëring van de activiteiten voor het eerste jaar, met een doorkijk voor de te ondernemen activiteiten in de volgende drie jaren. Ook hier geldt dat onderwerpen voor gezamenlijke pro grammering vanuit de individuele partijen worden aangedragen (zie figuur 1). In het strafrechtelijk complement wordt aangegeven op welke wijze de program mering op strafrechtelijk vlak plaatsvindt. Afstemming is geboden. Net als nu het geval is vragen veel van de gezamenlijke activiteiten een project matige benadering. Per project wordt naast een projectleider ook een bestuurlijke vertegenwoordiger, of een daarmee gelijk te stellen vertegenwoordiger, als ver antwoordelijke aangewezen om de bestuurlijke aansturing te borgen. De uitvoering van de gezamenlijke activiteiten wordt gemonitord en geëvalueerd. Hierbij staan twee punten centraal: verloopt de uitvoering conform planning (or ganisatorisch en procesmatig) en heeft de uitvoering het beoogde effect (draagt het in die mate bij tot het bereiken van de doelstellingen zoals gepland was). :iguur 1 Uitvoeringsprogrammering 5 Toelichting op de bestuursovereenkomst Handhavingssamenwerking milieuwetgeving in Fryslan Artikel 5 Analyse, beleid, monitoring en evaluatie Artikel 6 Uitvoeringsprogrammering Artikel 7 Uitvoering van projecten De artikelen 5 t/m 7 liggen in feite in eikaars verlengde. Toelichting op de bestuursovereenkomst Handhavingssamenwerking milieuwetgeving in Fryslan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 24