gezien het feit dat ook de wenselijke plaats voor fysieke onderbrenging van het Seph nog tijdens de overgangsfase door partijen moet worden vastgesteld. De inhoudelijke aansturing vindt evenwel plaats vanuit het FMO (voor provinciebrede taken), door de RHO's (voor regionale taken) en door het WHO (voor taken ten behoeve van het Waddenzeegebied). Per regio en voor het Waddengebied wordt bij Seph dan ook een contactpersoon aangewezen. Vanuit haar regierol dient de provincie de samenwerking te stimuleren en hierin een aanjagersfunctie te vervullen. De provincie dient ook zorg te dragen voor een goede bestuursovereenkomst en een goede uitvoering daarvan. De provincie zal in de toekomst jaarlijks over de handhaving in haar provincie aan de minister moeten rapporteren. Het is de wens van de provincie om de regierol, daar waar mogelijk, samen met partijen vorm te geven. Dit krijgt met name gestalte via het FMO en via het Seph (waar de provincie voor het functioneren verantwoordelijk is, maar de inhoudelijke aansturing via FMO, RHO en WHO plaats vindt, zie artikel 12, vijfde lid). Bestuursrechtelijke handhavingsteams worden ingesteld zodra de noodzaak zich daartoe voordoet (aan te geven door een van de partijen). In principe kan voor de invulling van een dergelijk team worden geput uit alle aanwezige (mili- eu)deskundigen bij de betrokken partijen. Er is bewust voor gekozen om niet een bepaald aantal personen aan te wijzen, maar de specifieke problematiek bepa lend te laten zijn voor de concrete invulling van een team. De gang van zaken rond strafrechtelijke handhavingsteams wordt in het strafrechtelijk complement besproken. Wat betreft de handhaving van regelgeving wordt onderscheid gemaakt tussen grijze, groene, blauwe en rode regelgeving. Vanuit de constatering dat de sa menwerking tot op heden voornamelijk is geconcentreerd op de grijze regelge ving wordt ook in de nabije toekomst de samenwerking hierop geconcentreerd en zal deze op korte termijn stapsgewijs worden uitgebreid door het: - op ad hoe basis (op initiatief van de meest betrokken partij) inbrengen van een onderwerp ten aanzien van bepaalde regelgeving in de bestaande samenwer kingsstructuur; 10 - intensiveren samenwerking ten aanzien van een aantal grijze wetten (Wet Bo dembescherming, Provinciale milieuverordening, EVOA, APV- milieubepalingen en Bouwverordening); - herbevestiging afspraken handhaving CFK-besluit. Daarnaast wordt voor de handhaving op de overige terreinen daar waar relevant eerst de interne integratie wordt opgepakt (intern door partijen die op meerdere beleidsvelden handhaven, bijvoorbeeld provincie en gemeenten). Vervolgens wordt de samenwerking betreffende het specifieke beleidsveld zelf opgezet en wordt tot slot vandaar uit de verbinding met de samenwerkingsstructuur voor de grijze wetgeving gezocht. Dit artikel dient ervoor te zorgen dat de afspraken uit de bestuursovereenkomst na ondertekening ook daadwerkelijk worden uitgevoerd, maar ook om ervoor te zorgen dat de afspraken up-to-date blijven. Een open samenwerkingscultuur vormt de kern van de samenwerking. Partijen moeten elkaar kunnen aanspreken op het niet nakomen van afspraken. Indien afspraken niet nagekomen kunnen worden rust op de betreffende partij de ver plichting het niet kunnen nakomen te motiveren. In voortgangsrapportages en standaard jaarverslagen wordt de samenwerking geëvalueerd. Ook van belang is dat de individuele partijen ervoor zorgen dat de gemaakte af spraken doorwerken in de eigen organisatie. Bijvoorbeeld standaardverzendlijs ten, aan te passen aan gemaakte afspraken om informatie uit te wisselen, of door in de eigen beleidscyclus ook de relaties met de gezamenlijke cyclus vast te leg gen. Ook voor het Seph is het van belang dat de kwaliteit van de ondersteuning in de eigen organisatie wordt geborgd. De kwaliteitsborging is ook een van de ele menten uit de rijksbijdrageregeling voor het Seph, maar wordt daarnaast van be lang geacht om als bijdragende partijen de werking van het Seph te kunnen be oordelen (via de interne - en eventuele externe audits).. De provincie neemt de kosten voor de uitoefening van de regierol voor haar re kening. Ten aanzien van de met de samenwerking verbonden kosten wordt onderscheid tussen structurele en variabele kosten gemaakt. Uitgangspunt is dat alle partijen bijdragen aan de kosten van samenwerking. De variabele kosten zijn niet op voorhand aan te duiden en zijn afhankelijk van bijvoorbeeld de uitvoeringspro grammering in een bepaald jaar. Voor de structurele kosten is de volgende verdeelsleutel afgesproken: Bijdrage rijkspartijen 50% Bijdrage gemeenten 30% Bijdrage provincie 15% Bijdrage Wetterskip 5% De bijdrage van de rijkspartijen is gebaseerd op de van toepassing zijnde Rijks bijdrageregeling. De bijdrage van gemeenten is gebaseerd op het huidige kos- 11 Toelichting op de bestuursovereenkomst Handhavingssamenwerking milieuwetgeving in Fryslan Artikel 13 Regierol provincie Artikel 14 Gezamenlijke intergemeentelijke uitvoeringsorganisatie Ten aanzien van dit onderwerp hechten gemeenten eraan om, in aansluiting op de eigen filosofie, de intergemeentelijke samenwerking te organiseren. De inter gemeentelijke samenwerking is in Zuidwest momenteel onderwerp van discussie. In De Friese Wouden is momenteel met name sprake van een adviserende taak van de regio, in Noord worden ook uitvoerende activiteiten (zoals controles) voor gemeenten verricht. Artikel 15 Bestuursrechtelijke handhavingsteams Artikel 16 Afbakening van de samenwerking Toelichting op de bestuursovereenkomst Handhavingssamenwerking milieuwetgeving in Fryslan Artikel 17 Borging van de samenwerking Artikel 18 Financiering

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 27