Blad 4 III.Wettelijke vereisten Ui tbreidingscapaciteit Een gemeente waaraan zelfstandig of samen met andere gemeenten blijkens nationaal- of provinciaal ruimtelijk beleid uitbreidingscapaciteit is toegedacht of gegeven kan gebruik maken van de Wvg. De gemeente Leeuwarden beschikt zowel op basis van rijksbeleid (onder meer kenbaar uit de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra van december 1993 en Het Grote Steden Beleid van het Rijk) als op basis van provinciaal ruimtelijk beleid (zoals opgenomen in het Streekplan Friesland 1994 en het vervolg hierop het Ontwikkelingskader Leeuwarden 2030 vastgesteld in oktober 1998 en zoals verwoord in de brief van het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslan, gericht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, van 25 mei 1999 met het kenmerk MO/99-22212/B3) over uitbreidingscapaciteit. De voorliggende plannen voor het betreffende deel van het plangebied Noordrand, zoals nader hieronder en in de planologische visie (gemeentelijke aanpaknotitie voor de Noordrand) verwoord, passen binnen de visie van Rijk en provincie. Huidig gebruik en toekomstige bestemming Alleen gronden waarvan het huidig gebruik afwijkt van de toekomstige bestemming, welke bestemming niet agrarisch mag zijn, komen voor een aanwijzing in aanmerking. De percelen gelegen op het betreffende deel van het plangebied Noordrand worden momenteel onder andere gebruikt als school, kerk, kantoor, clubhuis en garagebedrijf. Blijkens de gemeentelijke Aanpaknotitie voor de Noordrand zal aan deze percelen in de toekomst de bestemming woondoeleinden (onder meer bestaande uit de bestemmingen wonen, voorzieningen, groen, water en infrastructuur) worden toegedacht. Blad 5 IV. Toegevoegde waarde van het voorkeursrecht op een deel van het plangebied Noordrand Belang gemeente Reeds sinds het begin van de jaren zeventig groeit de vraag naar een eigen woning en worden aan de woonkwaliteit hogere eisen gesteld, zowel wat betreft de woning zelf als aan de fysieke en sociale woonomgeving. Dit heeft er in de jaren negentig toe geleid (mede als gevolg van de hoogconjunctuur, de dalende rente en de toename van de vrije volkshuisvestingsmarkt) dat er steeds meer kwalitatief hoogwaardige en ruime eengezinswoningen zijn gebouwd en dat de bestaande woningen in waardering achterbleven. Vooral de wijken waar direct na de oorlog grote aantallen sociale huurwoningen zijn gebouwd hebben een steeds zwakker wordende marktpositie verkregen. Met het oog op het toekomstperspectief zullen deze wijken een kwaliteitsimpuls moeten krijgen waarbij aandacht is voor duurzaam beheer van woning en woonomgeving. Zoals in het Kaderplan Stedelijke Vernieuwing Leeuwarden naar voren komt is de gemeente van mening dat forse sloop en herontwikkeling onvermijdelijk is om de geambieerde kwaliteitssprong te bewerkstelligen in de Noordrand waaronder het betreffende deel van het plangebied. Hiertoe dienen niet alleen aanwezige woningen gesloopt te worden maar eveneens de in de onderhavige aanwijzing betrokken onroerende zaken te worden verwijderd ten einde het betreffende deel van het plangebied opnieuw te kunnen inrichten. Het uitgangspunt bij de toekomstige ontwikkeling en realisatie van de bestemming woondoeleinden op de percelen gelegen in het betreffende deel van het plangebied Noordrand is het voeren van regie bij de ontwikkeling van het plangebied. Met behulp van het voorkeursrecht kan de gemeente voorkomen dat derden strategische grondposities innemen. Voorts kan speculatie met de betrokken gronden en daarmee prijsopdrijving voorkomen worden. Naast de bovengenoemde regiefunctie streeft de gemeente naar een actieve volledige verwerving van de voor de planrealisatie benodigde gronden. De gemeente zal de aangekochte gronden vervolgens (al dan niet gezamenlijk met de diverse woningbouwcorporaties) voor woondoelen geschikt maken. Een bijkomend voordeel is dat de gemaakte kosten (waaronder de voor voorzieningen van openbaar nut) verhaald kunnen worden op de toekomstige verkrijgers van de gronden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 283