Blad 6
De aanwijzing op basis van de Wvg is noodzakelijk nu nog
niet alle percelen gelegen in het betreffende deel van het
plangebied Noordrand in eigendom zijn van de gemeente (of
van de woningbouwcorporaties) en de kans aanwezig is dat er
particuliere initiatieven ontstaan tot grondexploitatie.
Mochten desalniettemin overeenkomsten worden aangegaan (na
de vestiging van het voorkeursrecht) dan bestaat de
mogelijkheid dat de gemeente bij de rechter een beroep doet
op artikel 2 6 Wvg. De rechter kan overeenkomsten, aangegaan
met het kennelijke doel om de werking van het
voorkeursrecht te ondermijnen, vernietigen.
Belangenafweging
Het algemeen belang dat gediend is met de vestiging van het
voorkeursrecht afwegend tegen het individueel belang, komen
wij vooralsnog tot de conclusie dat het vestigen van het
voorkeursrecht zwaarder moet wegen dan het achterwege laten
van de toepassing daarvan. De uit de vestiging van het
voorkeursrecht volgende plicht die op de eigenaren, beperkt
zakelijk gerechtigden en andere belanghebbenden wordt
gelegd, rust niet onevenredig zwaar op hen in verhouding
tot het met de vestiging gediende belang. Hierbij is
meegewogen dat in de belangen van de eigenaren en zakelijk
gerechtigden die bij de besluitvorming dienen te worden
betrokken door de Wvg-wetgever reeds op uitvoerige wijze is
voorzien. Wij denken daarbij onder meer aan het feit dat:
de Wvg een uitgebreide rechtsbescherming kent voor de
gerechtigden van de aangewezen gronden;
de Wvg reeds in voldoende mate heeft voorzien in de
gevallen waar de gemeente bestaande rechtsverhoudingen
heeft te respecteren;
de gerechtigden, wanneer zij in beginsel tot verkoop aan
de gemeente willen overgaan, een reële prijs krijgen
voor hetgeen zij verkopen en wanneer de eigenaar en de
gemeente geen overeenstemming kunnen bereiken over de
prijs, er op verzoek van de verkoper door de rechtbank
deskundigen kunnen worden benoemd, die een advies over
de prijs kunnen uitbrengen.
Blad 7
V. Rechtsbescherming
Zienswij zen
Belanghebbenden zijn niet in de gelegenheid gesteld om
zienswijzen (ingevolge artikel 4:8 van de Algemene wet
bestuursrecht) naar voren te brengen tegen het door ons
college genomen voorstel. Artikel 4:11 van de Algemene wet
bestuursrecht biedt de mogelijkheid om onder meer in
verband met spoed of noodzakelijke geheimhouding
zienswijzen achterwege te laten. Om de werking van het
voorkeursrecht te waarborgen is het noodzakelijk gebleken
de toepassing van de Wvg op de percelen gelegen in het
betreffende deel van het plangebied Noordrand geheim te
houden. Zouden belanghebbenden eerder op de hoogte zijn dan
zou de kans bestaan dat voor de inwerkingtreding van het
collegebesluit koopovereenkomsten en/of optie
overeenkomsten zouden zijn aangegaan teneinde inbreuk te
maken op de werking van het voorkeursrecht.
Zienswij zenbezwaar en beroep
Ons voorstel van 7 maart 2000 is op dezelfde dag in de
Staatscourant gepubliceerd en de dag na deze publicatie in
werking getreden voor een periode van acht weken. Voorts is
de aanwijzing op basis van de Wvg in de Leeuwarder Courant
en het Friesch Dagblad van 9 maart en op het
mededelingenbord aan het gemeentehuis bekend gemaakt. Op 8
maart 2000 zijn de betrokken belanghebbenden schriftelijk
over het voorkeursrecht geïnformeerd.
Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om tot en
met 22 maart 2000 (een periode van 2 weken) schriftelijk
zienswijzen bij uw raad naar voren te brengen. Mondeling
kunnen zienswijzen bij uw raad naar voren gebracht worden
tijdens een daartoe te houden hoorzitting op 21 maart 2000.
Van de mogelijkheid om mondeling zienswijzen naar voren te
brengen heeft niemand gebruik gemaakt. Schriftelijk is per
telefax d.d. 22 maart 2000 gereageerd door de voorzitter en
penningmeester namens het dagelijks kerkbestuur van het
Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten, Nederlandse
Unie, gevestigd te Huis ter Heide. Het (overkoepelend)
Nederlands Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten is
eigenaar van het perceel kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie E, nummer 5546, plaatselijk bekend
Eeskwert 1. Dit perceel is in de aanwijzing betrokken. Het
Kerkgenootschap geeft aan dat zij streven naar de
continuïteit van de huisvesting van de kerkelijke
gemeenschap te Leeuwarden en zou deze continuïteit ook in
de toekomst graag willen waarborgen. Opgemerkt wordt dat
uit exploitatieoverwegingen behoefte zou kunnen ontstaan
aan andere huisvestigingsvormen op de huidige locatie of op
een andere (vervangende) locatie gelegen binnen de gemeente
Leeuwarden. Het kerkgenootschap vraagt het college om deze