Blad 8
huisvestingsmogelijkheden toe te staan en daaraan in de
komende bestemmingsplanwijziging tegemoet te komen.
Aangezien deze zienswijze niet gericht is tegen de
aanwijzing ingevolge de Wvg op zichzelf maar veeleer ziet
op de toekomstige (planologische) huisvestingsmogelijkheden
kan deze zienswijze niet tot een gewijzigd inzicht leiden.
Uw raad wordt dan ook voorgesteld om tot verlenging van het
voorkeursrecht over te gaan overeenkomstig het eerder
genomen collegebesluitUw raad wordt voor het overige
verwezen naar de bijgevoegde kopie van de telefax van het
Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten d.d. 22 maart
2000 en de reactie daarop van ons college.
Binnen acht weken dient uw raad, indien u ons standpunt
deelt, het collegevoorstel te bestendigen om de werking van
het voorkeursrecht te verzekeren. Uitgangspunt is dat het
voorstel in de raadsvergadering van 10 april 2000 wordt
behandeld.
Tegen het voorstel van ons college en het wellicht door uw
raad te nemen besluit kan bezwaar gemaakt worden en beroep
worden ingesteld. Tevens heeft degene die bezwaren tegen
het voorstel of het raadsbesluit naar voren heeft gebracht
de mogelijkheid, indien onverwijlde spoed gelet op de
betrokken belangen dat mogelijk maakt, een verzoek om een
voorlopige voorziening bij de president van de rechtbank te
Leeuwarden in te dienen.
Blad 9
VICommunicatie
Zoals aangegeven is de tervisielegging van ons besluit op 7
maart 2000 in de Staatscourant gepubliceerd. Vervolgens
heeft publicatie in de Leeuwarder Courant en het Friesch
Dagblad van 9 maart plaatsgevonden. Belanghebbenden zijn
voorts afzonderlijk per brief op de hoogte gesteld (op 8
maart 2000 zijn deze brieven verzonden)
Het raadsbesluit van 10 april 2000 zal gepubliceerd worden
in de Staatscourant van 11 april 2000, waarna publicatie
plaatsvindt in de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad
van 13 april. Belanghebbenden krijgen andermaal een brief
(die op 11 april 2000 verzonden zal worden)
VII. Conclusie
Alles afwegend en met inachtneming van het advies van de
Commissie Stadsontwikkeling zijn wij van oordeel dat
behoefte bestaat aan verlenging van het voorkeursrecht op
de percelen gelegen in het betreffende deel van het
plangebied Noordrand, welke percelen wij bij ons voorstel
van 7 maart 2000 eerder op basis van de Wvg hebben
aangewezen
Leeuwarden, 30 maart 2000.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester,
mr. F.M.J. Steijvers, secretaris.