ligplaatsenbeleid gemeente Leeuwarden Voormalige beroeps zeegaande schepen Deze schepen verder te noemen "voormalige zeevaart", waren in gebruik in de zeevaart, maar zijn later omgebouwd tot drijvende woning. Kenmerken: Bewoonde zeegaande schepen, gemotoriseerd, minimaal 15 meter en maximaal 30 meter lang; het onderschip domineert de bovenbouw voor wat betreft hoogte, breedte, omvang en daarmee de uiterlijke verschijningsvorm,de uiterlijke verschijningsvorm van het onderschip is origineel; de bovenbouw is zodanig dat zelfstandig kan worden gevaren; het schip is zodanig gemotoriseerd dat zelfstandig varen nautisch verantwoord is. Werkplaatsschip: Een schip waar in het ruim een ambachtelijk of industrieel bedrijf wordt uitgeoefend, zoals scheepsreparatie of masten maken en dat naar zijn aard niet in een woonwijk thuishoort, maar op of nabij een industrieterrein. Werkschip Een schip dat functioneert als drijvende werf. Aan boord wordt een ambachtelijk of industrieel bedrijf uitgeoefend dat naar zijn aard niet in een woonwijk thuishoort, maar op of nabij een industrieterrein. Tevens vinden werkzaamheden plaats aan boord van schepen welke langszij/nabij zijn afgemeerd. Horecaschip; Een schip waarop een horecabedrijf wordt uitgeoefend. On der horecabedrijf wordt verstaan hetgeen daarover is bepaald in artikel 2.3.11 van de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden. Detailhandelschip: Een schip waarop een detailhandelsbedrijf gevestigd is. Het werkplaatsschip, werkschip, horecaschip en detailhandelschip moeten voldoen aan dezelfde kenmerken als de voormalige beroeps binnenvaartschepen of voormalige zeegaande schepen. Dit is afhankelijk van de lokatie. Pleziervaart: Een schip dat normaliter wordt gebruikt en is gebouwd voor de recreatievaart. Museum informatieschip: Een schip waarop informatie- cq. boekingskantoor voor activiteiten op scheepvaartgebied is gevestigd. Op het moment van ligplaats inname moet het schip ingeschreven staan in het Nationaal Register Varende Monumenten (N.V.R.M.) onder klasse B. Tevens dient het schip een aantoonbare historische band met de provincie Friesland te hebben. Het schip dient geschouwd te worden door een onafhankelijke schouwcommissie die uit deskundigen vanuit de landelijke vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig dient te worden samengesteld. Deze onafhankelijke commissie wordt aangevuld met een ambtenaar Monumentenzorg en hoofd Havendienst. Deze schouwcommissie brengt schriftelijk advies uit aan eigenaar schip/vaartuig en aan de beherende instantie van het water of kade en aan de verzoeker/c.q. opdrachtgever. Binnen 6 weken wordt beslist over de aanvrage c.q. toewijzing van een ligplaats. In de opdracht aan de commissie dient te staan, dat omgevings- c.q. liggingfactoren dat wil zeggen de context van het schip dienen te worden meegewogen, doch niet bepalend zijn voor het uit te brengen advies. Voorwaarde voor het opstellen van een advies is de volledige medewerking van eigenaar van het schip en documenten dienen door de eigenaar te worden aangeleverd aan de commissie (historische foto's, bouwwerf sectoren, geschiedenis, eventueel binding schip en schippersfamilies aan Leeuwarden dan wel Fryslan, wijze waarop het schip door de tijd (werfheden) is aangepast en voor welke functies (tijdsbeelden van de restauratie). 2 ligplaatsenbeleid gemeente Leeuwarden Aan het innemen van een beeldbepalende ligplaats kunnen voorwaarden worden gesteld op basis van het oorspronkelijke advies en een daarop gebaseerd en gemotiveerd, en eventueel gefaseerd restauratieplan. Een en ander ter beoordeling van de adviescommissie. Rondvaartschip: Vaartuig dat bestemd is voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers tegen betaling en gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vier maanden per jaar feitelijk ten behoeve van zodanig vervoer in gebruik is. Zeilend bedrijfsvaartuig: Een in hoofdzaak met behulp van zeilen voortgestuwd voormalig vrachtschip, mits: Verkerend in zeilklare staat, alsmede in goede staat van onderhoud, volledig ingericht en gebruiksgereed; Bestemd voor het bedrijfsmatige vervoer van passagiers tegen betaling; Het gedurende een aaneengesloten periode vanten minste vier maanden per jaar feitelijk ten behoeve van zodanig vervoer in gebruik is; Bij twijfel dient de eigenaar/vergunninghouder een klassecertificaat register Holland te overleggen. 1.2 Leeswijzer Nu het begrippenkader duidelijk is, wordt in hoofdstuk 2 van deze nota ingegaan op het huidige beleid en de huidige regelingen. In hoofdstuk 3 komen de aantallen schepen en de verhouding tussen vraag en aanbod op de Leeuwarder woonschepenmarkt aan de orde, evenals het systeem van de wachtlijsten. Dan volgt in hoofdstuk 4 een evaluatie van het huidige beleid, waaruit een aantal knelpunten naar voren komt. Daarna wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op het nieuwe beleid, waarna de concretisering van het nieuwe beleid aan de orde zal komen. De consequenties van het nieuwe beleid voor de regelingen komen aan bod in hoofdstuk 6. De handhaving van het nieuwe beleid komt aan de orde in hoofdstuk 7, waarin ook een stappenplan voor de handhaving van opslag op kades is opgenomen. In hoofdstuk 8 worden conclusies en aanbevelingen verwoord. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 323