ligplaatsenbeleid gemeente Leeuwarden 3.3. Toelichting wachtlijst versus bezetting De werkwijze ten aanzien van de wachtlijsten is voor veel mensen onduidelijk gebleken. In bijlage 1 is derhalve weergegeven welke systematiek wordt toegepast. Voormalige binnenvaart Van alle ligplaatsen is 58% aangewezen voor deze categorie schepen. Op de wachtlijst voor de voormalige binnenvaart staan op dit moment 29 personen, waarvan 28 op de reservewachtlijst. Iemand komt op de reservewachtlijst wanneer hij/zij op het moment van ligpaatsaanbieding geen schip bezit. Dat betekent dat 96% van de mensen op de wachtlijst voor de voormalige binnenvaart al eens een ligplaats aangeboden heeft gekregen. Op 1 maart 1999 waren 14 ligplaatsen voor de voormalige binnenvaart niet bezet. Op het moment dat de mensen op de reservewachtlijst een voormalige binnenvaarder bezitten, kunnen ze op korte termijn ligplaats innemen. De doorstroming op de wachtlijst voor de voormalige binnenvaart is groot genoeg. Woonarken. Van de Leeuwarder ligplaatsen is 30% aangewezen voor deze categorie schepen. Op de wachtlijst voor woonarken is geen doorstroming. De mensen die een ligplaats met een woonark hebben, blijven daar namelijk voor lange tijd liggen. Aangezien er geen woonark-ligplaatsen vrij zijn of binnenkort bij komen, zal op deze wachtlijst ook in de toekomst weinig doorstroming plaatsvinden. Op de wachtlijst voor de woonarken staan 5 personen, waarvan de langst ingeschrevene sinds 1986 en de meest recent ingeschrevene sinds 1997. Er is een verzoek ingediend voor het aanwijzen van de Nieuwe Kade voor woonarken. Uit oogpunt van zorg voor het welstandsaspect, is er echter niet voor gekozen het aantal ligplaatsen voor woonarken in of bij de binnenstad te vergroten. Voorgesteld wordt om de wachtlijst voor woonarken te laten vervallen, door zakelijke in plaats van persoonlijke ligplaatsvergunningen te verstrekken. Dit houdt in dat een woonark met ligplaatsvergunning kan worden verkocht. Motivering hiervoor is dat er geen doorstroming is op deze wachtlijst is en dit voor de woonarkbewoners ook beter is, omdat het in de praktijk moeilijk is een woonark zonder ligplaats te verkopen. Voormalige zeevaart Van de Leeuwarder ligplaatsen is 10 procent aangewezen voor deze categorie woonschepen. Op de wachtlijst voor de ligplaatsen voor voormalige zeeschepen staan vijf personen. Hiervan staan drie personen op de reservewachtlijst. Het aantal vrije plaatsen is op dit moment 2. Gezien de bezettingsgraad van ligplaatsen voor zeeschepen is de doorstroming niet groot. Voorgesteld wordt om deze lokatie (Harlingertrekweg) uitsluitend aan te wijzen voor de zeevaart. Voor de nog aanwezige binnenvaartschepen wordt een uitsterfconstructie voorgesteld. Aantal inschrijvingen Zoals uit de tabel hieronder blijkt, neemt het aantal inschrijvingen toe. Dit geldt met name ten aanzien van de voormalige binnenvaarders. Tabel 3.9: totaal aantal inschrijvingen in de afgelopen jaren Categorie 1986 1989 1993 1994 1996 1997 1998 Binnenvaart 1 3 - 1 5 7 16 Zeevaart - - - - 1 1 J) Woonark 1 - 2 - - 2 - Totaal 2 3 2 1 6 10 19 Gezien het aantal inschrijvingen lijkt er sprake van een behoorlijke vraag. In totaal staan er 41 mensen op de verschillende wachtlijsten, waarvan echter 31 op de reservewachtlijst. De mensen die op het moment van ligplaatsaanbieding door de gemeente geen schip bezitten, worden op de reservewachtlijst geplaatst. Dat betekent dat 78% van de mensen op de wachtlijsten die al een ligplaats aangeboden hebben gekregen, hier nog geen gebruik van heeft kunnen of willen maken. Het aantal mensen op de wachtlijsten die in het bezit zijn van een woonschip is beperkt. De urgentie van de mensen op de reservewachtlijst is in de meeste gevallen niet groot. Samengevat concluderen we dat over het algemeen het aanbod van ligplaatsen in de gemeente Leeuwarden tot nu toe groot genoeg is om aan de vraag te kunnen voldoen, met uitzondering wellicht voor wat betreft de woonarken en voormalige zeevaart (geen, resp. weinig doorstroming). 10 ligplaatsenbeleid gemeente Leeuwarden HOOFDSTUK 4.EVALUATIE Hieronder volgt eerst een evaluatie van het gemeentelijke woonschepenbeleid en daarna van de gemeentelijke regelingen. Aan de hand van die evaluatie worden een aantal conclusies getrokken. 4.1 Beleid Het gaat hierbij om de beantwoording van de volgende vragen: 1Is, voor wat betreft het aantal ligplaatsen, het streven naar consolidatie gelukt? 2. Is, voor wat betreft de locaties van de ligplaatsen, het streven naar concentratie gelukt? 3. Is de kwaliteit van het uiterlijk aanzien van de schepen verhoogd en, zo ja, komt dat door het inschakelen van Hüs en Hiem? 4. Zijn de havengelden kostendekkend? 5. Is het aantal werkschepen, horeca-schepen en winkelschepen beperkt gebleven? 6. Is er een permanent overlegorgaan gerealiseerd tussen gemeente en woonschippers? ad 1) Op sommige locaties is het aantal ligplaatsen inderdaad afgenomen. Dit is het gevolg van het uitsterfbeleid aldaar, zoals aan het Bisschopsrak. In zijn totaliteit is het aantal ligplaatsen de afgelopen tien jaar niet afgenomen, doordat elders de mogelijkheden zijn verruimd. Tevens zijn er recent plaatsen op de Harlingertrekweg en de Emmakade (zz) bijgekomen. ad 2) Er is wel enige concentratie van voormalige binnenvaart geweest richting de binnenstadring. Verder zijn, door de aanleg van drie woonschepenhavens, de woonarken nu vrijwel allemaal geconcentreerd op die drie plekken. ad 3) De indruk bestaat dat de kwaliteit van het uiterlijk aanzien van de schepen over het algemeen niet is achteruit gegaan. De inschakeling van Hüs en Hiem is een hoge uitzondering gebleven. ad 4) De havengelden zijn in principe kostendekkend, begrotingstechnisch gesproken. In 1998 en 1999 waren de havengelden op rekeningbasis echter niet kostendekkend. ad 5) Het aantal werkschepen is uiteindelijk beperkt gebleven tot 2; het aantal voor horecaschepen aangewezen ligplaatsen is twee, die beide zijn bezet en waarvan één daadwerkelijk leidt tot exploitatie (Pannenkoekschip). Er is één plek beschikbaar voor een winkelschip. ad 6) Er is een permanente "Overlegcommissie Markten en Havens" gerealiseerd. Na verloop van een aantal jaren is deze commissie, in het kader van een bezuinigingsronde, opgeheven. Het ruim tien jaar oude woonschepenbeleid is inmiddels deels achterhaald. Nieuwe ontwikkelingen zijn er niet allemaal in verwerkt. Het woonschepenbeleid is bovendien maar ten dele aan het papier toevertrouwd en vastgesteld. Het zit voor een groot deel opgeslagen in de hoofden van de medewerkers. Voor de rechtszekerheid van de burgers en gemeente is het noodzakelijk een en ander alsnog op papier te zetten, uit te werken en vast te stellen. Er is ook geen duidelijke visie op de woonschepen in de gemeente. Het is intussen algemeen aanvaard overheidsbeleid geworden, dat woonschepen een met woningen gelijkwaardige woonvorm zijn. 4.2 Regelingen Wijziging van beleid kan leiden tot wijziging van gemeentelijke regelingen. De huidige gemeentelijke woonschepenregeling in de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden is beperkt. Daardoor moet veel worden geregeld in het "Aanwijzingsbesluit ligplaatsen kaden en wallen" en in de ligplaatsvergunningen (voorschriften). Of deze voorschriften juridisch nog juist en sluitend zijn wordt nagegaan. Verder is het Aanwijzingsbesluit voor leken moeilijk leesbaar. Wat voor het beleid geldt, geldt ook voor de regelingen, namelijk dat een aantal aspecten niet op staan beschreven en zijn vastgesteld. Een voorbeeld is het hiervoor reeds beschreven wachtlijsten-systeem. Het is tot dusver niet expliciet vastgesteld als beleid(sregel). Vandaar dat als bijlage een aparte notitie over de wachtlijsten is bijgevoegd, ter vaststelling. Bovendien is in de afgelopen jaren gebleken dat de middelen voor handhaving van de regelingen in Leeuwarden heel beperkt zijn. Voorbeelden: rommel/ illegale bouwwerken op de kade, illegale ligplaatsen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 327