ligplaatsenbeleid gemeente Leeuwarden
De Havengeldverordening is ten aanzien van de pleziervaart voor verbetering vatbaar, voor wat betreft de
indeling in categorieën. Dit zijn nu twee tarieven. Het is de bedoeling dat er een indeling in drie categorieën
komt.
4.3 Conclusies
Samengevat moet er het volgende gebeuren:
het ligplaatsenbeleid dient opnieuw te worden geformuleerd, waarbij onder meer ongeschreven beleid
wordt vastgelegd;
in het nieuwe beleid moet het uitgangspunt zijn dat het wonen op het water gelijkwaardig is aan het wonen
op de wal;
in het nieuwe beleid moeten richtinggevende keuzes gemaakt te worden ten aanzien van kwantiteit en
kwaliteit van de ligplaatsen/woonschepen in de gemeente;
er moet een standpunt worden ingenomen over w el of niet regulier overleg met de vertegenwoordigers van
de woonschipbewoners. De vraag is of de woonschepen samen als één wijk moeten worden beschouwd of
dat ze onderdeel uitmaken van de verschillende wijken;
de woonschepenregeling in de Algemene plaatselijke verordening Leeuwarden moet vollediger worden;
het Aanw ijzingsbesluit ligplaatsen moet visueel worden gemaakt, om de inzichtelijkheid te vergroten
(ligplaatsenkaart):
de gemeente moet zichzelf meer mogelijkheden verschaffen om handhavend op te kunnen treden, zoals de
aanleg van een dwanghaven;
nagegaan moet worden of de voorschriften behorend bij de ligplaatsvergunningen nog wel juridisch sluitend
zijn;
de werkwijze ten aanzien van de wachtlijsten moet expliciet worden vastgesteld.
Foto: I oormalige ligplaats van een woonark aan de uitsterflocatie "Bisschopsrak
ligplaatsenbeleid gemeente Leeuwarden
HOOFDSTUK 5. NIEUW BELEID
5.1 Uitgangspunten
A. Uit het oogpunt van volkshuisvesting is het gewenst dat Leeuwarden een ruime keuze biedt aan
woningtypen en woonmilieus; het in voldoende mate kunnen (blijven) aanbieden van ligplaatsen voor
verschillende typen woonschepen past in dat beeld.
B. Als woonvorm is het wonen op een woonschip gelijkwaardig aan het wonen in een huis op de wal.
Woonschipbewoners dienen dus gelijkwaardig behandeld te worden als "landrotten".
C. Van woonschepen wordt, evenals van woningen, en rekening houdend met het eigen karakter van
woonschepen, verwacht dat ze aan redelijke eisen van welstand voldoen. Daarbij wordt gekeken naar de
woonschepen op zichzelf, naar de omgeving, en naar de te verwachten ontwikkelingen. Afhankelijk van de
kwetsbaarheid van de ligplaatsgebieden zullen nadere toetsingscriteria opgesteld worden. Die criteria
kunnen per soort gebied verschillen. Het binnenstadgebied is kwetsbaarder dan, bijvoorbeeld, een kade
langs een industrieterrein. Voor het binnenstadgebied zullen de criteria daarom strenger zijn. Overigens
zullen de te ontwikkelen criteria onderwerp van gesprek zijn in het overleg met de Leeuwarder vereniging
van woonschippers.
D. Een ligplaats is - in principe - een oppervlakte water langs een kade gelegen boven gemeentegrond. Kaden
maken onderdeel uit van de openbare buitenruimte en vallen dus onder het gemeentelijk beleid ten aanzien
van de openbare ruimte. De kade wordt voor verschillende doeleinden gebruikt en is een schaars goed.
Gebruik van de openbare ruimte voor particulier gebruik wordt niet toegestaan. Het gebruik van een deel
van de openbare ruimte door bewoners op het water of het land kan, afhankelijk van het karakter van die
ruimte, door een vergunningstelsel geregeld worden. In het kader van het verhogen van het
voorzieningenpeii bij de ligplaatsen, zal voor een vrije op- en afgang voor de bewoners, ruimte gereserveerd
moeten worden. Dit verhogen van het voorzieningenpeii wordt gekoppeld aan het herinrichten van de
kaden. Ook in een plaats voor afvalcontainers en ruimte voor een eventuele tletsenbox zal dan worden
voorzien.
E. Woonschepen/woonschipbewoners maken onderdeel uit van de wijk waarin ze liggen/wonen. Op basis
hiervan ligt een afzonderlijk overleg met de woonschippers niet voor de hand.
F. Beleid en regelingen ten aanzien van woonschepen hebben alleen zin als ze daadwerkelijk gehandhaafd
(kunnen) worden. Aan de handhaving wordt meer aandacht en geld besteed.
G. Bij veel aspecten van deze nota is het uiteindelijke uitgangspunt het streven naar vergroting van
rechtszekerheid op het terrein van het ligplaatsenbeleid, zowel voor de klant als voor de
gemeente.
5.2 Welstand
Een woning op het water moet, evenals een woning op het land, voldoen aan redelijke eisen van welstand.
Zowel op zichzelf als ten opzichte van de omgeving. Zoals bepaalde woningen op het land uit het oogpunt van
welstand tekort schieten zijn er op het water woonschepen die de toets der kritiek niet kunnen doorstaan. In deze
nota wordt gekozen voor het verhogen van de kwaliteit van de ligplaatsen. Het verbeteren van de welstand van
de woonschepen maakt daar onderdeel van uit. In de praktijk gaat het om twee situaties waarin de welstand moet
worden beoordeeld:
a. bij een aanvraag voor een ligplaatsvergunning;
b. in geval een vergunninghouder toestemming vraagt voor verbouw van een woonschip, voor zover het gaat
om een verbouwing die invloed heeft op het uiterlijk van het woonschip.
Aangezien ook de omgeving een rol speelt bij beoordeling van het welstandsaspect moet bij de welstandscriteria
daarmee rekening worden gehouden. In verband daarmee worden drie 'zones' onderscheiden:
1de kaden aan beide zijden van de stadsgrachtenring worden, door hun ligging binnen of direct
grenzend aan het beschermde stadsgezicht, beschouwd als kwetsbaar gebied;
2. het Nieuwe Kanaal, tussen de Eerste Kanaalsbrug en de Tweede Kanaalsbrug, wordt aangemerkt als minder
kwetsbaar gebied dan 1. Rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat dit beschermd
stadsgezicht wordt;
3. de overige kaden worden aangemerkt als weinig kwetsbare zone.
In het algemeen kan worden gesteld dat woonschepen qua schaal en maatvoering moeten passen in de
omgeving. Dit geldt meer voor de categorieën 1 en 2 dan voor 3.
Bij twijfel met betrekking tot het welstandsaspect wordt advies gevraagd. In de eerste plaats wordt daarbij
gedacht aan HQs en Hiem. In het verlengde van het streven om meer aandacht te besteden aan welstand zal dat in