Blad 2 II Artikel 2.1 van bijlage 9 van de bouwverordening 1997 wordt als volgt gewijzigd: artikel 2.1. Kamers verblijfsruimten) 1. Eis: De in een kamerverhuurpand gelegen kamers moeten een vloeroppervlakte hebben van tenminste 11 m2; 2. Eis: Worden het aanrecht en het kooktoestel in de kamer gesitueerd, dan zal die ruimte, naast de vloeroppervlakte bedoeld in het eerste lid, tevens een vloeroppervlakte van ten minste 2,1 x 1,2 m moeten omvatten voor plaatsings- en gebruiksruimte voor de keukenvoorziening; 3. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 indien: 1. a. iedere voor kamerbewoning bestemde kamer een vloeroppervlakte heeft van tenminste 7,5 m2 en een breedte van tenminste 2,1 m; b. er een vertrek voor gemeenschappelijk gebruik is van: - tenminste 17 m2 indien het pand wordt bewoond door drie bewoners; - tenminste 18 m2 indien het pand wordt bewoond door vier bewoners; - tenminste 19 m2 indien het pand wordt bewoond door vijf of meer bewoners; c. het aanrecht en het kooktoestel worden opgesteld hetzij in een afzonderlijke keuken, hetzij in het voor gemeenschappelijk gebruik bestemd vertrek. 2. a. er twee kamers in gebruik zijn door één persoon waarbij de totale vloeroppervlakte van de beide kamers gezamenlijk tenminste 11 m2 is; b. de minimale vloeroppervlakte van elk van de kamers tenminste 4 m2 is. III A Artikel 7a.7 bouwverordening 1997 wordt als volgt gewij zigd artikel 7a.7 Beslissing op de aanvraag Verlening van de vergunning 1. De vergunning wordt verleend als er geen grond is de vergunning te weigeren. Bij de vergunning kunnen een tekening en beschrijving worden gevoegd waarin aangegeven wordt op welke wijze aan de eisen van de bijlage 9 van de verordening moet worden voldaan. Weigering van de vergunning 2De vergunning wordt geweigerd als één van de volgende omstandigheden zich voordoet: a. de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van het kamerverhuurpand niet voldoet aan de in bijlage 9 van de verordening vermelde gebruikseisen; Blad 3 b. de bouwvergunning dan wel de toestemming tot gebruikswijziging op grond van een bestemmingsplan en/of geldende Leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing is geweigerd; c. de omzettingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk III van de Huisvestingsverordening 1999 is geweigerd. Opschorting weigering in verband met te treffen voorzieningen 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid onder a van dit artikel kan de weigering op verzoek van de exploitant voor ten hoogste zes maanden worden uitgesteld indien de exploitant te kennen geeft dat hij binnen die zes maanden alle voorzieningen zal treffen die blijkens het inspectierapport nodig zijn om het pand in overeenstemming te brengen met de gebruikseisen uit bijlage 9 van de verordening. De exploitant dient een verzoek als hier bedoeld in te dienen binnen twee weken na ontvangst van het inspectierapport. Als niet binnen zes maanden aan de eisen is voldaan wordt de vergunning geweigerd op grond van het bepaalde in het tweede lid onder a van dit artikel. B Aan de bouwverordening 1997 artikel 7a.1 Begripsbepalingen wordt toegevoegd: d. Inspectierapport Een namens burgemeester en wethouders opgesteld rapport waarin staat aangegeven in hoeverre een kamerverhuurpand aan de eisen uit bijlage 9 van de verordening voldoet. In het rapport staat zo nodig aangegeven welke voorzieningen getroffen moeten worden om een kamerverhuurpand in overeenstemming te brengen met de eisen uit bijlage 9 van de verordening. IV Artikel 3.1, tweede lid van de Huisvestingsverordening 1999 wordt als volgt gewijzigd: 2. De bepalingen in dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op door burgemeester en wethouders aangewezen gebieden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 342