Blad 6
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de
eerste dag na die van bekendmaking.
2 De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2000.
3 Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening
baatbelasting 2000 fase IA'
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van <datum>.
De voorzitter,
De secretaris,
Blad 7
Toelichting voor de raad
Algemeen
Om baatbelasting te kunnen heffen dient door de
gemeenteraad een belastingverordening te worden vastgesteld
overeenkomstig de in de Gemeentewet ter zake opgenomen
regels. De wetgever gaat in artikel 222 van de Gemeentewet
uit van een stelsel waarin lasten van voorzieningen worden
omgeslagen over de door die voorzieningen gebate onroerende
zaken. Voor ieder gebaat object wordt in beginsel een
belastingschuld vastgesteld. De baatbelasting wordt echter
niet geheven als de lasten ter zake van een bepaalde
onroerende zaak langs andere weg worden verhaald, zoals in
dit geval via een exploitatieovereenkomst
Een verordening baatbelasting kan worden vastgesteld vanaf
het moment dat een aanvang is gemaakt met de aanleg van de
voorzieningen, doch uiterlijk twee jaar nadat de
voorzieningen geheel zijn voltooid. Om te bepalen of een
onroerende zaak is gebaat moet worden uitgegaan van een
tijdstip dat is gelegen uiterlijk één jaar na voltooiing
van de voorzieningen.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel zijn begripsomschrijvingen opgenomen.
Om misverstanden te voorkomen bij het bepalen van het
belastingobject is in dit artikel onder meer een
omschrijving opgenomen van het begrip onroerende zaak. De
baatbelasting is een belasting met een objectief karakter.
Daarom wordt voor de objectafbakening aangesloten bij de
eigendomsgrenzenHet is niet toegestaan subjectieve
(gebruiks)omstandigheden van invloed te doen zijn op de
objectafbakening. De indeling van een onroerende zaak in
zelfstandige gedeelten heeft daarom, anders dan
bijvoorbeeld in de Wet waardering onroerende zaken, geen
invloed op de objectafbakening. De indeling van een
onroerende zaak is een gebruiksomstandigheid die de
eigenaar veelal kan wijzigen. Een samenstel van eigendommen
die naar omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen, wordt
voor de toepassing van de verordening wel als één
onroerende zaak aangemerkt. Te denken valt hierbij aan een
pand met een tuin, of een pand met een aparte garage.