Blad 10
gevellengte van een onroerende zaak. De gekozen
heffingsmaatstaf sluit aan bij de potentiële mogelijkheden
die een onroerende zaak heeft om te profiteren van de te
treffen voorzieningen los van de het toevallige gebruik of
de toevallig aanwezige bebouwing. Argument voor het
beperken van de te belasten oppervlakte tot 40 meter van de
gevel is dat de baat bij de voorzieningen afneemt naar mate
de afstand tot de nieuwe voorzieningen groter is. Bovendien
pakt de heffing op deze manier billijker uit voor
(relatief) diepe percelen die volgens het bestemmingsplan
weliswaar volledig mogen worden bebouwd, maar die
bijvoorbeeld door de aanwezigheid van tuinen niet volledig
bebouwd zijn en ook niet te verwachten is dat men ze in de
naaste toekomst volledig zal bebouwen. De te belasten
diepte is zo gekozen dat de gemiddelde diepte van de
bestaande bebouwing op de begane grond steeds in de heffing
wordt betrokken. Indien percelen met meerdere zijden aan
openbare ruimte in het gebate gebied zijn gelegen, wordt
van alle zijden de oppervlakte tot maximaal 40 meter diep
belast
Door het hanteren van verdiepingsfactoren wordt bij de
heffing rekening gehouden met de baat van de eerste
verdieping. Daarbij is ervan uitgegaan dat met name de
begane grond is gebaat. Hiervoor geldt daarom een factor
van 0,8. Voor de eerste verdieping geldt een factor van
0,2. Er is gekozen voor een factor van 0,2 voor de
verdieping omdat de eerste verdieping veel minder baat
heeft bij de te treffen voorzieningen. Dit blijkt onder
meer uit het feit dat de eerste verdieping(en) in het
gebate gebied slechts beperkt worden gebruikt voor
winkeldoeleinden waarmee men profiteert van de
voorzieningen, doordat de eerste verdiepingen overwegend
een woonbestemming hebben. Een andere reden voor een lagere
verdiepingsfactor voor de verdieping is bovendien gelegen
in het feit dat in veel gevallen de bebouwde oppervlakte
van de verdieping aanzienlijk kleiner is dan van de begane
grond
De gekozen heffingsmaatstaf is tot stand gekomen na overleg
met de LOV.
Artikel 5 Belastingtarief
Bij het bepalen van de tarieven is uitgangspunt geweest dat
de helft van de kosten via de oppervlakte wordt omgeslagen
over de gebate onroerende zaken en de andere helft van de
kosten wordt omgeslagen over de gevellengte van de gebate
onroerende zaken.
Omdat niet in elke straat even ingrijpend wordt aangepakt
c.q. heringericht, vindt er in artikel 5 een
Blad 11
tariefdifferentiatie plaats naar straat. De tarieven zijn
zodanig vastgesteld dat rekening wordt gehouden met de
uiteenlopende investeringen in de verschillende straten.
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een
jaarlijkse heffing
De baatbelasting is in beginsel een heffing ineens. De
belastingplichtige zal, na het vervallen van het tijdstip
waarop de belasting verschuldigd is, de heffing ineens
moeten betalen. Op verzoek van de belastingplichtige kan de
baatbelasting echter in de vorm van een jaarlijkse
belasting gedurende tien jaren worden geheven. In dit
artikel is een regeling opgenomen voor belastingplichtigen
die de baatbelasting gespreid over de door de gemeente
vastgestelde termijn van tien jaren willen betalen.
Belastingplichtigen dienen hiertoe een verzoek te doen.
Tegen de beslissing van de gemeente op het verzoek staat
geen bezwaar en beroep open. De gemeente heeft echter de
vrijheid om ook buiten de gestelde termijn het verzoek
alsnog in te willigen. In het vijfde lid van dit artikel is
een regeling opgenomen voor het geval dat een belasting
plichtige, op wie de gespreide regeling van betaling van
toepassing is, gedurende de loop van de belastingperiode
ophoudt belastingplichtig te zijn.
Het zesde lid geeft een regeling voor de situatie dat een
onroerende zaak in de loop van de heffingsperiode wordt
gesplitst. De Hoge Raad heeft in het verleden beslist dat
de baatbelasting bij het opsplitsen van het belastbaar
perceel op het desbetreffende perceel blijft rusten (Hoge
Raad 30 maart 1988, nr. 25.360, Belastingblad 1989, blz.
182)Het ging in dat arrest om een baatbelasting voor de
aanleg en verbetering van een weg. De maatstaf van heffing
was de oppervlakte. Een gebaat perceel werd na een aantal
jaren voor een deel verkocht, waardoor het deel dat de
oorspronkelijke eigenaar behield niet langer aan de weg
lag. De Hoge Raad besliste dat de baatbelasting die rustte
op het gehele oorspronkelijke perceel is blijven rusten op
het daarvan afgesplitste perceel, ook al zou dit laatste
perceel niet langer gebaat zijn door de getroffen
voorzieningen
Artikel 7 Wijze van heffing
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen
gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van
aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere
wijze. In deze verordening is gekozen voor de heffing bij
wege van aanslag.