Vrijwilligerswerk in Leeuwarden Bijlage 4 waaronder ook mensen die ondersteuning nodig hebben. Consulentenbegeleiding is niet overal aanwezig. Vrijwilligerswerk zal altijd een belangrijke vorm van werk blijven. De heer F. v.d. Berg spreekt namens het S.B.O., m.n. over vrijwilligerswerk in wijken en buurten. De volgende aspecten komen aan de orde: ontwikkeling vrijwilligerswerk; rol van de vrijwilliger binnen de buurt; suggesties van vrijwilligers waar de gemeente z'n voordeel mee kan doen. In het verleden waren er beroepskrachten waar men op terug kon vallen en had men voldoende financiële middelen voor het wijk- en buurtwerk. Thans worden alleen beroepskrachten ingezet in sociale vernieuwingswijken voor bepaalde activiteiten en doelgroepen. De taken van de vrijwilliger zijn enorm uitgebreid (b.v. woonomgeving, speeltoestellen, jeugd- en ouderenwerk, etc.). Naast de reeds genoemde taken houdt het bestuur zich o.a. bezig met buurtbeheer, evt. Stadsvernieuwing en fysiek beheer. Vereist zijn dus capabele mensen met veel vrije tijd. Niet iedere vrijwilliger ambieert een bestuursfunktie, is ook moeilijk te combineren met betaalde baan. Al met al is het een goede zaak om te komen tot een vrijwilligersbeleid. Stimulering is nodig, o.a. financieel; t.a.v. het budget, aanbod cursussen; beroepsmatige ondersteuning van gemeente; opstellen gedragscode vrijw./gemeente/wie/wat. De heer P. de Jong, wethouder van de gemeente Leeuwarden signaleert een aantal trends: betrokkenheid neemt toe, vooral bij 55+; onverschilligheid bij jongeren neemt toe; geen verschil merkbaar tussen stad en platteland; deelname hoger opgeleiden daalt; de meerderheid van de vrijwilligers bestaat uit mannen en mensen met een christelijke achtergrond. In Europa zijn Nederlanders, samen met de Zweden en de Noren koplopers. Terreinen waarop vrijwilligers actief zijn: cultuur, recreatie, educatie, religie, levensbeschouwing. Toegespitst op Leeuwarden: 18.000 a 25.000 vrijwilligers; streven naar erkenning; willen betrokken worden bij beleid; financiën. V.w.b. de financiële ondersteuning door de gemeente: deze vindt m.n. plaats d.m.v. facilitering. Volgens de heer De Jong verdraagt particulier initiatief zich niet met subsidiering. Het stelt de kreet: "wie betaalt, bepaalt" ter discussie. (Eigenlijk zou men dus geen subsidie willen hebben, i.v.m. de afhankelijkheid). Overheid is bezig met nieuwe rollen t.a.v. het vrijwilligerswerk, o.a. marketing, makelaar, bezinning, uitbesteding taken. Het wijksignaleringssysteem is ingevoerd. Beleid van de overheid zal interactief tot stand moeten komen. Er wordt meer van de vrijwilliger verwacht. Gebleken is dat mensen graag betrokken willen zijn. De navolgende ontwikkelingen zijn gaande: uitbreiding wijkcoördinatoren; "wijkwethouders"; participatie; sociaal/fysiek beheer. Vrijwilligerswerk in Leeuwarden Bijlage 4 Niet zozeer om het de gemeente gemakkelijker te maken maar omdat de mensen het zelf willen. Het dilemma is echter: met wie zitten we aan tafel? (Taakstelling participatie, vraag aan Stichting Hulp en Welzijn). Grootste bedreiging van de samenleving is de tweedeling; zij die meedoen en zij die niet meedoen. De hoogste prioriteit van de gemeente ligt bij het terugdringen van de werkloosheid. Het doen van vrijwilligerswerk dient gestimuleerd te worden; dat betekent in een aantal gevallen dat er een hulptraject opgezet moet worden, voor b.v. ex-verslaafden. Duidelijk is dat vrijwilligerswerk de toekomst heeft. 4 Discussie De opmerking van P. de Jong "wie betaalt, bepaalt", lokt veel reacties uit. Zodra het een totale betaling wordt, vinger aan de pols houden; echter bij een gedeeltelijke betaling, beperkt de rol van de overheid zich tot meepraten. Vrijwilligersorganisaties moeten zelfstandig blijven en niet onderschuiven bij professionele organisaties. Ideale situatie zou zijn: professioneel bolwerk en een bolwerk vrijwilligers verbonden door een brug. Volgens P. de Jong dreigt het gevaar van "subsidieverslaving". Hij denkt zelf meer aan het verstrekken van "aanjaagsubsidies" om de vrijwilligersorganisatie op gang te helpen, waarna ze het zelf moeten zien te redden. Structurele ondersteuning is volgens hem niet aan de orde, wel facilitering, o.a. huisvesting. Op een gegeven moment moet de overheid zich terugtrekken omdat er daarna weer andere prioriteiten zijn. Voor wat betreft scholing: eerst inventarisatie behoeften. Gevraagd wordt wat precies bedoeld wordt met aanjaagsubsidie. P. de Jong antwoordt hierop dat het uiteindelijk het geloof in de capaciteiten is van mensen die het daarna zelf moeten doen. Discussie over termijn is mogelijk. Gesignaleerd wordt dat er onderscheid gemaakt wordt tussen betaalde arbeid en schaduwarbeid. Vrijwilligers nemen volgens spreker professioneel werk over. Uitgangspunt vrijwilligerswerk is volgens hem anders. P. De Jong stelt nadrukkelijk dat hij het niet beschouwt als tweederangs arbeid en laat weten dat particulier initiatief voor hem zeer waardevol is en gestimuleerd dient te worden. Verder wordt door aanwezige verondersteld dat men gemotiveerder is als men niet gesubsidieerd wordt. Initiatieven moeten in stand gehouden worden. Er zijn volgens haar al veel te veel gesubsidieerde banen. Terug naar het uitgangspunt "wie betaalt, bepaalt", wordt gesteld dat we te maken hebben met een democratisch gekozen bestuur en dat de overheid een gesubsidieerde instelling is en als zodanig het algemeen nut in het oog dient te houden. Maakt bezwaar tegen het idee dat de vrijwilliger particulier initiatief is. Men vraagt zich tevens af waarom er wel veel geld uitgegeven wordt aan gesubsidieerde banen terwijl men voor de vrijwilligers geen geld heeft. E.e.a. zou ten koste gaan van de motivatie, die trouwens bij een betaalde baan ook niet altijd aanwezig is. Keuzes dienen echter gemaakt te worden. Iedere vrijwilligersorganisatie heeft een personeelsbeleid nodig of een vorm hiervan die organisatie vaak zelf niet kan opbrengen. Support (aansturing) van de overheid hiervoor is nodig. Kan dat ook betaald worden is de vraag. Het gaat erom een visie te ontwikkelen. Er is nog veel versnippering, er moet nog samenhang aangebracht worden. Het is nog niet duidelijk welke kosten de gemeente voor haar rekening gaat nemen. Afstemming vindt nog plaats. Per 1 januari is het Platform gedwongen mee te doen aan een zorgloket. Niet deelnemen houdt in: geen subsidie meer.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 408