Vrijwilligerswerk in Leeuwarden
subsidiëring en toewijzing WlW-plaatsen en ID-banen
Vele (vrijwilligersorganisaties) zijn de afgelopen jaren versterkt met een gesubsidieerde
arbeidskracht. Instellingen in de non-profit-sector kunnen een aanvraag doen voor een
arbeidsplaats in het kader van de Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW-detachering)
of de Regeling In- en Doorstroombanen. De werkzaamheden die deze gesubsidieerde
werknemers verrichten, kunnen taken van vrijwilligers in dezelfde organisatie
verlichten en ondersteunen.
Thans zijn ongeveer 250 ID-banen en 560 detacheringen bij organisaties in de non
profit-sector gerealiseerd.
subsidiëring projekt Ondersteuning Vrijwilligersorganisaties
Een bijzonder projekt in dezen is het gemeentelijke projekt OVOL: Ondersteuning
Vrijwilligers Organisaties Leeuwarden. Het in 1997 gestarte projekt biedt
vrijwilligersorganisaties de mogelijkheid om gebruik te maken van gesubsidieerde
arbeid (ID-banen). De ID-werknemer wordt door het projekt "uitgeleend" aan de
betrokken organisatie, terwijl het formele werkgeverschap inclusief de begeleiding van
de werknemer vanuit het projekt is geregeld. Op deze wijze zijn 9 buurthuizen versterkt
met buurtconciërges en 11 sportclubs met assistent sportverenigingmedewerkers. Sinds
1999 maakt OVOL deel uit van de verzelfstandigde sector Sport en Recreatie, de BV
Sport.
mogelijkheden vrijwilligerswerk voor uitkeringsgerechtigden
In de jaren tachtig werd binnen de mogelijkheden van de ABW een beleid voor het
doen van vrijwilligerswerk door bijstandsgerechtigden ontwikkeld.
Bijstandsgerechtigden die vrijwilligerswerk wilden doen, moesten dit laten toetsen aan
bepaalde criteria. Alleen "goedgekeurd" vrijwilligerswerk was toegestaan. Inmiddels
zijn de nieuwe Algemene Bijstandswet (1997) en de Wet Inschakeling Werkzoekenden
(1998) van kracht. Er zijn in het Leeuwarder beleid andere accenten gelegd, de omslag
van uitkeringsbeleid naar activeringsbeleid is in volle gang.
Voor het vrijwilligerswerk als alternatief voor betaald werk is in het activeringsbeleid
van de afgelopen jaren weinig aandacht geweest. De nadruk ligt op toeleiding en
scholing tot betaalde (gesubsidieerde) arbeid. Het doen van vrijwilligerswerk komt pas
in beeld als betaalde (gesubsidieerde) arbeid geen optie meer is. Bovendien is tot nu toe
geen nieuw beleid ontwikkeld voor het doen van vrijwilligerswerk met behoud van
uitkering en vrijstelling van sollicitatieplicht. De meeste bijstandsgerechtigden die
vrijwilligerswerk verrichten, doen dat voor een beperkt aantal uren per week. Zij
moeten zich immers beschikbaar houden voor de arbeidsmarkt.
De kademota Sociale Activering (december 1997) was een eerste poging om ook beleid
te ontwikkelen voor bijstandsgerechtigden die geen perspectief meer hadden op
betaalde (gesubsidieerde) arbeid. Deze bijstandsgerechtigden zijn gecategoriseerd in
fase 4, hetgeen betekent dat zij "nog niet of niet meer" toeleidbaar zijn naar arbeid.
Deze bijstandsgerechtigden behoeven niet meer te solliciteren en deelname aan
scholings- en toeleidingstrajekten is vrijwillig. Vrijwilligerswerk wordt in de kademota
genoemd als een trajektmogelijkheid voor de "niet meer" groep; deze optie is in de nota
niet verder uitgewerkt.
Sinds 1997 organiseert de gemeente, in het kader van het zogeheten Melkert III
experiment-regeling oriëntatietrajekten voor alleenstaande ouders in fase 4. Na afloop
van dit trajekt kunnen deelnemers o.a. vrijwilligerswerk doen met behoud van
uitkering. Hiervoor ontvangen zij ook een incentive/bonus en kunnen zij gebruik maken
van kinderopvang. De Melkert 111-regeling zal in 2001 door het rijk worden
6
Vrijwilligerswerk in Leeuwarden
geëvalueerd. Verwacht wordt dat het recht op incentive en kinderopvang voor
bijstandsgerechtigden die in het kader van een sociale activeringstrajekt
vrijwilligerswerk doen, in de Algemene Bijstandswet zal worden opgenomen.
Het in 1998 gestarte sociale activeringsprojekt "een aktieve wijk", uitgevoerd in de wijk
Heechterp, door Bureau Maatwerk, biedt bijstandsgerechtigden in fase 4, eveneens de
mogelijkheid, in het kader van een trajekt, met behoud van uitkering vrijwilligerswerk
verrichten.
Analyse van de knelpunten en kansen
Uit het voorgaande, als ook uit de interviews met de vertegenwoordigers van diverse
vrijwilligersorganisaties blijkt dat het door de bank genomen goed gaat met de
vrijwilligers en hun organisaties in Leeuwarden. Er wordt zeer veel georganiseerd, vele
mensen zijn actief in het vrijwilligerswerk, er zijn mogelijkheden voor subsidies,
vrijwilligers kunnen tegen gereduceerde tarieven gebruik maken van het
scholingsaanbod en ook voor bijstandsgerechtigden is het toegestaan onder bepaalde
voorwaarden vrijwilligerswerk te doen.
Natuurlijk zijn er ook problemen gesignaleerd. Dit varieert van meer algemene,
landelijke voorkomende knelpunten, tot specifieke problemen bij een enkele
Leeuwarder instelling.
Landelijk gesignaleerde knelpunten
Uit de diverse rapporten en beleidsnota's uit het gehele land blijkt, dat de volgende
ontwikkelingen in het algemeen als probleemveroorzakend voor het vrijwilligerswerk
kunnen worden genoemd:
toenemende vergrijzing, meer hulpvragen van ouderen, minder actieve jongeren;
verschuivingen betaalde arbeid - onbetaalde arbeid, opkomst additionele arbeid,
tevens nieuwe kansen vrijwilligersbeleid;
bezuinigingen, bedreiging voor vrijwilligerssectoren vanwege vermindering
professionele ondersteuning, grotere werkdruk vrijwilligers;
toename participatie vrouwen op betaalde arbeidsmarkt, verminderde deelname aan
vrijwilligerswerk;
individualisering, andere waardering van maatschappelijke werkzaamheden;
grotere concurrentie in (vrije-)tijdsbesteding, tijdgebrek;
imago vrijwilligerswerk, onbekend of veelal nog geassocieerd met 'ouderen
helpen' of'werken met behoud van uitkering', negatieve beeldvorming.
Hierbij dient wel aangetekend te worden dat ontwikkelingen vaak een 'tweesporen-
effect' hebben. Zo is het feit dat er meer en meer (zorgbehoevende) ouderen komen
enerzijds zorgwekkend, anderzijds biedt de groeiende groep (jongere) ouderen met vrije
tijd een nieuw aan te boren bron voor de werving van vrijwilligers. En wellicht wordt
het feit dat jongeren nog maar zeer moeilijk zijn te motiveren voor vrijwilligerswerk
enigszins gecompenseerd door de inzet in vrijwilligerswerk door studenten op jacht
naar studiepunten.
Leeuwarder knelpunten en kansen
Bovengenoemde ontwikkelingen spelen natuurlijk ook in Leeuwarden. Zoomen we in
op de lokale situatie, dan zijn de volgende knelpunten en kansen de meest belangrijke:
A. Het werven en behouden van vrijwilligers
werving van vrijwilligers
De werving van vrijwilligers is voor alle geïnterviewde organisaties een bijna
voortdurend punt van aandacht: vrijwilligers zijn er 'nooit genoeg'. Nieuwe
7