Vrijwilligerswerk in Leeuwarden
vrijwilligers komen vaak via via binnen. Veel organisaties werven ook via advertenties
in daarvoor geschikte media; dat kunnen de buurtkkrant, de Huis aan Huis, de regionale
kranten of het eigen clubblad zijn.
Het Vrijwilligerssteunpunt is bij de meeste organisaties wel bekend, maar wordt niet
vaak ingeschakeld. De meest gehoorde reden hiervoor is dat men gewoonweg weinig
ervaring met het Vrijwilligerssteunpunt heeft en zelf naar oplossingen zoekt. Een
actievere houding van beide kanten kan hier misschien iets aan veranderen, tijdens de
interviews bleken er ideeën genoeg te zijn. Het AZC is van de geïnterviewden de enige
die actief de samenwerking met het Vrijwilligerssteunpunt heeft gezocht met een
projekt 'vrijwilligerswerk voor asielzoekers'.
eisen aan vrijwilligers
Er worden vaak hoge eisen gesteld aan vrijwilligers, al hangt dit sterk af van de
werkzaamheden en de organisatie. Soms zijn minimale vaardigheden voldoende en
wordt iedere inzet verwelkomd, echter zeker zo vaak is een hogere opleiding,
levenservaring en/of specifieke deskundigheid noodzakelijk. Nog steeds is er een
verschuiving zichtbaar van professional naar vrijwilliger: werk dat vroeger door
betaalde krachten werd gedaan, wordt nu door vrijwilligers uitgevoerd. Ook dit
verschijnsel verschilt per branche en organisatie.
vraag naar vrijwilligers versus aanbod bijstandsgerechtigden in fase 4
Positief is dat veel vrijwilligers die met een uitkering vrijwilligerswerk deden dit werk
nu, in de vorm van een gesubsidieerde arbeidsplaats, betaald kunnen doen. Voor
instellingen is positief dat er voor veel eenvoudig maar nuttig werk, dat voorheen niet
of erbij werd gedaan door reguliere werknemers, nu via gesubsideerde arbeid, weer
plaats is. Dat verlicht de werkdruk in non-profit-instellingen. Dit is overigens ook één
van de doelen van de Regeling In- en Doorstroombanen.
Minder positief is dat instellingen, zo bleek ook uit ons onderzoek, door deze
ontwikkelingen ook hogere eisen ten aanzien van vaardigheden en continuiteit zijn gaan
stellen aan hun vrijwilligers. Dit bleek eveneens uit het jaarverslag 1998 van het
Vrijwilligerssteunpunt. Veel van de daar aanwezige vrijwilligersvakatures zijn niet
geschikt voor bijstandsgerechtigden in fase 4.
WJW-detacheringen bij vrijwilligersorganisaties, OVOL
Het belang van het OVOL-projekt is sinds de invoering van de WIW-regeling per 1-1-
1998 nog groter geworden. De WIW-regeling staat vrijwilligersorganisaties namelijk
niet langer toe gebruik te maken van een WlW-detacheringsplaats. De reden daarvan is
dat een vrijwilligersorganisatie aan de WIW-werknemer te weinig begeleiding kan
bieden. Voor de bestaande WIW-plaatsen bij vrijwilligersorganisaties is een
"uitsterfconstructie" bepaald. Een opengevallen WIW-plaats wordt niet opnieuw
opgevuld. Het afgelopen jaar zijn hierdoor bij een aantal buurthuizen problemen
gerezen. Enkele van deze organisaties konden via het OVOL-projekt met een ID-baan
worden geholpen.
Het maximum aantal ID-werknemers dat via het OVOL-projekt kan worden begeleid,
hangt samen met de mogelijkheid om professionele ondersteuning te bieden binnen het
OVOL-projekt. In theorie is enige uitbreiding mogelijk, mits er voldoende
(rijks)middelen beschikbaar zijn.
begeleiding vrijwilligers
Een goede begeleiding voor vrijwilligers is belangrijk. De aard, omvang en noodzaak
van deze begeleiding verschilt per werkplek. Of de nodige begeleiding of scholing
gegeven kan worden hangt vaak af van de mogelijkheden die er zijn binnen de eigen
(professionele) organisatie, binnen de landelijke organisatie of bond of via bijvoorbeeld
8
Vrijwilligerswerk in Leeuwarden
een door de gemeente gesubsidieerd scholingsaanbod. Ontbreken deze mogelijkheden
geheel, dan kan het niet goed kunnen vervullen van de begeleiding tot grote
beperkingen leiden. Het gebrek aan goede begeleidingsmogelijkheden is een probleem
wat zowel grotere als kleinere organisaties naar voren brengen. Het wordt bovendien
genoemd als probleem dat ook speelt bij de begeleiding van gesubsidieerde
arbeidskrachten door regulier personeel.
onkostenvergoeding voor vrijwilligers
Er bestaat een groot verschil tussen de mogelijkheden die organisaties hebben om iets te
doen in de sfeer van onkostenvergoeding en 'beloning'. Een enkele organisatie heeft
geen middelen om de onkosten die vrijwilligers maken te vergoeden en moeten hen
zelfs voor de koffie laten betalen. Andere organisaties zien wel kans voor de zwaardere
functies en de werkelijk gemaakte kosten vergoedingen te geven, of om eens iets
aardigs voor de vrijwilligers te doen, zoals een kertskado.
het Vrijwilligersteunpunt
In de vorige paragrafen is het Vrijwilligersteunpunt al enkele malen genoemd. Het
Vrijwilligerssteunpunt (inclusief de vrijwilligersvacaturebank), wordt door de gemeente
in beperkte mate gesubsidieerd (een bedrag van f 15.500,= op jaarbasis) voor
huisvesting en organisatie. Deze subsidiering vindt plaats vanuit de gedachte dat deze
organisatie een ondersteunende functie in het veld van vraag en aanbod van
vrijwilligers en organisaties vervult.
Hier ging wel een kleine geschiedenis aan vooraf. Officieel werd tot 1 maart 1998 door
HWL circa 10 uur per week professionele ondersteuning aan het steunpunt geboden.
Het steunpunt was in die tijd ook in het gebouw van HWL gehuisvest. Echter,
onenigheid over werkwijze, te varen koers, machtsverhouding e.d. dreven HWL en het
steunpunt in 1997 uit elkaar. Gecombineerd met een verschil van inzicht over op basis
van het contract met de gemeente in te zetten uren door HWL ten behoeve van het
steunpunt, leidde dit uiteindelijk tot een definitief uit elkaar gaan van beide partijen.
Sinds maart '98 draait de organisatie daarom op de inzet van het bestuur en de
vrijwilligers. Bovendien is het Steunpunt naar een pand aan de Hollanderdijk verhuisd.
In vergelijking met de periode waarin de bestuursopdracht vrijwilligersbeleid werd
opgesteld, is de situatie voor het steunpunt anno 1999 aanzienlijk gewijzigd. Zij geven
aan graag in het huidige pand aan de Hollanderdijk hun werkzaamheden als
zelfstandige organisatie voort te willen zetten, zij het dat dat alleen kan indien ze over
voldoende middelen beschikken. Voldoende houdt voor hen in:
voldoende om de huisvestingslasten te kunnen dragen, ook nu de medehuurder
(OVOL) in opdracht van de gemeente uit het pand vertrokken is;
voldoende om het gebrek aan beroepsondersteuning op te vullen door een (part
time) beroepskracht aan te trekken;
voldoende om de minimaal noodzakelijke organisatie- en activiteiten kosten te
kunnen dragen.
Het Vrijwilligerssteunpunt is aangesloten bij de Nederlandse Organisatie
Vrijwilligerswerk (NOV). Het Handboek Kwaliteitszorg van het NOV gaat uit van zes
kernfuncties uit te voeren door vrijwilligerscentrales in den lande de meest
gehanteerde term voor organisaties als het Vrijwilligerssteunpunt). Deze functies zijn:
1. bemiddeling;
2. promotie;
3. belangenbehartiging;
4. informatie advies;
5. deskundigheidsbevordering;