Vrijwilligerswerk in Leeuwarden gemeentelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van andere kwetsbare doelgroepen Voor langdurig werkloze bijstandsgerechtigden heeft de gemeente een bij wet geregelde verantwoordelijkheid. Er zijn echter nog andere groepen burgers die in een vergelijkbare situatie van armoede en isolement kunnen verkeren. Gedacht kan worden aan ouderen, asielzoekers, gehandicapten en mensen met een WAO-uitkering. Het ligt niet voor de hand voor deze groepen een sociale activeringsbeleid te ontwikkelen zoals dat voor bijstandsgerechtigden wordt gedaan. Binnen de diverse beleidskaders die deze groepen betreffen wordt vanuit de gedachte van het Lokaal Sociaal Beleid volop aandacht besteed aan sociale activering. Uitvoerende instellingen worden met subsidie gefaciliteerd om de beoogde activering vorm te geven. Twee succesvolle voorbeelden zijn: het projekt 't Heft in Handen, waarbij oudere vrijwilligers op bezoek gaan bij ouderen om hen aan te sporen weer deel te nemen aan het maatschappelijke leven, en het projekt Vrijwilligerswerk Asielzoekers, waarbij zowel asielzoekers als instanties begeleid worden in vrijwilligerswerk verricht door asielzoekers. Bij dergelijke activering voor deze en vergelijkbare doelgroepen van het welzijnsbeleid is vrijwilligerswerk een zeer gebruikelijk en zinvol instrument. 12 Vrijwilligerswerk in Leeuwarden IV AMBITIES DOELSTELLINGEN Algemene richtinggevende kaders Alvorens een doelstelling voor het vrijwilligersbeleid te formuleren, verwijzen we kort naar de twee overkoepelende kaders, die mede bepalend zijn voor beleidskeuzes op het terrein van vrijwilligerswerk. Leeuwarden in 2030 In 1998 is de Toekomstvisie Leeuwarden 2030 (LEVI 2030) vastgesteld. De visie is in samenspraak met de Leeuwarder samenleving tot stand gebracht. In LEVI 2030 wordt een diagnose gegeven van de huidige situatie van de stad en een gewenst toekomstbeeld geschetst. Leeuwarden wil een vitale en aantrekkelijke, sociale en ongedeelde, middelgrote gemeente zijn waar het voor iedereen goed wonen, werken en recreëren is. De gemeente zal pro-actief, stimulerend en initiërend optreden, waarbij het eerder regel dan uitzondering zal zijn dat anderen dan de gemeentelijke overheid de hoofdrol vervullen. Omdat de gemeente de vormgeving van de ambities en de toekomstige ontwikkeling niet alleen kan realiseren, zijn de wisselwerking tussen bestuur en samenleving én partnership en samenwerking belangrijk. Lokaal sociaal beleid De iets nabijere toekomst wordt omvat in het Meerjarenontwikkelingsplan (MOP). In dit plan geeft de gemeente aan wat zij de komende 10 jaar wil gaan doen, hoe zij dat gaat doen en welke middelen zij inzet. Het plan stoelt op 3 pijlers: een sociale, een fysieke en een economische pijler. Basis voor de invulling van de sociale pijler is het gemeentelijke beleidskader "Lokaal Sociaal Beleid". In 1998 is gestart met dit vernieuwingsprogramma van het lokaal sociaal beleid. Leeuwarden heeft de ambitie uitgesproken om ook het sociale klimaat in de gemeente op een hoger plan te tillen. Centraal staan het bevorderen van sociale samenhang door te voorzien in een sociale infrastructuur met voldoende mogelijkheden voor opvang, ontmoeting, ontplooiing en ontspanning én het bevorderen van sociale reïntegratie van personen die in een achterstandpositie zijn geraakt. Hierdoor moet een adequate sociale infrastructuur ontstaan die de basis is voor een "sociaal en ongedeeld Leeuwarden, met een regionale centrumfunctie". De twee centrale doelstellingen, zoals opgetekend in het programma 'Vernieuwing Lokaal Sociaal Beleid', zijn: 1"het voorzien in en het bevorderen van een sociale infrastructuur bedoeld voor alle burgers". 2. "het bevorderen van de reïntegratie van burgers in een achterstandssituatie". Richtinggevende uitgangspunten hierbij zijn onder andere: 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 436