Blad 8
Zoals in de voorgaande tabel is te zien is de potentiële
besparing wel aan te geven. In Leeuwarden is het
besparingspotentieel hoog en dus zijn er veel mogelijkheden
voor de preventie- en hergebruikmedewerker om zichzelf
terug te verdienen.
De kosten zijn dus aanzienlijk en een vermindering van de
hoeveelheid restafval (in 1999 bijna 30.000 ton) van
bijvoorbeeld 1000 ton zou al een besparing van circa
f 340.000,- met zich meebrengen. Het streven is erop
gericht dat de medewerker afvalscheiding en preventie
zichzelf in ieder geval minimaal terugverdient.
Volgens ons is het dan ook alleszins redelijk de kosten in
relatie tot afvalscheiding en -preventie ten laste te
brengen van de afvalstoffenheffing.
5. Stedelijke vernieuwing
In de commissie is gevraagd naar de ontwikkelings- en
voorbereidingskosten in relatie tot de totale beschikbare
"gemeentelijke" middelen met betrekking tot de stedelijke
vernieuwing
Ervan uitgaande dat alle middelen vanuit het Kompas voor
het Noorden ook ingezet (kunnen) worden voor de stedelijke
vernieuwing, zoals wordt voorgesteld in de Perspectiefnota
Plus 2001, dan is er voor de projecten Noordrand en Achter
de Hoven/Vegelin circa f 29,5 miljoen beschikbaar voor de
"gemeentelijke bijdrage" in de periode tot en met 2004.
In 2000 bedragen de ontwikkelings- en voorbereidingskosten
voor het project Stedelijke Vernieuwing ongeveer f 2,4
miljoen. De verwachting is dat de voorbereidende kosten in
de komende jaren lager zullen zijn (zie de navolgende
tabel
in guldens
2000
2001
2002
2003
2004
Plan- en onderzoekskosten
proj ectbureau
1.400.000
1.400.000
1.400.000
1.400.000
1.400.000
Voorbereidingskos ten
Noordrand
470.000
-
-
-
-
Voorbereidingsko s ten
Achter de Hoven/Vegelin
500.000
-
-
-
TOTAAL
2.370.000
1.400.000
1.400.000
1.400.000
1.400.000
De gemeente heeft in dit traject een sterke regierol. De
planontwikkeling, financiële haalbaarheid, onderhandelingen
en voorlichting vragen om een stevige inzet. Deze kosten
zullen in de totale opzet van de stedelijke vernieuwing
deel uitmaken van de inzet die gemeente en overige partijen
leveren. De totale bijdrage die gemeente en derden leveren
loopt in de honderden miljoenen en beslaat naast geldelijke
middelen ook de inbreng van overige waarden, zoals gebouwen
en grond.
Blad 9
Thans is nog niet uitonderhandeld welke partij exact
hoeveel bijdraagt. Het streven is op korte termijn een
overeenkomst te tekenen, waarin de tekorten gedekt zijn en
daarna de organisatorische vormgeving van de uitvoering te
regelen. De plankosten van zowel gemeente als corporaties
zijn in de modellen meegenomen.
Hoe complexer het voorbereidingstraject, hoe meer middelen
dit zal vergen en hoe minder er in principe dan natuurlijk
overblijft voor een bijdrage in de uitvoering. Bij de
plannen en verdeling van bijdragen wordt hier ook rekening
mee gehouden.
6. Structuurplan binnenstad
In de Perspectiefnota Plus 2001 is een voorstel nieuw
beleid opgenomen voor het opstellen van een structuurplan
binnenstad (f 200.000,- nieuw beleid in 2000 en f 200.000,-
in 2001, plus f 200.000,- reguliere middelen in 2000).
Op basis van de geluiden in de Commissies Bestuur
Middelen en Stadsontwikkeling met betrekking tot dit
voorstel hebben wij een heroverweging gemaakt en is, c.q.
wordt een nieuwe aanpak voorgesteld. Kernbegrippen bij de
vernieuwde aanpak zijn degelijkheid en zorgvuldigheid. Het
plan zal minder opinievormend, maar meer -bundelend zijn.
Vooral de consistentie van beleid, het formuleren van een
richtinggevende noemer ("paraplu"voor alle recente
plannen en nota's zijn belangrijke items. Deze vernieuwde
aanpak is ook al (uitgebreider) besproken in de Commissie
Stadsontwikkeling.
De totale kosten van de gewijzigde opzet worden nu geraamd
op totaal f 500.000,-, waarvan de dekking er als volgt
uitziet
f 200.000,- reguliere middelen 2000
f 100 000 -nieuw beleid 2000
f 100.000,- reguliere middelen 2001
f 100.000,-nieuw beleid 2001
in het oorspronkelijke voorstel 2 x f 200.000,-)
7. Perceptiekosten rioolrechten (ombuiging)
Met betrekking tot de voorgestelde ombuiging voor
perceptiekosten riool (O-AZ-3) heeft de NLP-fractie aan
gegeven dat zij tegen de toerekeningsystematiek op zich
geen bezwaar heeft, maar wel van mening is dat dit moet
leiden tot een lastenverlichting. Het onderdeel riool
rechten, dat met ingang van 1 januari 2000 is ondergebracht
bij de Onroerend Zaak Belasting (OZB)is immers gebaseerd
op het principe van kostendekkendheid. Indien de kosten
lager zijn, c.q. worden moet dit worden verrekend met het
desbetreffende tarief. Aangezien wij kostendekkendheid
inderdaad als uitgangspunt hebben gekozen, kunnen wij ons
vinden in deze redenering en zullen de lagere perceptie
kosten riool, als gevolg van de opname in de OZB, dan ook
gaan verrekenen in de tarieven.