Leeswijzer Algemene reserve Naast de incidentele middelen voor nieuw beleid worden er in het kader van de eerder afgesproken lijn met betrekking tot het afromen van de Algemene reserve boven de stand van f 15 miljoen in 2001 incidenteel middelen ingezet voor het achterstallig onderhoud, voor een storting in het Strategisch Investerings- en Ontwikkelings Fonds (SIOF) en worden er aanvullende middelen gereserveerd voor de kosten van invoering van de Euro, totaal f 6 miljoen (pagina 50). Financieel meerjarenperspectief Het financieel meerjarenperspectief is met al onze voorstellen sluitend, met uitzondering van de jaarschijf 2002, die met een licht tekort wordt afgesloten. De Algemene reserve blijft bovendien in alle jaren boven de afgesproken minimumstand van f 15 miljoen. Al met al een verantwoord en gezond financieel eindbeeld, dat in totaliteit wordt weergegeven in tabel 3.9 (pagina 56). Investeringen In het Strategisch Investerings- en Ontwikkelings Fonds (SIOF) nemen wij een nieuwe reservering van ca. f 4,5 miljoen op voor de projecten "verbeteren kwaliteit binnenstad" en "watersysteem Potmargezone" in het kader van het Waterplan "De Blauwe Diamant". Daarnaast doen wij nadere voorstellen voor de aanpak en opzet van het Meerjaren Investerings Programma (MIP) en enkele richtinggevende uitspraken met betrekking tot de financiën van de projecten "stedelijke vernieuwing" en "binnenstad nieuwe stad". Verder zijn er meerjareninvesterings- overzichten voor het SIOF en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). Wij stellen voorts een aanpassing van de procedure voor "ontwikkelingskosten" in het kader van het SIOF voor, in de zin dat hiertoe aan het college mandaat wordt verleend. 8 PERSPECTIEFNOTA PLUS 2001 In de Perspectiefnota 2001 zijn de relevante zaken uit het MOP, de Perspectiefnota en de investeringen per pijler en programma tekstueel gegroepeerd, zodat een totaaloverzicht per beleidsterrein kan worden verkregen en de verbanden beter inzichtelijk zijn. In hoofdstuk 1 worden de hoofdlijnen van de toekomstvisie (LEVI 2030) en het daaruit voortvloeiende Meerjaren Ontwikkelings Programma (MOP) aangehaald. Hierna volgen de daaruit voortvloeiende bestuurlijke prioriteiten voor de komende periode. Waar in hoofdstuk 1 ambities, ontwikkelingsrichting en prioriteiten voor de lange termijn worden beschreven, bevat hoofdstuk 2 het beleidsinhoudelijke deel van de Perspectiefnota voor de korte en middellange termijn. Hierin worden voor de vier pijlers (economie, fysiek, sociaal en randvoorwaarden) per MOP-programma de strategische en operationele doelen uit het MOP weergegeven. Voor ieder programma wordt dit aangevuld met de nieuwe beleidsontwikkelingen, die in de meeste gevallen een vertaling krijgen bij de voorstellen voor nieuw beleid en de investeringsprojecten voor de komende jaren. In hoofdstuk 3 wordt de financiële situatie (paragraaf 3.1) van Leeuwarden in meerjarenperspectief geplaatst en worden de ombuigingen en nieuw beleidsmiddelen voor de komende periode weergegeven. Deze vloeien logisch voort uit de inhoud van de hoofdstukken 1 en 2. De hier voorgestelde keuzes worden later dit jaar vertaald in de Begroting 2001Hoofdstuk 3 wordt afgesloten met het totaaloverzicht van het financieel eindresultaat (structureel meerjarenperspectief en ontwikkeling Algemene reserve) dat ontstaat op basis van de verschillende voorstellen. In hoofdstuk 4 wordt tot slot eerst de voorgestane verdere aanpak en opzet van het Meerjaren Investerings Programma (MIP) uiteengezet. Daarna wordt ingegaan op de in deze eerste fase van het MIP opgenomen geldstromen, te weten het Strategisch Investerings- en Ontwikkelings Fonds (SIOF) en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). In de bijlagen zijn daarnaast alle financiële overzichten (bijlage A), alle voorstellen in de vorm van formulieren (bijlage B) en onder meer het informatieraster (bijlage C) opgenomen. 9 PERSPECTIEFNOTA PLUS 2001

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 470