2.2 Fysieke pijler
Operationele doelen
In 2000 wordt een nieuw ruimtelijk ordeningskader voor de stad Leeuwarden en voor
de dorpen vastgesteld.
Alle bestemmingsplannen worden in de periode 2000 - 2002 geactualiseerd, inclusief
het bestemmingsplan buitengebied.
Beleidsontwikkelingen (Perspectiefnota)
Samen met het bestemmingsplan Buitengebied en het op te stellen Ruimtelijk,
Economisch en Sociaal Plan, vormt de dorpennota het nieuwe ruimtelijke
ordeningskader voor de gemeente Leeuwarden. Een groot deel van het
omvangrijke bestemmingsplannenbestand van Leeuwarden is verouderd. Hierdoor
bestaat in een aantal gebieden een kans op ongewenste ontwikkelingen en lopen in
andere situaties gewenste ontwikkelingen hierdoor vertraging op. Bij de
Perspectiefnota 2000 zijn middelen toegekend voor de eerste fase van de
benodigde actualisatieslag.
In het kader van de nieuwe monumentennota wordt aan de actualisatie ook
aandacht besteed. Tevens wordt er in 2001 een gemeentelijke welstandsnota
opgesteld met gebiedsgerichte welstandscriteria.
2.2.1 Bereikbaarheid
Strategische en operationele doelen (MOP)
Strategisch doel:
Het waarborgen van de bereikbaarheid van de stad binnen beheersbare milieu-effecten en
het bevorderen van de verkeersveiligheid.
Operationele doelen
De toename van de gemiddelde reistijd in het stadsgewest in 2010 zal 39% zijn in
plaats van 88%.
De groei van het aantal autokilometers in het stadsgewest in 2010 zal beperkt worden
tot 37% in plaats van de voorspelde autonome groei van 43%.
De groei van het aantal verkeersslachtoffers zal in 2010 beperkt worden tot 19% in
plaats van 25%.
In 2010 zal het doorgaande verkeer in Leeuwarden, ondanks de fors toenemende
automobiliteit, net als nu nog steeds 4% uitmaken van het totale verkeer.
Het goederenvervoer via water en rail neemt in 2010 een half miljoen ton over van
vervoer via de weg.
Het aandeel in het totale aantal verplaatsingen per fiets en openbaar vervoer
gezamenlijk zal in 2010 toenemen met 2% (tot 39% van alle verplaatsingen) in plaats
van een daling met 6% (tot 31 van alle verplaatsingen).
Op het gebied van vervoermanagement doet in 2010 60% van de bedrijven met meer
dan 50 werknemers aan vervoermanagement en van de overige bedrijven 20%.
Verhoging van de kostendekkingsgraad in de stadsbusdienst van 27% in 1998 naar
minimaal 35% in 2004.
24
PERSPECTIEFNOTA PLUS 2001
Beleidsontwikkelingen (Perspectiefnota)
De aanleg van de haak om Leeuwarden is van cruciaal belang niet alleen voor de
totale ontwikkeling van de stad, maar ook voor de totstandkoming van het project
Leeuwarden-Zuid. De noordelijke directie van Rijkswaterstaat heeft, in nauw
overleg met gemeente Leeuwarden, de verkennende studie naar verbetering van de
Rijksweg 31 Leeuwarden afgerond.
Deze studie is van groot belang voor de verdere stedelijke ontwikkeling aan de
zuidwestkant van de stad. De verkenningenfase is inmiddels verlengd.
Investeringen (MIP)
In 2000/2001 zal een set van korte termijn verkeersmaatregelen worden uitgevoerd,
die bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid en van de
verkeersafwikkeling in Leeuwarden. Het betreft onder andere de volgende
maatregelen: aanpassing Europaplein, aanleg mini-rotonde Lange Marktstraat-
Sophialaan, parkeerverwijssysteem, turbo-mini H. Algraweg-Newtonweg en
verbetering ontsluiting Hemrik.
In het kader van het Ontwikkelings Kader Leeuwarden II (OKL) is onder andere
het Fonds Stadsregio Leeuwarden ingesteld. De doelstelling is versterking van de
stadsregio Leeuwarden en als hoofdthema is gekozen voor "bereikbaarheid van de
stadsregio". De komende periode zal hiervoor een meerjareninvesterings-
programma worden opgesteld door de betrokken gemeenten. In het financieel
meerjarenperspectief 2001 worden de middelen hiervoor vrijgemaakt (bijlage A -
uitzettingen/inkrimpingen).
2.2.2 Woningmarkt
Strategische en operationele doelen (MOP)
Strategisch doel:
Het creëren van een evenwichtige, concurrerende woningmarkt met een voldoende
kwantitatief, maar vooral kwalitatief en gedifferentieerd aanbod van woningen en
woonomgevingen.
Operationele doelen
Voor de periode 1999 - 2010:
Realisatie van in totaal 8.400 nieuwbouwwoningen, met de nadruk op middeldure en
dure koopwoningen, waarvan ongeveer !4 in de bestaande stad wordt gerealiseerd en
de rest in uitleglocaties.
De verhouding koop huur voor woningen verandert van 5,1 4,9 (in 1998) naar 6 4
in 2010.
Van het totaal aantal huishoudens neemt het aandeel huishoudens met midden- en hoge
inkomens toe (in 1996: 45,5 volgens het CBS - midden- en hoge inkomens:
inkomens f 36.850,--, incl. studenten en bevolking in inrichtingen, instellingen en
tehuizen) tot 44,7% in 2003.
Voor de periode 2000 tot en met 2004:
Afname van het aantal huurwoningen door sloop met 1.000 a 1.750.
Afname van het aantal huurwoningen door verkoop met 1.500 a 1.700.
Toename van het aantal huurwoningen door nieuwbouw met 500 a 800.
Afname van het aantal koopwoningen door sloop met 100.
Toename van het aantal koopwoningen door verkoop van huurwoningen met 1.500 a
1.700.
Toename van het aantal koopwoningen door nieuwbouw met 3.400 a 4.100.
25
PERSPECTIEFNOTA PLUS 2001