Beleidsontwikkelingen (Perspectiefnota) Woningbouwproductie 1999 26 Investeringen (MIP) 2.2.3 Omgevingskwaliteit Strategische en operationele doelen (MOP) Strategisch doel: Operationele doelen Er zijn in ca. 50-55 winkel-/bedrijfspanden op leegstaande bovenverdiepingen ca. 100- 120 woningen gecreëerd. In de historische binnenstad behoort meer dan de helft van de nieuw te bouwen of te creëren woningen tot het duurdere marktsegment. Er zijn 200 particuliere woningen verbeterd. 90 van alle nieuwbouwwoningen waarbij de gemeente is betrokken, voldoen aan het nationaal pakket Duurzaam Bouwen. 80% van alle renovaties van woningen waarbij gemeenschapsmiddelen zijn betrokken, voldoen aan het nationaal pakket Duurzaam Beheer. Nieuwe woonlocaties worden ontwikkeld volgens de VNG-lijst voor Duurzame Stedenbouw. Om de geweldige opgave waar Leeuwarden voor staat met betrekking tot de woningmarkt waar te maken, zal het accent de komende periode liggen op een aanzienlijke versnelling van de woningproductie tot 2010 (realisatie van ruim 8.000 woningen). De ontwikkeling van de woningvoorraad van Leeuwarden zag er in 1993-1999 als volgt uit: JAAR WONING VOORRAAD per I januari WONINGPRODUCTIE ONTTREK- SALDO KINGEN Nieuw bouw Productie anders zins Totale woning productie 1993 40.957 242) 215 31 246 4 242 1994 41.199 (+449) 436 14 450 1 449 1995 41.648 170) 219 69 288 118 170 1996 41.818 336) 342 39 381 45 336 1997 42.154 103) 216 56 272 169 103 1998 42.257 265) 282 76 358 93 265 1999 42.522 +42) 215 40 255 213 42 TOTALEN 1.925 325 2.250 643 1.607 Bron: gemeente Leeuwarden. NB: de genoemde cijfers corresponderen met de CBS-opgave. In OKL-verband zijn afspraken gemaakt over de netto-woningproductie (bruto minus onttrekkingen). De gemeente Leeuwarden zal over de periode 1999 tot en met 2002 in totaal 2.049 woningen aan de voorraad moeten toevoegen (de netto productie). 0% 12% 37% 28% 23% sociale koop (tot fl 183.000) en huur (tot fl 850) goedkoop (fl 183.00 tot fl 250.000) middelduur (fl 250.000 tot fl 350.000) duur (fl. 350.000 tot fl 500.000) topsegment (vanaf fl 500.000) PERSPECTIEFNOTA PLUS 2001 Kijkend naar de netto-productie over 1999 betekent dit voor de resterende drie jaar een (noodzakelijke) netto-productie van 1.999 woningen (gemiddeld 666 per jaar). Om te volgen of de afspraken in OKL-verband en in het kader van het MOP zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin worden gehaald wordt er een woningmarktmonitor opgezet. Ter ondersteuning van het beleid wordt tevens de promotie van het woningaanbod geïntensiveerd. De uitbreidingsgebieden die de komende periode in voorbereiding c.q. ontwikkeling zullen worden gebracht, zijn: Zuiderburen (pierwoningen), Tusken Moark en Ie en Leeuwarden-Zuid. In 1999 is het Kaderplan Stedelijke Vernieuwing opgesteld, waarin de inzet is om in de komende tien jaar een omvangrijke verbetering en vernieuwing van de bestaande woonmilieus plaats te laten vinden. Prioriteit voor de eerste periode is gegeven aan Achter de Hoven/Vegelin en de Noordrand. De fasering van de plannen wordt met name ingegeven door de herhuisvestingsmogelijkheden en de financiële begrenzingen van de woningbouwcorporaties en van de gemeente. Ten aanzien van de intensivering van het beheer na upgrading van de wijken wordt de lijn voorgestaan, die ook in het MOP is aangegeven, dat dit door verschuiving binnen de bestaande budgetten zal plaats vinden. Een voorstel voor de herwaardering van het onderhoudsniveau zal nog aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Het tot stand brengen en waarborgen van een aantrekkelijke omgevingskwaliteit en leefmilieu, zodanig dat het bijdraagt aan het woon-, werk- en leefplezier en aan een attractieve en veilige omgeving voor burgers, bedrijven en bezoekers. In 2000 heeft afstemming plaatsgevonden tussen de technische kwaliteiten, via de beheersystemen, en de belevingskwaliteit (burger), hetgeen de basis vormt voor de kosten-kwaliteitsverhouding van het beheer van de gehele openbare buitenruimte in Leeuwarden. De openbare buitenruimte, waaronder o.a. groenvoorzieningen en verhardingen, wordt vanaf 2001 onderhouden overeenkomstig de vastgestelde kwaliteitsniveaus. In de wijken, waarin stedelijke vernieuwing plaatsvindt, stijgt het percentage burgers dat tevreden is met de openbare ruimte (verhardingen, groen, waterpartijen en verlichting) de eerste 5 jaar elk jaar met 1 Het groenareaal dat 'meer natuurlijk' wordt beheerd neemt in gelijke mate toe met de stijging van het totaal te beheren groenareaal. Het oppervlak aan groen in de vorm van parken (de groene longen) blijft gelijk. 27 PERSPECTIEFNOTA PLUS 2001

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 479