2.3.2 Sociale Integratie
Strategische en operationele doelen (MOP)
Strategisch doel:
Operationele doelen
Beleidsontwikkelingen (Perspectiefnota)
2.3.3 Achterstandbestrijding
Strategische en operationele doelen (MOP)
Strategisch doel:
In de afgelopen periode is gewerkt aan de totstandkoming van een Frysk Historisch
Documentatie en Literair Centrum (FHDLC), een brede vorm van samenwerking
met organisaties die het cultuur historisch erfgoed beheren. Begin 2001 zullen voor
de implementatiefase over de personele-, fysieke-, organisatorische- en financiële
consequenties aan de besturen van de strategische partners worden voorgelegd.
In het kader van de vestiging van (nieuwe) culturele opleidingen wordt daarnaast
gewerkt aan de realisatie van een Academie voor popmuziek.
Het ontwikkelen van een sociale infrastructuur, zo mogelijk op wijkniveau, die de
participatie van de burgers bevordert en ondersteunt, de sociale cohesie versterkt en het
ontstaan van achterstanden voorkomst; een dergelijke infrastructuur dient afgestemd te zijn
op de fysieke en economische infrastructuur.
Het buurtschoolconcept is in 2002 in 4 wijken gerealiseerd of in ontwikkeling.
De gemiddelde positieve beoordeling van de Leeuwarden inzake zijn of haar
leefomgeving neemt toe van 24% in 1998 tot 35% in 2003.
Het kengetal voor verloedering in Leeuwarden neemt af van 4,2 in 1998 tot 4,0 in 2003
(hoe lager hoe gunstiger).
De beoordeling van de sociale kwaliteit in Leeuwarden-Oost zal in 2004 stijgen naar
6,0 (stedelijk gemiddelde in 1998: 6,1); het gemiddelde voor Leeuwarden zal stijgen
naar 6,3 in 2004.
In 2003 is het aandeel van de bevolking dat zegt het afgelopen 12 maanden slachtoffer
te zijn geweest van:
(poging tot) inbraak gestabiliseerd op 7%
auto-inbraak (autodelicten) teruggebracht van 20 tot 17%
fietsendiefstal teruggebracht van 20 tot 16%
vernielingen gestabiliseerd op 8%
geweldsdelicten teruggebracht van 8 tot 6%
De geweldscriminaliteit en agressiedelicten in het uitgaanscentrum nemen af met 6%
in 2002.
In 2002 is het aantal minderjarige verdachten in de totale geregistreerde criminaliteit
met 5% gedaald.
Het percentage van de bevolking dat via het wijkmonitoringsysteem aangeeft overlast
te ondervinden van verslaafden vermindert van 12% naar 9% in 2004.
In 2002 zal de overlast van jongeren in wi jken gedaald zijn van 12% naar 9%.
In aansluiting bij de wijkaanpak zal in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid het
"wijkgericht werken" verder worden ontwikkeld door intensivering op de volgende
terreinen: uitbreiding buurt-/wijkopbouwwerk (ondersteuning interactief beleid) en
speelruimtebeleid. Daarnaast worden er vanaf 2002 nieuwe middelen beschikbaar
gesteld voor het buurtschoolconcept.
32
PERSPECTIEFNOTA PLUS 2001
In het kader van de overlastbestrijding wordt tevens ingezet op de totstandkoming
van een dagopvang (verslaafde) dak- en thuislozen en 24-uurs bereikbaarheid
psvcho-sociale crisisgevallen.
Door de gemeenteraad is inmiddels voor de middellange termijn (2004) een
integraal veiligheidsplan vastgesteld, waaraan wijkveiligheidsplannen zijn
gekoppeld. De thema's hierin zijn: veiligheid in wijken, buurten en dorpen, jeugd
en veiligheid, geweld in het publieke domein, overlast in het publieke domein en
veilige woonomgeving. Om dit veiligheidsbeleid te kunnen uitvoeren worden er
structureel middelen beschikbaar gesteld.
Belangrijk daarbij is de ambtelijke regiefunctie, die zich richt op het activeren van
partijen, dat wil zeggen het bij elkaar brengen van partners die vanuit de
verschillende schakels van de veiligheidsketen een bijdrage kunnen leveren aan het
veiligheidsbeleid en het motiveren en stimuleren om de gewenste rol te spelen.
Het voorkomen dat mensen in een achterstandsituatie raken (preventie) en het verbeteren
van de positie en het verminderen van het sociaal isolement van mensen die zich in een
achterstandsituatie bevinden (activering en uitstroom).
33
PERSPECTIEFNOTA PLUS 2001