Artikel 2 Het recht op nadeelcompensatie
Indien een verzoeker nadeel lijdt, dat direct het gevolg is van de
uitvoering van het project en dat alle relevante omstandigheden in
aanmerking genomen redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste
behoort te blijven, zal de raad - met inachtneming van het bepaalde in
deze verordening - besluiten dit nadeel naar billijkheid te compenseren,
voor zover de compensatie van dit nadeel niet of niet voldoende op
andere wijze is gewaarborgd.
De compensatie van het nadeel vindt plaats in geld of, indien dat
geschikter is, op andere wijze.
Artikel 3 Het verzoek
Het verzoek om nadeelcompensatie dient uiterlijk binnen een periode van
één jaar na 31 december van het jaar, waarop het verzoek betrekking
heeft, bij de raad te worden ingediend. Indien het project zich over
meerdere jaren uitstrekt, dient het verzoek te worden ingediend
uiterlijk één jaar na 31 december van het jaar waarop het project een
einde heeft genomen.
Het verzoek bevat ten minste:
a. de naam en het adres van de verzoeker;
b. de dagtekening;
c. een beschrijving van de handeling en/of het bestuursbesluit dat naar
het oordeel van de verzoeker het nadeel veroorzaakt;
d. een opgave van de aard en de omvang van het nadeel, vergezeld van
een zo nauwkeurig mogelijke specificatie van het bedrag van het
nadeel;
e. een omschrijving van de wijze waarop het nadeel naar het oordeel van
de verzoeker dient te worden gecompenseerd en, in het geval een
compensatie in geld wordt gewenst, een opgave van het bedrag dat
naar het oordeel van de verzoeker dient te worden vergoed;
f. een ondertekening door de verzoeker.
Burgemeester en wethouders bevestigen de ontvangst van het verzoek zo
spoedig mogelijk, doch ten hoogste binnen twee weken na ontvangst
daarvan. Bij de ontvangstbevestiging wordt de verzoeker in kennis
gesteld van de te volgen procedure en de termijn, waarbinnen een
beslissing tegemoet kan worden gezien.
Indien het verzoek naar het oordeel van burgemeester en wethouders
onvolledig is, stellen zij de verzoeker in de gelegenheid het verzuim te
herstellen binnen een termijn van acht weken na datum van verzending van
de brief, waarin hem op het verzuim is gewezen. Desgewenst kunnen
burgemeester en wethouders binnen genoemde termijn van acht weken tevens
verlangen dat de volgende gegevens worden overgelegd: boekhoudkundige,
fiscale of andere financiële bescheiden voorzien van een
accountantsverklaring betreffende het jaar waarop de aanvraag betrekking
heeft, alsmede van de referentiejaren, waaruit de gestelde schade kan
worden afgeleid, voor zover het verzoek om financiële compensatie
betrekking heeft op schade door derving van winst of inkomen.
Indien en voor zover het verzoek als bedoeld in het eerste lid
klaarblijkelijk geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op planschade
als bedoeld in artikel 4 9 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vindt
het bepaalde in artikel 7, lid 1 geen toepassing en wordt het verzoek
voor het betreffende gedeelte door de raad overeenkomstig het bepaalde
in de "Procedureverordening Planschadevergoeding" ter advisering
voorgelegd aan de schadebeoordelingscommissie
4
6. Een besluit als bedoeld in het vijfde lid om een verzoek aan de
schadebeoordelingscommissie voor te leggen, wordt aan de verzoeker
schriftelijk meegedeeld.
Artikel 4 De adviescommissie
De adviescommissie, in te stellen door burgemeester en wethouders, dient te
voldoen aan de volgende criteria:
a. De leden mogen niet werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van enig
bestuursorgaan van de gemeente Leeuwarden of uit andere hoofde nauw
betrokken zijn bij de uitvoering van een project, waarop een verzoek tot
toekenning van nadeelcompensatie betrekking heeft;
b. De leden moeten ter zake deskundig en onpartijdig zijn.
Artikel 5 Niet-ontvankelijkheid
1. Indien het verzoek is ingediend, nadat de in artikel 3, lid 1 bedoelde
termijn is verstreken, verklaart de raad de verzoeker niet-ontvankelijk
en vindt het bepaalde in artikel 7, lid 1, geen toepassing.
Niet-ontvankelijkverklaring blijft achterwege, indien redelijkerwijs
niet kan worden geoordeeld, dat de aanvrager in verzuim is geweest.
2. Een besluit tot niet-ontvankelijkverklaring als bedoeld in het eerste
lid wordt aan de verzoeker meegedeeld binnen twaalf weken na ontvangst
van het verzoek.
3. Indien de verzoeker niet, niet tijdig of niet in voldoende mate heeft
voldaan aan een uitnodiging tot aanvulling als bedoeld in artikel 3, lid
4, kan de raad besluiten het verzoek niet te behandelen.
4Een besluit om het verzoek niet te behandelen wordt aan de verzoeker
meegedeeld binnen twaalf weken nadat het verzoek is aangevuld of nadat
de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
Artikel 6 Vereenvoudigde afhandeling van het verzoek
1. De Raad kan de aanvraag binnen 12 weken na de ontvangst afwijzen zonder
dat toepassing wordt gegeven aan artikel 7 en volgende.
2. De in het voorgaande lid genoemde termijn kan door de raad eenmaal met
ten hoogste 12 weken worden verlengd.
Artikel 7 Onderzoek/werkzaamheden adviescommissie
1. Indien geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3, lid 5,
in artikel 5, lid 1, of lid 3, of in artikel 6, leggen burgemeester en
wethouders binnen vier weken na ontvangst daarvan, dan wel binnen vier
weken na ontvangst van de ingevolge artikel 3, lid 4, nagezonden
stukken, het verzoek ter advisering voor aan de adviescommissie.
2. De adviescommissie onderzoekt:
a. de vraag of het nadeel een gevolg is van de uitvoering van het
proj eet
b. de vraag wat de omvang van het nadeel is;
c. de vraag of het nadeel redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste
van de verzoeker behoort te blijven, in welk verband tevens wordt
onderzocht of de verzoeker het risico van het nadeel passief, dan wel
actief heeft aanvaard;
5