Onderbouwing van het voorstel: De (concept)monumentennota 2000-2005 vormt het kader voor de wijze waarop Leeuwarden in deze beleidsperiode wil omgaan met haar cultuurhistorisch erfgoed. Het beleidsterrein van de Monumentenzorg is sinds de laatste monumentennota uit 1985 verbreed. Van objectgebonden zorg voor gebouwde monumenten tot de zorg voor boven- en ondergrondse cultuurhistorische waarden in hun ruimtelijke context, van de periode vanaf de vroegste bewoning tot en met de periode van Wederopbouw. Het cultureel erfgoed van Leeuwarden is omvangrijk en vertegenwoordigt een grote gemeenschappelijke culturele en economische waarde. Het monumentenbeleid is erop gericht die waarden te behouden, de kwaliteit ervan te verbeteren en de cultuurhistorische meerwaarde in te zetten bij de ontwikkeling van het toekomstige Leeuwarden, de centrumstad zoals bedoeld in LEVI 2030. In het verlengde van dat strategisch beleidskader is het effect van Monumentenzorg: een dynamische monumentenstad Leeuwarden met landelijke bekendheid, waarin bezoekers, burgers en het bedrijfsleven de cultuurhistorische kwaliteit van de stad, de dorpen en het landelijk gebied hogelijk waarderen. Om doelstellingen en ambities dichterbij te brengen zal Leeuwarden: 1het rijksbeschermings- en stimuleringsbeleid uitvoeren, naar de eisen en op grond van diverse wetten (Monumentenwet, wet RO, Woningwet, e.d.), aanvullende besluiten en regelingen. Dit betreft de uitoefening van algemene Monumentenzorg en de reguliere werkzaamheden in direct verband met de 560 beschermde rijksmonumenten en 3 beschermde stadsgezichten; 2. een gemeentelijk beschermingsbeleid instellen. Cultuurhistorische elementen van lokale en regionale waarde worden geselecteerd voor plaatsing op een gemeentelijke monumentenlijst. Voor de drie beschermde stadsgezichten worden in kwaliteitsdocumenten uitgangspunten en criteria vastgelegd, die de beschreven waardevolle kwaliteiten beter beschermen tegen ongewenste ontwikkelingen dan alleen de voorschriften van een bestemmingsplan; 3. een beleid voor archeologie voorbereiden en ontwikkelen. Op grond van a.s. wet- en regelgeving worden gemeenten in 2001 belast met archeologische zorg. Er zal een bijpassend instrumentarium nodig zijn dat de gemeente in staat stelt goed om te gaan met het uitgangspunt 'bij onvermijdelijke verstoring van het bodemarchief zijn de kosten van opgraving en onderzoek voor rekening van de verstoorder'; 4. het gemeentelijk stimuleringsbeleid herzien en de subsidieverordening aanpassen. De gemeente stimuleert het instandhouden van gemeentelijke monumenten en het (monumentaal) wonen in de binnenstad o.a. met een financiële bijdrage voor eigenaars in de restauratie- en bouwkosten. Het nieuwe financieel instrumentarium beoogt de investeringen te sturen, het rendement van het subsidiebudget te verhogen en de dienstverlening te verbeteren; 5. structureel voorlichting geven aan eigenaren, gebruikers, belanghebbenden en andere betrokkenen over het monumentenbeleid (procedures, regelingen, status van monumenten), restauratie, onderhoud en kleurgebruik; 6. een structureel aanbod stimuleren van een breed scala aan activiteiten rond cultuurhistorische thema's. In samenwerking met andere partijen worden projecten geïnitieerd voor culturele manifestaties, educatie en toeristische producten. Als de plaats van handeling geldt vooral de monumentale binnenstad met het 'cultureel kwartier'; 7. met promotionele activiteiten en p.r. structureel de aandacht vestigen op monumentaal Leeuwarden. Een sterk imago als cultureel actieve stad met een mooi historisch winkelcentrum trekt meer (bestedende) bezoekers en kan van doorslaggevende betekenis zijn voor woningzoekenden en ondernemers die ovenwegen zich hier te vestigen. Om deze beleidsvoornemens te kunnen realiseren, de strategische doelen te behalen en om kansen te kunnen benutten zullen de organisatorische, personele en financiële randvoorwaarden ingevuld worden. Daarvoor worden de volgende maatregelen voorgesteld: 1. Starten van een informatiserings- en digitaliseringstraject. Het monumentenregister en alle documentatie over monumentaal Leeuwarden bestaat nu in de vorm van honderden meters papieren dossiers. Dit maakt deze informatie moeilijk en voor maar weinig mensen toegankelijk en de uitvoering van de kerntaken van monumentenzorg onnodig arbeidsintensief. In een informatiseringstraject kunnen grote 64 delen van het archief en het monumentenregister gedigitaliseerd en elektronisch ontsloten (bedrijfsintern en publiek) worden. Waarbij de processen geautomatiseerd en gekoppeld worden aan het fysieke en virtuele loket van de gemeente. Betere dienstverlening en voorlichting en een grotere sturing en beheersing van processen en projecten zijn het doel. Eerst is een brede verkenning naar de kansen en (on)mogelijkheden noodzakelijk voor het opstellen van een plan van aanpak. 2. Uitbreiden van formatie. Sinds de vorige monumentennota (1985) en een aanvullende notitie (1990) zijn de bevoegdheden en taken van een budgethoudende monumentengemeente als Leeuwarden aanmerkelijk veranderd en toegenomen. De huidige formatieomvang is nog gebaseerd op het beleid van ruim 10 jaar geleden, terwijl het beleidsterrein inmiddels is verbreed, het aantal monumenten en stadsgezichten is toegenomen (MSP) en het werkaanbod vooral de laatste jaren aanzienlijk is gegroeid door een toegenomen maatschappelijke belangstelling en door de aanhoudende economische hoogconjunctuur die tot veel bouwactiviteiten leidt. Voorgesteld wordt de formatie aan deze veranderingen aan te passen door een structurele uitbreiding van 1,43 fte.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 550