PERSPECTIEFNOTA 2001 - 2004 Dienst: Stadsontwikkeling
VOORSTEL NIEUW BELEID N-SO-11
Gemeentelijke welstandsnota
PERSPECTIEFNOTA 2001 - 2004 Dienst: Stadsontwikkeling
VOORSTEL NIEUW BELEID N-SO-12
Beleidsproduct: Welstandsbeleid
Productcode:
Naam van het voorstel: GEMEENTELIJKE WELSTANDSNOTA (gebiedsgerichte
welstandscriteria)
Te realiseren bestuurlijke doelen:
1. voldoen aan wettelijke verplichting tot het vastleggen van de te hanteren welstandscriteria
2. objectiviteit en transparantie in welstandsbeoordeling
Relatie met het Bestuursprogramma 1998 -2002:
5.2 Economische pijler; Ruimtelijke Ordening; architectuurbeleid (actiepunt 1)een effectief
welstandsbeleid is één van de belangrijkste instrumenten in de uitvoering van het
gemeentelijk architectuurbeleid.
Relatie met strategische en operationele doelen uit het Meerjarenontwikkelingsprogramma:
parallel aan de actualisering van alle bestemmingsplannen in de periode 2000-2002 zullen in
een gebiedsgerichte aanpak de welstandscriteria vastgesteld worden als kader voor de
beoordeling van bouwinitiatieven.
Operationele doelen c.q. meetbare effecten
Streefnormen
2000 2001 2002 2003 2004
grotere tevredenheid over functioneren welstand
(zowel extern als intern)
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Maatregelen - activiteiten - producten
Budgetbeslag per jaar (x f 1.000,-)
2000
2001
2002
2003
2004
-400
+400
Onderbouwing van het voorstel:
Rond welstandstoezicht speelt zich sinds jaar en dag een discussie af.
Enerzijds zijn dat de sterke verhalen op verjaardagen en borreluurtjes, met als hoofdthema's
de betutteling en willekeur ten opzichte van eigen bouwinitiatieven, en de onbegrijpelijk
tolerante houding ten opzichte van andermans bouwplannen.
Daarnaast vindt op professioneler niveau zowel binnen de architectenwereld als binnen de
politiek een discussie plaats over 'het wilde wonen', 'staatsarchitectuur', 'architectuurpolitie'
(Carel Weeber, ex-voorzitter BNA), 'de eigen toko van de Federatie Welstand', 'vergaande
bemoeizucht' en 'politieke regelneverij' (staatssecretaris Johan Remkes).
Naar aanleiding van de evaluatie van de (in 1992 herziene) Woningwet en het Bouwbesluit
en de uitkomsten van het project "Bouwregelgeving", dat in het kader van de operatie
"Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit" (MDW) is uitgevoerd, zal binnenkort
een wijziging van de Woningwet worden vastgesteld.
Relevante punten uit de wetswijziging i.v.m. dit voorstel:
- Verantwoordelijkheid voor ruimtelijke kwaliteit ligt bij gemeente, via
bouwvergunningverlening of repressief toezicht.
- De welstandscommissie brengt advies uit aan het gemeentebestuur.
De gemeenteraad is verplicht tot het vastleggen van de te hanteren welstandscriteria in
een gemeentelijke welstandsnota, zodat de transparantie en objectiviteit toeneemt.
De openbaarheid rond het functioneren van de welstandscommissie moet worden
vergroot.
Klein welstandsbeleid
Na inwerkingtreding van de wijziging van de Woningwet zal voor een aantal typen
bouwwerken geen vergunning meer vereist zijn, dan wel met een 'lichte' vergunning (met
verkorte procedure) kunnen worden volstaan. De 'lichte' gevallen kunnen desgewenst intern
(ambtelijk) worden beoordeeld, aan de hand van vastgestelde criteria
De kosten van totaal f400.000,- bestaat uit interne uren ad f 150.000,-,
communicatiekosten ad f 100.000,- en externe adviezen/opdrachten ad f 150.000,-.
70
Beleidsproduct: Ruimtelijke Ordening
Productcode:
Naam van het voorstel: STRUCTUURPLAN BINNENSTAD
Te realiseren bestuurlijk doel:
Het opstellen van een beleidskader voor integrale afweging in verband met de toenemende
ontwikkelingen en investeringsdruk in de binnenstad, bovendien zal een duidelijk
beleidskader de drempel voor nieuwe investeringen verlagen.
Relatie met het Bestuursprogramma 1998 - 2002:
Het renoveren van grote delen van de binnenstad (topprioriteit 8)
Relatie met strategische en operationele doelen uit het MeerjarenOntwikkelingsProgramma:
Strategisch doel MOP: versterking van de kwaliteit, de aantrekkingskracht, de toeristische
(economische) potentie en de regionale positie als provinciale hoofdstad in het algemeen en
de Leeuwarder binnenstad in het bijzonder. Daardoor wordt een toename in de
werkgelegenheid in de detailhandel nagestreefd en de daarbij behorende toename van de
koopkrachtbinding en -toevloeiing, evenals een toename van het aantal toeristen.
Operationele doelen c.q. meetbare effecten
Streefnormen
2000 2001 2002 2003 2004
MOP binnenstad:
Toename aantal toeristen
Toename werkgelegenheid in detailhandel
in 2005:
100
duizend
150
Maatregelen - activiteiten - producten
Budgetbeslag per jaar (x f 1.000,-)
2000
2001
2002
2003
2004
Opstellen structuurplan
-200
200
Onderbouwing van het voorstel:
Het is nodig om op korte termijn een nieuw integraal structuurplan voor de binnenstad te
maken. Enerzijds vraagt de toenemende investeringsdruk om een beleidskader aan de hand
waarvan een integrale afweging kan worden gemaakt, anderzijds zal een duidelijk
beleidskader de drempel voor nieuwe investeringen verlagen.
Voor het opstellen van het structuurplan wordt een themagewijze aanpak voorgesteld,
waarbij in een cyclus van 10 thema's diverse onderwerpen integraal aan de orde komen.
Elke thema wordt achtereenvolgens aan de hand van de volgende onderdelen behandeld:
een startnotitie, een panel, een publieksactie en een politiek debat. Het planproces zal
vernieuwend zijn en door gerichte toepassing van nieuwe communicatietechnieken zullen
zowel ratio, vernieuwing, emotie en afweging bijeen worden gebracht.
De totale kosten van het opstellen van het structuurplan voor de binnenstad bedragen fl.
600.000,-. De planvoorbereidingskosten bestaan uit:
Interne ambtelijke kosten fl. 200.000,-
Externe kosten fl. 400.000,-
Totaal fl. 600.000,-
De kosten bedragen dus circa fl. 60.000,- per thema. Voor fl. 200.000,- is reeds dekking
gevonden binnen de reguliere begrotingsmiddelen van de jaarschijf 2000 en voorde
resterende fl. 400.000,- wordt dekking gevraagd bij deze Perspectiefnota. De kosten van
eindredactie en productie van het eindresultaat in 2001 zijn hierin nog niet opgenomen. Voor
zover het ambtelijke kosten betreft kunnen deze kosten worden gedekt uit reguliere
begrotingsmiddelen van de jaarschijf 2001.