PERSPECTIEFNOTA 2001 - 2004 Dienst: Welzijn
VOORSTEL NIEUW BELEID N-WZ-6
PERSPECTIEFNOTA 2001 - 2004 Dienst: Welzijn
VOORSTEL NIEUW BELEID N-WZ-7
Beleidsproduct: Onderwijsachterstandenbeleid
Productcode:
480.04
Naam van het voorstel: BUURTSCHOOL
Te realiseren bestuurlijk doel: Versterken samenhang in wijk/buurt en bestrijding
onderwijsachterstanden door het oprichten van één of meer Buurtscholen
Relatie met het Bestuursprogramma 1998 - 2002: Eén van de 10 topprioriteiten (blz. 1) en
actiepunt (blz. 15)
Relatie met strategische en operationele doelen uit het Meerjarenontwikkelingsprogramma:
Eén van de kwaliteitsthema's uit Sociale Pijler (zie blz. 85)
Operationele doelen c.q. meetbare effecten
Streefnormen
2000
2001
2002
2003
2004
Het Buurtschoolconcept is in 2002 in 4 wijken
gerealiseerd of in ontwikkeling
4
Maatregelen - activiteiten - producten
Budgetbeslag per jaar (x f 1.000,-)
2000
2001
2002
2003
2004
-300
Onderbouwing van het voorstel:
De Buurtschool is een speerpunt uit Bestuursprogramma 1998-2002 overgenomen bij
"Sturen op Kwaliteit". Het is een voorziening met het oog op sociale integratie en sociale
binding in de wijk. Gericht op zorgverbreding, vergroten van participatie van ouders en
andere buurtbewoners en vergroten van de gebruiksmogelijkheden van accommodaties.
Er is een tijdelijk budget toegekend van f 200.000,- tot en met 2001De structurele uitzetting
is ten behoeve van de lopende Buurtschoolprojecten en ten behoeve van uitzetting met
meerdere Buurtscholen.
Het bedrag is exclusief de mogelijk noodzakelijke voortzetting van de projectleider.
80
Beleidsproduct: Kunsten Cultuur
Productcode:
Naam van het voorstel: CULTUURNOTA 2001-2004 - CONTINUEREN HUIDIG NIVEAU
Te realiseren bestuurlijk doel: (zie ook MOP)
versterken van de regiofunctie die Leeuwarden in het Noorden vervult
bevorderen van participatie en ontmoetingsfunctie
verbeteren van het imago en versterken van de lokale economie
Relatie met het Bestuursprogramma 1998 - 2002:
De gemeente neemt de positie in van regisseur van beleid en richt zich op samenwerking en
bundeling van krachten. Met het beleid wordt beoogd de positie van Leeuwarden als
cultureel brandpunt in Fryslan te versterken, zodat de stad aantrekkingskracht heeft op
inwoners uit het hele Noorden en duidelijk zichtbaar is op de nationale kaart.
Actiepunten:
- uitvoeren cultuurnota 1998-2000
- actualiseren van de nota Fries taalbeleid
Relatie met strategische en operationele doelen uit het Meerjarenontwikkelingsprogramma:
Meer concreet legt de gemeente in het MOP prioriteit bij de volgende beleidsdoelstellingen:
Versterking van het productieklimaat (in alle kunstdisciplines, o.a. artists in residence)
Bevordering van cultuureducatie en participatie (heeft relatie met o.a. Actieplan
Cultuurbereik in cultuurconvenant en met 'kunst en cultuur naar de wijken')
Versterking en uitbouw van culturele festivals en manifestaties
Verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte: a) beeldende kunst, vormgeving,
architectuur en b) cultureel kwartier
Operationele doelen c.q. meetbare effecten
Streefnormen
2000
2001
2002
2003
2004
Te bereiken in 2004:
Toename van de cultuurparticipatie algemeen
Toename van de cultuurparticipatie door
jongeren
Toename van het aantal binnenschoolse
cultuureducatieve projecten
Toename van het aantal lokale producties
Toename van het aantal museumbezoekers
Toename van het aantal festivalsbezoekers
15%
20%
30%
15%
30%
Maatregelen - activiteiten - producten
Budgetbeslag per jaar (x f 1.000,-)
2000
2001
2002
2003
2004
A. Continueren huidige niveau:
- Culturele festivals en manifestaties:
- Cultuureducatie: matchingsgeld voor
(voornamelijk binnenschoolse) projecten:
- Kunst en cultuur naar de wijken:
- Artists in residence:
- Friese taal en cultuur:
- Leeuwarder historie:
B. Minimale inzet bij convenantafspraken -
matchingsruimte:
- Culturele festivals en manifestaties
- Actieplan Cultuurbereik
Totaal
-200
-80
-60
-80
-40
-10
-130
-150
-755
Onderbouwing van het voorstel:
A. Met het huidige cultuurbeleid blijkt Leeuwarden een goede koers te hebben ingezet.
Wil de stad in de komende jaren het huidige beleidsniveau versterken, dan dienen allereerst
het huidige beleid en bijbehorende middelen te worden gecontinueerd. Aangezien bij de
vaststelling van de cultuurnota 1998-2000 een groot deel van de financiële uitzettingen
slechts voor de duur van drie jaar is geregeld, komt per 2001 een groot deel van de middelen