dienstbetrekkingen in de collectieve en non-profit sector voor langdurig
werklozen gericht op instroom in het arbeidsproces respectievelijk
doorstroom naar andere functies in het arbeidsproces.
Lid 6
Dit lid behoeft geen nadere toelichting
Lid 7
Hiermee wordt bedoeld de Wet inschakeling werkzoekenden van 4 december 1997
(Stb. 7 60), houdende regeling voor de totstandkoming van een gemeentelijk
werkfonds voor voorzieningen ter bevordering van de toetreding tot het
arbeidsproces van langdurig werklozen en jongeren.
Artikel 2
De inhoud van dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3
Lid 1
De regionale klachtencommissie wordt gevormd door ten minste vier leden en
een voorzitter. Deze leden en voorzitter worden door de aan deze regeling
deelnemende raden van gemeenten benoemd, ontslagen dan wel geschorst. Alle
deelnemende gemeenten moeten instemmen met de voordracht van de leden én de
voorzitter. Derhalve wordt voor iedere gemeente afzonderlijk een voordracht
gemaakt. Ontslag en schorsing van de voorzitter en/of leden van de
regionale klachtencommissie op voorstel van één der deelnemende gemeenten
verdient instemming van de overige deelnemende gemeenten. Een voorstel tot
schorsing dan wel ontslag dient schriftelijk bij de commissie ingediend te
worden en met redenen omkleed.
Leden 2 en 3
Dezen leden behoeven geen nadere toelichting.
Lid 4
Om een onafhankelijke behandeling van de klachten te benadrukken en zoveel
als mogelijk te kunnen garanderen is bepaald dat de voorzitter, de leden en
de plaatsvervangende leden van de commissie geen deel uit mogen maken van
of werkzaam mogen zijn onder de verantwoordelijkheid van betrokken
gemeenten of organisaties die zijn belast met de uitvoering van de Wiw en
de Regeling I/D-banen.
Gemeenten moeten immers toezien dat de gevraagde prijzen voor goederen en
diensten niet concurrentieverstorend zijn. Wanneer de gemeente belangen
heeft in de uitvoering van de Wiw of de Regeling I/D-banen op grond waarvan
de klacht is ingediend, kan van een zuivere afweging van de in het geding
zijnde belangen bij de klacht nauwelijks sprake zijn.
Lid 5
De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.
Artikel 4
De commissie laat zich bijstaan door een secretaris die de voorbereiding
van de klachtenbehandeling voor zijn of haar rekening neemt. Daarbij kan
6
worden gedacht aan het agenderen van het overleg waarin de klacht wordt
behandeld, het inwinnen van informatie betreffende de klacht en het
opstellen van het advies aan het bestuursorgaan van de betrokken gemeente.
De secretaris en diens plaatsvervanger worden aangewezen door het college
van burgemeester en wethouders van een der deelnemende gemeenten. De
(plaatsvervangend) secretaris dient een ambtenaar te zijn omdat de
klachtbehandeling plaatsvindt onder gemeentelijke regie en
verantwoordelij kheid
Het secretariaat kan per vier jaar uitgevoerd worden door een der
deelnemende gemeenten.
Artikelen 5, 6 7 en 8
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 9
Leden 1 en 2
Deze leden behoeven geen nadere toelichting.
Lid 3
Het kan voorkomen dat één der partijen bij de klacht betrokken, afziet van
het hoorrecht. Het afstand doen van het hoorrecht hoeft niet uitdrukkelijk
te geschieden. Wanneer één der partijen is opgeroepen voor de hoorzitting,
maar niet komt opdagen, wordt deze afwezigheid beschouwd als het afstand
doen van het hoorrecht. De partijen kunnen ook uitdrukkelijk afstand doen
van het hoorrecht. In beide gevallen is een herroeping van het afstand doen
niet mogelijk. Het is dus niet mogelijk dat hierna op verzoek van de partij
die afstand heeft gedaan van het hoorrecht een hoorzitting plaatsvindt.
Leden 4 en 5
Deze leden behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 10
De voorzitter en de leden van de commissie hebben stemrecht.
Om een vergadering over de ingediende klacht te kunnen houden dient er
minimaal een drietal leden, inclusief de voorzitter, aanwezig te zijn. Met
een minder aantal leden van de commissie wordt niet bereikt dat er een
afgewogen advies aan het bestuursorgaan kan worden gedaan. Wanneer het
quorum op de bijeenkomst van de commissie niet aanwezig is, wordt een
nieuwe datum gepland door de secretaris op een moment dat er wel voldoende
leden aanwezig kunnen zijn. Wanneer de leden verhinderd zijn, kunnen zij
ook schriftelijk hun inbreng in de klachtenbehandeling bij de secretaris
inleveren. De secretaris brengt dit dan in de vergadering in.
Artikel 11
Er kunnen zich omstandigheden voordoen dat het ongewenst is dat ofwel de
voorzitter ofwel één van de leden deelneemt aan de klachtenbehandeling. Dit
is bijvoorbeeld het geval wanneer de onpartijdigheid in het geding is. De
commissie maakt hierin overigens haar eigen afweging. De commissie wijst zo
nodig één der plaatsvervangende leden aan om de commissie te completeren.
7