Blad 2
wettelijke verankering van de zorg voor welzijn in de
Welzijnswet van 1994.
In dit geheel neemt de lokale overheid - de gemeente - de
laatste decennia een centrale positie in. Dat komt omdat
nagenoeg het gehele welzijnsbeleid en de bijbehorende
financiële middelen van het Rijk naar de gemeenten zijn
overgeheveld. Op lokaal niveau functioneren grote
gefuseerde welzijnsinstellingen, fusies die vaak als gevolg
van bezuinigingen in de tachtiger jaren tot stand zijn
gekomen, of omdat de noodzaak niet langer gevoeld werd om
de oude indeling in zuilen naar geloofsovertuiging in stand
te houden.
Onder invloed van de democratiseringsgolf van de zestiger
en zeventiger jaren van de vorige eeuw is voor bijna elke
vorm van maatschappelijk initiatief een vorm van
professionele ondersteuning in het leven geroepen. Of het
nu gaat om jongeren in een achterstandsituatie, ouderen die
meer willen bewegen, meiden en vrouwen die zich willen
oriënteren op de samenleving of nieuwkomers die moeten
inburgeren: in al deze situaties zijn beroepskrachten in
Nederland actief. Dat heeft geleid tot even zovele
instellingen en werksoorten die samen een staalkaart vormen
van de diversiteit en versnippering die in de welzijnszorg
is opgetreden.
Vernieuwing van het welzijnbeleid
De welzijnsinstellingen in de gemeente Leeuwarden zullen in
de toekomst te maken krijgen met een andere oriëntatie dan
in de afgelopen tientallen jaren het geval is geweest. Op
die verandering en vernieuwing van het welzijnsbeleid, die
in Nederland met de term Lokaal sociaal beleid wordt
aangeduid, zullen wij nader ingaan.
Aan het vernieuwingsproces van het welzijnsbeleid in
Leeuwarden is als motto een versregel meegeven van de 19e
eeuwse Spaanse dichter Antonio Machado. Dit motto luidt:
"Wandelaar, er is geen weg; je baant je een weg door te
wandelen"Daarmee bedoelen we, dat er geen vooraf
uitgestippelde marsroute is waarlangs we ons doel zouden
kunnen bereiken. Dat kan door al doende te leren, en met
elkaar - overheid én professionele instellingen - op weg te
gaan
Door de dienst Welzijn van de gemeente is een nieuwe
strategische visie ontwikkeld op het welzijnsbeleid in
Leeuwarden. Deze visie, vervat in het Beleidskader Lokaal
sociaal beleidis inmiddels door uw raad overgenomen en
heeft gediend als leidraad voor het ontwikkelingsproces. De
achtergrond van deze visie is dat het gemeentebestuur er
naar streeft om de bestuurlijke verhoudingen met haar
burgers zó vorm te geven dat een zo direct mogelijke
Blad 3
invloed geleverd kan worden op de beslissingen die burgers
aangaan
Heel lang heeft het inzetten van middelen voor welzijns
voorzieningen en voor de bestrijding van sociale problemen
plaatsgevonden op een wijze die te typeren is als
aanbodgerichtNu staan we op het punt de omslag te gaan
maken naar een vraaggestuurde inzet. Daarmee bedoelen we
dat de vragen die bij cliënten, klanten, deelnemers,
burgers leven over maatschappelijke noden en oplossingen
richtinggevend moeten zijn voor de besteding van
gemeentelijke middelen.
Als deze strategie wordt losgelaten op de driehoek burger-
instelling-overheid, dan leidt dat in onze visie tot een
model, dat er als volgt uit ziet.
De overheid definieert in algemene termen de wijze
waarop zij het bereik van de overheidsbemoeienis ziet en
waarop de gemeente zelf actief wil zijn. Zij geeft
daarmee de grenzen van het speelveld aan en stelt vast
door middel van heldere visierapporten welke
maatschappelijke doelen zijn te bereiken.
Voorafgaand daaraan benut de overheid alle denkbare
middelen om vast te stellen aan welke welzijns
voorzieningen behoefte is en welke oplossingen het beste
bijdragen aan het te bereiken doel. Veel meer dan
voorheen zal dit moeten worden vastgesteld door te meten
en te onderzoeken. Dat maakt een meet-instrumentarium
nodig waardoor een voortdurende monitoring van
maatschappelijke ontwikkelingen mogelijk is. Dit moet
voor een deel nog worden ontwikkeld. Ook kan gebruik
gemaakt worden van consumenten-panels,
klantenonderzoeken, maar ook de professionele
instellingen zijn bij uitstek in staat peilingen te
verrichten en adviezen te geven over oplossings
richtingen.
Vervolgens wordt op basis van gedefinieerde concrete,
meetbare doelstellingen vastgesteld wat er moet gaan
gebeuren en wordt aan een of meer instellingen gevraagd
een offerte uit te brengen voor de uitvoering. Dat leidt
tot een contract tussen gemeente en een
welzijnsinstelling waarin de te leveren prestaties, of
beter gezegd de te realiseren resultaten, precies zijn
vastgelegd inclusief de methode die zal worden
gehanteerd om te meten of de resultaten daadwerkelijk
zijn bereikt.
Met dit model neemt de gemeente een nieuwe positie in, en
wel die van regisseur. Een regisseur is niet de
allesbepaler die zich druk maakt over ieder detail van de
uitvoering, maar is de makelaar die schakelt tussen de
markt van aanbieders en afnemers van welzijnszorg. Het is