Blad 2
tot aanbrengen hiervan voor de geschatte bouwtijd
of tijd benodigd voor het aanbrengen, van de rest
van de bebouwing en/of werken en/of beplanting;
d. de opstalhouder is verplicht de in lid a. bedoelde
gebouwen en/of werken en/of beplantingen in
zodanige technische staat te houden dat deze steeds
overeenkomstig de in lid a bedoelde bestemming
gebruikt kunnen worden; daartoe dient de opstal
houder deze gebouwen en/of werken en/of beplan
tingen ten genoegen van burgemeester en wethouders,
in goede staat te onderhouden en indien deze
gebouwen en/of werken en/of beplantingen door welke
oorzaak dan ook geheel of gedeeltelijk teniet zijn
gegaan, ten genoegen van burgemeester en wethouders
te herbouwen, herstellen en/of herplanten;
in verband hiermede is de opstalhouder verplicht de
gebouwen en/of werken tegen brand- en stormschade
te verzekeren en verzekerd te houden;
voorts is de opstalhouder verplicht de/het even
tueel tot de grond behorende niet voor het aan
brengen van de in lid a. bedoelde gebouwen en/of
werken en/of beplantingen aangewende, grond/water
in goede staat ten genoegen van burgemeester en
wethouders, te onderhouden en alle eventueel met
betrekking tot deze laatstbedoelde grond in de
overeenkomst gegeven gebruiksvoorschriften strikt
na te leven;
deze verplichting geldt eveneens voor de gehele
grond gedurende de tijd dat de grond nog niet is
aangewend voor het daarop aanbrengen van de in lid
a. bedoelde gebouwen en/of werken en/of beplantin
gen;
e. gehele of gedeeltelijke afbraak en/of verwijdering
van de gebouwen en/of werken alsmede wijziging van
het bouwvolume van de gebouwen, zal nu en later
slechts na vooraf verkregen schriftelijke toestem
ming van burgemeester en wethouders, mogen
geschieden;
f. andere dan de hiervoor omschreven gebouwen en/of
werken zullen zonder schriftelijke toestemming van
de eigenaar niet op de grond mogen worden aange
bracht; in geval deze schriftelijke toestemming
wordt verleend zullen de desbetreffende gebouwen
en/of werken en/of beplantingen eveneens onder het
opstalrecht vallen;
g. een door de eigenaar te verlenen toestemming zoals
hier en in de overige artikelen van deze overeen
komst bedoeld, kan tijdelijk en/of onder voor
waarden worden verleend; de eigenaar mag deze
goedkeuring slechts weigeren om dringende redenen;
Blad 3
4. zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
burgemeester en wethouders, is het de opstalhouder
verboden
a. het opstalrecht geheel of gedeeltelijk over te
dragen of toe te bedelen, dan wel op welke wijze
dan ook in te brengen in enige rechtspersoon;
b. het opstalrecht geheel of gedeeltelijk te splitsen
door overdracht of toebedeling van het opstalrecht
op een gedeelte van de grond of op welke andere
wijze dan ook;
c. de grond en/of een of meer daarin, daarop of
daarboven aangebrachte gebouwen en/of werken en/of
beplantingen, geheel of gedeeltelijk in onder
opstalrecht te geven;
d. het opstalrecht en/of een of meer daaronder
vallende gebouwen en/of werken en/of beplantingen,
en/of de grond, anders dan voor het gebruik
overeenkomstig de bestemming hiervan als bedoeld in
artikel 3, lid a. vereist is, geheel of gedeelte
lijk te verhuren of te verpachten, of onder welke
andere titel dan ook aan derden in gebruik te
geven;
e. op de grond erfdienstbaarheden te vestigen;
5. het opstalrecht kan door de opstalhouder niet worden
opgezegd; dit lijdt evenwel uitzondering indien het
opstalrecht na de tijd waarvoor het is gevestigd,
doorloopt op grond van artikel 98, boek 5, Nieuw
Burgerlijk Wetboek;
6. indien het opstalrecht eindigt door verloop van de
tijd waarvoor het is verleend (31 december 2040)
treedt de eigenaar van rechtswege in de eigendom van
de alsdan nog aanwezige voormelde gebouwen en/of
werken en/of beplantingen, onder verplichting voor hem
om binnen twee maanden daarna aan de alsdan gewezen
opstalhouder te betalen de waarde van deze gebouwen
en/of werken (zijnde de beplantingen niet onder de
vergoedingsplicht begrepen)vast te stellen in
onderling overleg of bij gebreke van overeenstemming
door 3 deskundigen, te benoemen: 1 door ieder van de
beide partijen en de laatste door de 2 door partijen
benoemde deskundigen of, bij gebreke van overeenstem
ming dienaangaande, door de ter zake bevoegde
kanton)rechter op verzoek van de meest gerede partij;
komen de benoemde deskundigen niet tot overeenstemming
omtrent het bedrag van de te vergoeden waarde, dan zal
daarvoor gehouden worden het bedrag van de door de
deskundigen afzonderlijk bepaalde vergoeding dat noch
het hoogste en noch het laagste is; deze regeling
geldt eveneens voor de gebouwen en/of werken welke
later met schriftelijke toestemming van de eigenaar
zijn aangebracht, tenzij anders is bepaald bij deze