Blad 8 Hofsingel Als onderdeel van de Hofsingelplannen is de doelstelling geformuleerd dat de Infirmerie wordt ontwikkeld ten behoeve van een kwalitatieve publieksgerichte functie, die positief bijdraagt aan de levendigheid en de ambities van het gebied. Het door de inmiddels opgerichte stichting Centrum Beeldende Kunst Friesland voorgestane gebruik beantwoordt naar onze mening uitstekend aan deze doelstelling. De projectgroep Hofsingel is positief over de stedenbouw kundige kwaliteit van het door het CBK voorgestelde plan. Als aandachtspunten zijn aangegeven: de monumentenzorgkant, de hoofdontsluiting van het gebouw via de voorzijde, geen afzonderlijke expeditie-ingang aan de zijde van de Noorderweg ter hoogte van het huidige badhuis, de uit werking van de relatie met het water en het handhaven van het onderscheid tussen voor- en achterzijde van het hoofdgebouw. Afhankelijk van het vervolg zal de omgeving van het gebouw worden ingepast in de omgevingsplannen voor het deelgebied WissesdwingerHet CBK heeft voor deze plannen overigens een bijdrage van f 40.000,- voor de inrichting en f 25.000,- voor de ontwikkeling van omgevingskunst in het vooruitzicht gesteld. Monumentenzorg Het badhuis maakt deel uit van het beschermde rijks monument. Het hoofdgebouw is aan het begin van de 19e eeuw gebouwd met een royale U als grondvorm. Rond 1880 is de open zijde van deze U opgevuld met een barak voor besmette lijke zieken. Deze barak is (rond 1910) verbouwd tot open baar badhuis en is rond 197 0 verbouwd tot vergaderruimte annex kantine voor de toenmalige gemeentelijke dienst gemeentewerken. In het dagelijks gebruik wordt dit gebouwtje aangeduid met "badhuis". Uit de beknopte redengevende omschrijving in het monumen- tenregister blijken slechts beperkte aanknopingspunten voor de waardestelling van dit complexonderdeel. Desgevraagd heeft de Rijksdienst Monumentenzorg dit bevestigd en daar bij aangegeven dat dit euvel vaker voorkomt bij monumenten uit de periode van voor 1850 en dat om deze reden de komende jaren een actualiseringsproject wordt gestart. Met betrekking tot de barak stelt men dat deze fysiek aan het hoofdgebouw is aangebouwd en derhalve deel uitmaakt van het beschermde monument. In hoeverre dit bij restauratie/ verbouwing van het complex tot handhaving van dit (latere) gebouwdeel zou moeten leiden zal wat betreft het RMZ afhangen van de functionele behoefte, het programma van eisen en de cultuurhistorische waarde van dit onderdeel. In nader overleg is vanuit de RDMZ de volgende benadering geformulereerd. Blad 9 Het badhuis is beschermd rijksmonument; de wens van het CBK zou als startpunt kunnen fungeren voor een afweging tussen: 1. uit het programma van eisen en daarin opgenomen functies voortvloeiende aanpassingseisen en 2. de waarde van het badhuis in historische zin. Het interne advies met betrekking tot de plannen in relatie tot het monumentenbeleid is om het badhuis met respect te benaderen. Tegen de achtergrond van de ambities en het programma van eisen zijn er in potentie uitwerkingen mogelijk, waarbij wordt vormgegeven aan de gewenste trans parantie in combinatie met het herkenbaar houden van dit bouwdeel Groen De onderhavige esdoorn is in redelij kheid niet in te passen en te handhaven in een atriumplan. De aan een deskundig onderzoek onderworpen boom is als waardevol aangeduid en verkeert in de eindfase van haar bestaan. Indien de bodem rond en tussen haar wortelstelsel niet wordt beroerd, schat men de resterende levensduur op 50 jaar. Volgens de Verbeterde Methode Raad 1999 is de waarde berekend op f 21.000,-. Gezien de voorliggende beschouwingsinvalshoeken stellen wij u voor om met betrekking tot het badhuis als gemeente in beginsel ruimte te bieden voor discussie en zorgvuldige afwegingen. Dit betekent voor alle duidelijkheid dat, hangende de uitkomst van het proces van discussie en afweging, dit onderdeel van het beschermde rijksmonument in haar huidige staat behouden blijft. Gezien de naar verwachting veel kosten vergende beperkingen die handhaving van de boom (en haar huidige wortelstelsel) zal opleveren voor de ontwikkeling van het CBK en haar toekomstige plannen, stellen wij voor om (ten gunste van de verdere ontwikkeling van het CBK-concept in de vorm van een atrium) ruimte te bieden voor het offeren van deze boom. Via de nog in te dienen aanvragen voor een bouw- en een kapvergunning zal een en ander verder moeten worden uit gewerkt. De waardevergoeding wordt geacht deel uit te maken van de eerder aangegeven CBK-bijdrage aan het omgevingsplan Wissesdwinger, waarbinnen in de aanplant van nieuwe bomen wordt voorzien. Het besluit als voorgesteld betekent dat de koper met haar uitvoeringsfasering nog enige tijd in onzekerheid verkeert. De koper zal dit moeten inpassen in haar faseringsplan en de daarbij aan de orde zijnde afwegingen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 444