Blad 4
Kosten
1. sierbestrating
2. verlichting
3. groenvoorzieningen
4. straatmeubilair
Totale kosten (zie bijlage la en lb)
Niet verhaalbare kosten
f 4.655.579,-
1437988, -
543.312,-
313.104,-
f 6.949.983,-
Onderhoud bestrating
Onderhoud verlichting
Onderhoud groenvoorzieningen
Onderhoud straatmeubilair
Totaal niet verhaalbare kosten
f 2.213.561,-
979.258,-
543.312,-
64912, -
f 3.801.043,-
Totaal aan kosten f 6.949.983,-
Niet verhaalbaar 3.801.043,-
Bruto te verhalen kosten (zie bijlage 2) f 3.148.940,-
Beschikbare subsidie (zie bijlage 2 en 3]1.049.542, -
Netto te verhalen kosten f 2.099.398,-
Maximaal netto verhaalbaar ingevolge het door u op 15 maart
1999 vastgestelde aangevuld bekostigingsbesluit voor fase
IB van de herinrichting van de binnenstad is
f 1.625.000,-.
Ter toelichting merken wij op, dat het beschikbare
subsidiebedrag naar evenredigheid is toegedeeld op grond
van een geraamd investeringsbedrag voor de herinrichting
van de binnenstad van f 13.500.000,- en een beschikbaar
subsidiebedrag voor fase 1B ter grootte van f 4.500.000,-.
3. De wijze van toerekening van de kosten en opbrengsten
(heffingsmaatstaven)
Er is in de Gemeentewet geen heffingsmaatstaf opgenomen
voor de baatbelasting. Dit houdt in dat de gemeente vrij is
in het bepalen van de heffingsmaatstaf, met dien verstande
dat het bedrag van een gemeentelijke belasting niet
afhankelijk kan worden gesteld van het inkomen, winst of
vermogen
Gelet op het bovenstaande stellen wij u voor de wijze van
toerekening van de te verhalen kosten aan de gebate
onroerende zaken als volgt vast te stellen:
1. Ingevolge artikel 5 lid 3 van de Exploitatieverordening
gemeente Leeuwarden 1997 worden de te verhalen kosten
omgeslagen over de gebate onroerende zaken op de
Blad 5
volgende wijze. Vijftig procent van de te verhalen
kosten wordt omgeslagen over de gewogen oppervlakte van
de onroerende zaak en vijftig procent van de te verhalen
kosten wordt omgeslagen over de gewogen gevellengte van
de onroerende zaak.
2. De maatstaf van heffing bestaat voor onroerende zaken die
zich hoofdzakelijk boven de grond bevinden uit:
a het gewogen aantal volle vierkante meters
oppervlakte van de onroerende zaak als bedoeld in
punt 4
b het gewogen aantal strekkende meters gevellengte van
de onroerende zaak als bedoeld in punt 5.
3. De maatstaf van heffing bestaat voor onroerende zaken,
die zich hoofdzakelijk onder de grond bevinden uit: het
aantal volle vierkante meters oppervlakte van de
onroerende zaak vermenigvuldigd met de verdiepingsfactor
als bedoeld in punt 6 en de liggingsfactor als bedoeld in
punt 7
4. De gewogen oppervlakte van de onroerende zaak wordt
bepaald op het aantal vierkante meters oppervlakte dat op
grond van het bestemmingsplan volledig mag worden
bebouwd, afgerond naar beneden op volle vierkante meters
en vermenigvuldigd met de verdiepingsfactor als bedoeld
in punt 6 en de liggingsfactor als bedoeld in punt 7. Bij
de bepaling van de oppervlakte blijft buiten beschouwing
de oppervlakte gelegen op een afstand van meer dan 40
meter van de zijde van de onroerende zaak die direct of
indirect (door middel van een voor het winkelend publiek
toegankelijke overdekte passage die de onroerende zaak
verbindt met een aan het heringerichte gebied grenzende
onroerende zaak) grenst aan de her in te richten openbare
ruimte en de oppervlakte gelegen op een afstand van meer
dan 40 meter van de zijde van onroerende zaken die
grenzen aan een straat of steeg die uitkomt op het
heringerichte gebied. Bij een onroerende zaak die bestaat
uit een gedeelte van een eigendom waarop een
appartementsrecht is gevestigd, wordt de oppervlakte van
de gemeenschapsruimten per bouwlaag toegerekend aan de op
die bouwlaag aanwezige belastingobjecten naar rato van de
oppervlakte van die belastingobjecten. Indien de
onroerende zaak zowel grenst aan de her in te richten
openbare ruimte als aan een straat of steeg die uitkomt
op de her in te richten openbare ruimte dan blijft buiten
beschouwing de oppervlakte van de onroerende zaak die is
gelegen op een afstand van meer dan 40 meter van ieder
van die zijden.
5. De gewogen gevellengte van de onroerende zaak wordt
bepaald op het aantal strekkende meters van de zijde van