Blad 2 Artikel 2 Belastbaar feit 1 Onder de naam "baatbelasting herinrichting binnenstad Leeuwarden fase 1B: Waagplein en omgeving" wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 december 2000 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur. 2 De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten: a het verfraaien van de bestrating; b het aanbrengen en verfraaien van straatmeubilair c het aanleggen van openbare verlichting. Artikel 3 Belastingplicht 1 De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is 3 Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de belasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven. Artikel 4 Maatstaf van heffing 1 De maatstaf van heffing bestaat voor onroerende zaken die zich hoofdzakelijk boven de grond bevinden uit: a het gewogen aantal volle vierkante meters oppervlakte van de onroerende zaak als bedoeld in het derde lid van dit artikel, b het gewogen aantal strekkende meters gevellengte van de onroerende zaak als bedoeld in het vierde lid van dit artikel. 2 De maatstaf van heffing bestaat voor onroerende zaken die zich hoofdzakelijk onder de grond bevinden uit: het aantal volle vierkante meters oppervlakte van de onroerende zaak vermenigvuldigd met de verdiepingsfactor als bedoeld in het vijfde lid en de liggingsfactor als bedoeld in het zesde lid. Blad 3 3 De gewogen oppervlakte van de onroerende zaak wordt bepaald op het aantal vierkante meters oppervlakte dat op grond van het bestemmingsplan volledig mag worden bebouwd, afgerond naar beneden op volle vierkante meters en vermenigvuldigd met de verdiepingsfactor als bedoeld in het vijfde lid en de liggingsfactor als bedoeld in het zesde lid. Bij de bepaling van de oppervlakte blijft buiten beschouwing de oppervlakte gelegen op een afstand van meer dan 40 meter van de zijde van de onroerende zaak die direct of indirect (door middel van een voor het winkelend publiek toegankelijke overdekte passage die de onroerende zaak verbindt met een aan het heringerichte gebied grenzende onroerende zaak) grenst aan de her in te richten openbare ruimte en de oppervlakte gelegen op een afstand van meer dan 40 meter van de zijde van onroerende zaken die grenzen aan een straat of steeg die uitkomt op het heringerichte gebied. Bij de bepaling van de oppervlakte van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 1 sub a onder 3 wordt de oppervlakte van de gemeenschapsruimten per bouwlaag toegerekend aan de op die bouwlaag aanwezige belastingobjecten naar rato van de oppervlakte van die belastingobjecten. Indien de onroerende zaak zowel grenst aan de her in te richten openbare ruimte als aan een straat of steeg die uitkomt op de her in te richten openbare ruimte dan blijft buiten beschouwing de oppervlakte van de onroerende zaak die is gelegen op een afstand van meer dan 40 meter van ieder van die zijden. 4 De gewogen gevellengte van de onroerende zaak wordt bepaald op het aantal strekkende meters van de zijde van de onroerende zaak die direct of indirect (door middel van een voor het winkelend publiek toegankelijke overdekte passage die de onroerende zaak verbindt met een aan het heringerichte gebied grenzende onroerende zaak) grenst aan de her in te richten openbare ruimte dan wel grenst aan een straat of steeg die uitkomt op de her in te richten openbare ruimte, afgerond naar beneden op volle strekkende decimeters en vermenigvuldigd met de verdiepingsfactor als bedoeld in het vijfde lid en de liggingsfactor als bedoeld in het zesde lid. Bij de bepaling van de gevellengte van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 1 sub a onder 3 wordt de gevellengte van de gemeenschapsruimten per bouwlaag toegerekend aan de op die bouwlaag aanwezige belastingobjecten naar rato van de oppervlakte van die belastingobjecten. Indien de onroerende zaak zowel grenst aan de her in te richten openbare ruimte als aan een straat of steeg die uitkomt op de her in te richten openbare ruimte dan geldt de gevellengte van de zijde van de onroerende zaak waaraan de huisnummering is toegekend. 5 De verdiepingsfactor bedraagt:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 472