Blad 6
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een
jaarlijkse heffing
De baatbelasting is in beginsel een heffing ineens. De
belastingplichtige zal, na het vervallen van het tijdstip
waarop de belasting verschuldigd is, de heffing ineens
moeten betalen. Op verzoek van de belastingplichtige kan de
baatbelasting echter in de vorm van een jaarlijkse
belasting gedurende tien jaren worden geheven. In dit
artikel is een regeling opgenomen voor belastingplichtigen
die de baatbelasting gespreid over de door de gemeente
vastgestelde termijn van tien jaren willen betalen.
Belastingplichtigen dienen hiertoe een verzoek te doen.
Tegen de beslissing van de gemeente op het verzoek staat
geen bezwaar en beroep open. De gemeente heeft echter de
vrijheid om ook buiten de gestelde termijn het verzoek
alsnog in te willigen. In het vijfde lid van dit artikel is
een regeling opgenomen voor het geval dat een
belastingplichtige, op wie de gespreide regeling van
betaling van toepassing is, gedurende de loop van de
belastingperiode ophoudt belastingplichtig te zijn.
Het zesde lid geeft een regeling voor de situatie dat een
onroerende zaak in de loop van de heffingsperiode wordt
gesplitst. De Hoge Raad heeft in het verleden beslist dat
de baatbelasting bij het opsplitsen van het belastbaar
perceel op het desbetreffende perceel blijft rusten (Hoge
Raad 30 maart 1988, nr. 25.360, Belastingblad 1989, blz.
182)Het ging in dat arrest om een baatbelasting voor de
aanleg en verbetering van een weg. De maatstaf van heffing
was de oppervlakte. Een gebaat perceel werd na een aantal
jaren voor een deel verkocht, waardoor het deel dat de
oorspronkelijke eigenaar behield niet langer aan de weg
lag. De Hoge Raad besliste dat de baatbelasting die rustte
op het gehele oorspronkelijke perceel is blijven rusten op
het daarvan afgesplitste perceel, ook al zou dit laatste
perceel niet langer gebaat zijn door de getroffen
voorzieningen
Artikel 7 Wijze van heffing
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen
gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van
aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere
wijze. In deze verordening is gekozen voor de heffing bij
wege van aanslag.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In dit artikel zijn de termijnen van betaling opgenomen. Er
is gekozen voor één termijn van twee maanden na dagtekening
van het aanslagbiljet.
Blad 7
Artikel 9 Kwijtschelding
Er is gekozen voor een bepaling in de verordening die
regelt dat in het geheel geen kwijtschelding van
baatbelasting wordt verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester
en wethouders
In verband met de inwerkingtreding van de derde tranche van
de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1996, 333) en de daarop
gebaseerde aanpassingswetgeving (Stb. 1997, 510 en 580),
komen de bevoegdheden die in de AWR en de Invorderingswet
1990 zijn toebedeeld aan de minister van financiën met
ingang van 1 januari 1998 toe aan het college van
burgemeester en wethouders (was: de raad). Aangezien
artikel 217 van de Gemeentewet bepaalt dat al hetgeen voor
de heffing en de invordering van belang is in de
belastingverordening moet staan, heeft de VNG ervoor
gekozen in de modelverordeningen gemeentelijke belastingen
een bepaling op te nemen die aangeeft dat het mogelijk is
dat het college van burgemeester en wethouders nadere
regels kan stellen met betrekking tot de heffing en de
invordering van de betreffende gemeentelijke belasting. Op
deze wijze wordt aan de belastingplichtige burger duidelijk
gemaakt dat er nog nadere regels kunnen gelden.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
Ingevolge artikel 139 van de Gemeentewet moet het besluit
tot vaststelling van een belastingverordening worden
bekendgemaakt. Artikel 142 van de Gemeentewet bepaalt
vervolgens dat de verordening in werking treedt met ingang
van de achtste dag na die van de bekendmaking, tenzij in de
verordening een ander tijdstip is opgenomen, niet liggende
voor de vaststelling, goedkeuring en bekendmaking van de
verordening. In dit geval is gekozen voor afwijking van de
wettelijke regeling, te weten: inwerkingtreding op de
eerste dag volgende op bekendmaking.