Blad 4
2 Voor onroerende zaken gelegen aan de St. Jacobsstraat
bedraagt de belasting de som van de volgende twee
componenten
af 5,57 per vierkante meter van de heffingsmaatstaf;
b f 120,51 per strekkende meter van de
heffingsmaatstaf
3 Voor onroerende zaken gelegen aan de Nieuwestad Noord
en Zuidzijde ten westen van de Duco Martenapijp bedraagt
de belasting de som van de volgende twee componenten:
a f 12,91 per vierkante meter van de heffingsmaatstaf;
b f 290,24 per strekkende meter van de
heffingsmaatstaf
4 Voor onroerende zaken gelegen aan het Beursplein
bedraagt de belasting de som van de volgende twee
componenten
af 7,36 per vierkante meter van de heffingsmaatstaf;
b f 245,56 per strekkende meter van de
heffingsmaatstaf
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een
jaarlijkse belasting
1 In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op
verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in
de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende tien
jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient
binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag
schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel
b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te
worden ingediend.
2 Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
3 De jaarlijkse belasting bedraagt de annuïteit van het
totaal verschuldigde, berekend op basis van een periode
van tien jaren en een rentevoet van 5,5%.
4 De belasting over de nog niet verstreken belastingjaren
kan elk jaar worden afgekocht. De afkoopsom wordt bepaald
op de contante waarde van de op 1 januari van het
belastingjaar, waarin de afkoop plaatsvindt, nog te
verschijnen belastingbedragen berekend naar een rentevoet
van 5,5%.
5a Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een
jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van
het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid
eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van
eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe
genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht,
Blad 5
met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een
aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren
van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het
vierde lid van dit artikel,
bin afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op
verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belasting
plichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste
lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes
weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge
onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede
lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde
gemeenteambtenaar te worden ingediend.
6. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een
jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingjaar de
eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte
van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt, voor de
verdeling van de resterende belastingschuld, de maatstaf
van heffing als bedoeld in artikel 4 voor de betreffende
onroerende zaken opnieuw vastgesteld voor de nog niet
verstreken belastingjaren.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald binnen twee maanden na
de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen
kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester
en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere
regels geven met betrekking tot de heffing en invordering
van de baatbelasting.