Blad 8
5 INFORMATIEVOORZIENING
5.1 Beleidsmatige informatie
In de treasuryparagraaf worden de volgende onderwerpen
opgenomen
1. de algemene interne en externe ontwikkelingen die van
invloed zijn (geweest) op de treasuryfunctie;
2. het beleid voor het risicobeheer, inclusief derivaten;
3. het beleid voor het kasbeheer;
4. het beleid voor de gemeentefinanciering;
5. relevante ontwikkelingen in de treasury-organisatie;
6. relevante ontwikkelingen in de informatievoorziening
voor de treasuryfunctie.
5.2 Operationele informatie
1Voor het opstellen van een liquiditeitenplanning op
korte en lange termijn leveren de diensten de treasurer
maandelijks de benodigde informatie.
2. Voor het ontwikkelen en onderhouden van een rentevisie
beschikt de treasurer over relevante informatie
koersinformatie en overige marktinformatie, rente
tarieven) uit tijdschriften en van bankrelaties.
3. De treasurer beschikt over informatie inzake de
financieringsstructuur eigen vermogen en vreemd
vermogen en korte en lange schuld.
4De treasurer beschikt over analyses van de leningen- en
uitzettingsportefeuille
5. De treasurer beschikt over analyses van de risico
profielen.
5.3 Verantwoordingsinformatie
1. In de verantwoordingsinformatie rapporteert de
treasurer of de gestelde doelen gerealiseerd zijn en of
de uitvoering van de treasuryfunctie heeft kunnen
plaatsvinden binnen de kaders van het treasurystatuut
2. De verantwoordingsinformatie voor de raad vindt zijn
weerslag in de treasuryparagraaf van het jaarverslag.
3. De verantwoordingsinformatie betreft met name:
planning versus realisatie van de liquiditeits
posities
analyse werkelijk versus gepland risicoprofiel;
naleving van procedures, richtlijnen, limieten en
overige instructies;
analyse prestatie van de treasuryfunctie ten
opzichte van de markt.
5.4 Informatie toezichthouder en CBS
1. Aan het college van Gedeputeerde Staten van de
provincie wordt de volgende informatie verstrekt
a. jaarlijks tezamen met het jaarverslag, een opgave
van
Blad 9
het begrotingstotaal bij de aanvang van het
voorgaande jaar;
de kasgeldlimiet bij de aanvang van het
voorgaande jaar;
de gemiddelde netto-vlottende schuld in elk van
de kalenderkwartalen van het voorgaande jaar;
de stand van de vaste schuld bij de aanvang van
het voorgaande jaar;
de renterisiconorm bij de aanvang van het
voorgaande jaar;
het renterisico op de vaste schuld over het
voorgaande jaar;
b. aan het einde van ieder kwartaal een opgave van de
laatst berekende gemiddelde netto-vlottende schuld
en de kasgeldlimiet voor het desbetreffende
kalenderjaar
2. Aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt
driemaandelijks een opgave verstrekt van de stand van
het EMU-saldo op een door het CBS te bepalen wijze.
6 ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE EN INTERNE CONTROLE
1. De verdeling van de taken, verantwoordelijkheden en
bevoegdheden, de delegatie en mandateringen worden
vastgelegd in de administratieve organisatie. In
relatie hiermee zal de administratie de adequate
beleids-, operationele- en verantwoordingsinformatie
moeten kunnen leveren aan de betrokkenen.
2. De administratie bevat daarnaast als kernonderdeel de
maatregelen voor de interne controle om daarmee te
bewerkstelligen en te bevestigen dat de uitvoering van
de treasuryfunctie conform de gestelde regels
geschiedt. Daartoe voert de organisatie periodiek
controles uit op:
a. de juistheid, tijdigheid, volledigheid en relevantie
van de managementinformatie;
b. de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de
administratieve verwerking;
c. de naleving van de preventieve maatregelen;
d. de realisatie van de doelstellingen;
e. de uitvoering van het beleid.
3. De administratieve organisatie en de interne controle
moeten waarborgen dat:
de uitvoering van de treasuryfunctie rechtmatig en
doelmatig is;
de treasury-activiteiten adequaat kunnen worden
uitgevoerd en bijgestuurd;
de risico's kunnen worden beheersd;
de juistheid, de tijdigheid en volledigheid van de
informatie verzekerd is.
4. De administratieve maatregelen bestaan o.a. uit: