1.1.5 Valutarisicobeheer:
is het beheersen van risico's die voortvloeien uit de
mogelijkheid, dat op een bepaald moment de waarde van de
vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt
van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.
(D.w.z.: valutarisicobeheer is alleen aan de orde, indien
de gemeente transacties afsluit in niet Eurovaluta.)
12 Kasbeheer
Het kasbeheer is een deelfunctie van treasury en omvat het
beheer van de geldstromen en daaruit voortvloeiende saldi
en liquiditeitsposities tot één jaar.
1.2.1 Geldstromenbeheer
omvat al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten
te transfereren, zowel binnen de organisatie zelf als
tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer)
1.2.2 Saldobeheer:
omvat het beheer van de dagelijkse saldi.
1.2.3 Liquiditeitenbeheer
is het financieren en uitzetten van middelen voor een
periode tot één jaar.
1.3 Gemeentefinanciering (corporate finance)
Gemeentefinanciering (corporate finance) is een deelfunctie
van treasury en omvat de activiteiten die gericht zijn op
het beheren van de liquiditeitsposities voor een termijn
vanaf één jaar en het voorzien in de benodigde liquidi
teiten (minimaal 1 jaar) voor de realisatie van voorgenomen
investeringen en activiteiten, alsmede het onderhouden van
relatie met financiële instellingen.
1.3.1 Financiering:
omvat het aantrekken van de benodigde financiële middelen
voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen
kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd ver
mogen. Het aantrekken van financiële middelen voor een
periode tot één jaar behoort tot het liquiditeitenbeheer.
1.3.2 Uitzetting:
omvat het beheren van het eigen vermogen en andere
financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.
Uitzettingen kunnen intern en extern plaatsvinden. Externe
uitzettingen kunnen bestaan uit het uitzetten van financie
ringsmiddelen of bij financiële instellingen en andere
externe partijen. Het uitzetten van financiële middelen
voor een periode tot één jaar behoort tot het liquidi
teitenbeheer
1.3.3 Relatiebeheer:
omvat het onderhouden van de relaties met financiële
instellingen
2WET FIDO
De begrippen van de Wet fido die voor de treasuryfunctie
van belang zijn, zijn de volgende.
21 Openbare lichamen
Provincies, gemeenten, waterschappen, regio's, bedoeld in
artikel 21 (eerste lid) van de Politiewet 1993, lichamen
ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke
regelingen die bevoegd zijn tot het aangaan, garanderen en
verstrekken van geldleningen door onze ministers aan te
wijzen andere bij wet ingestelde lichamen en organen.
2.2 Rentetypische looptijd
Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening,
waarin op basis van de leningenvoorwaarden van de geld
lening sprake is van een door de verstrekker van de
geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding
(Wet fido artikel 1, lid c)
2 3 Financiële derivaten
Financiële instrumenten belichaamd in contracten, waarin de
voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een
bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde
afhankelijk is van één of meer onderliggende activa,
referentieprijzen of indices (Wet fido, artikel 1, lid d)
2.4 Vaste schuld
Het gezamenlijk bedrag van:
- de schuld uit hoofde van geldleningen met een oor
spronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of
langer
de voor een termijn van één jaar of langer ontvangen
waarborgsommen
2 5 Netto-vlottende schuld
Het gezamenlijk bedrag van:
de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rente
typische looptijd van korter dan één jaar;
de schuld in rekening-courant;
de voor een termijn van korter dan één jaar ter
bewaring in de kas gestorte gelden van derden en
overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de
vaste schuld, verminderd met het gezamenlijk bedrag
van
de contante gelden in kas;
de tegoeden in rekening-courant en
de overige uitstaande gelden met een rentetypische
looptijd van korter dan één jaar.
26 De gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal
Het gemiddelde van de netto-vlottende schuld op de eerste
dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal.
13