27 De kasgeldlimiet Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar. 28 Het renterisico op de vaste schuld De mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van een openbaar lichaam verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oor spronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer. 2 9 De renterisiconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar. 2.10 3%-norm voor het EMU-saldo van de overheid De referentiewaarde voor het vorderingensaldo van de over heid, zoals vastgelegd in artikel 104C en Protocol nr. 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. 2.11 Toezichthouder Het bestuursorgaan dat op grond van enige wettelijke bepaling is belast met het toezicht op de begroting van een openbaar lichaam. 3. OVERIGE BEGRIPPEN 31 Vermogenswaarde Het geheel van de in geld uitgedrukte waarde van de bezit tingen aan goederen en vorderingen (activa en passiva) 3.2 Richtlijn Een richtlijn is een bindend voorschrift, c.q. aanwijzing van een te volgen handelwijze. 33 Limiet Een limiet is een type richtlijn die de (uiterste) grens aangeeft van een bepaalde handeling, verantwoordelijkheid en/of bevoegdheid. 3.4 Risicoprofiel Geeft aan in welke mate een organisatie risico's loopt. 14 BIJLAGE 2 Concept-regeling van de Minister van Financien tot uitvoering van artikel 2tweede lid van de Wet financiering decentrale overheden (fido) (Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden) 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 520